-
1 uitspuiten
♦voorbeelden: -
2 uitspuiten
-
3 uitspuiten
v. syringe, jet, squirt -
4 uitspuiten
• to clean out -
5 uitspuiten
-
6 uitspuiten
projeter un liquide -
7 zijn oren uitspuiten
zijn oren uitspuiten -
8 to clean out
uitspuiten -
9 jet
n. straal(buis), gaspit; straalvliegtuig--------v. uitspuiten, spuiten; per straalvliegtuig gaan of vervoeren, stromenjet1[ dzjet]1 git————————jet2〈 jetted〉♦voorbeelden:1 spuiten ⇒ uitspuiten, uitwerpen♦voorbeelden:jet out • eruit spuiten -
10 syringe
n. injektiespuit--------v. in-uitspuitensyringe1[ sirrindzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————syringe2〈 werkwoord〉 -
11 ausspritzen
-
12 spouting out
met kracht uitspuiten, met kracht naar buiten treden -
13 Ohrspülung
-
14 ein Ohr ausspritzen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский