-
1 uitspreiden
1 [vaneen spreiden] étendre2 [verspreiden] étaler3 [uit elkaar strekken] écarter♦voorbeelden:de krant uitspreiden • ouvrir largement le journal -
2 uitspreiden
1 [uit elkaar leggen] spread (out)♦voorbeelden: -
3 uitspreiden
развести; раскинуть; расставить; растянуть; расправить; распустить; расстелить; выложить* * *гл.общ. разбрасывать, расстилать (op-на) -
4 uitspreiden
ausbreiten -
5 uitspreiden
v. outspread, unfold, unfurl, stretch, expand, diffuse, shake down, shake out, flirt -
6 uitspreiden
• to spread• to spread out -
7 uitspreiden
sermek [-er] v -
8 uitspreiden
déployer, étendre -
9 de benen uitspreiden
de benen uitspreiden -
10 de krant uitspreiden
de krant uitspreiden -
11 een jas op de grond uitspreiden
een jas op de grond uitspreidenDeens-Russisch woordenboek > een jas op de grond uitspreiden
-
12 de benen uitspreiden
de benen uitspreidenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de benen uitspreiden
-
13 een jas op de grond uitspreiden
een jas op de grond uitspreidenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een jas op de grond uitspreiden
-
14 mest over een akker uitspreiden
mest over een akker uitspreidenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > mest over een akker uitspreiden
-
15 zich uitspreiden
гл.общ. разливаться, расстилаться, покрывать большое пространство (о воде) -
16 prostrijeti
uitspreiden -
17 разостлать
uitspreiden -
18 расстилать
uitspreiden -
19 to spread out
uitspreiden -
20 spread over
uitspreiden over; voortduren
См. также в других словарях:
uitspreiden — bradi … Woordenlijst Sranan