-
1 uitnodigen
1 [inviteren] invite, ask♦voorbeelden:1 iemand op een feestje uitnodigen • invite/ask someone to a partyzij nodigden ons uit bij hen voor de thee • they asked us round for tea/invited us to tea -
2 uitnodigen
1 inviter (à qc., à faire qc.) 〈 ook figuurlijk〉♦voorbeelden:we hebben haar voor een paar dagen uitgenodigd • nous l'avons invitée pour quelques jours -
3 uitnodigen
-
4 uitnodigen
einladen -
5 uitnodigen
v. invite, ask, take out -
6 uitnodigen
1) invitera2) bjuda3) inbjuda -
7 uitnodigen
davet etmek v -
8 uitnodigen
inviter -
9 uitnodigen
invitá, kombidá -
10 iemand uitnodigen een stukje mee te eten
iemand uitnodigen een stukje mee te eteninviter qn. à manger un morceauDeens-Russisch woordenboek > iemand uitnodigen een stukje mee te eten
-
11 iemand voor een borrel uitnodigen
iemand voor een borrel uitnodigeninviter qn. à (prendre) l'apéritifDeens-Russisch woordenboek > iemand voor een borrel uitnodigen
-
12 die zal ik ook zo gauw niet meer uitnodigen
die zal ik ook zo gauw niet meer uitnodigenI won't invite him/her againVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > die zal ik ook zo gauw niet meer uitnodigen
-
13 een sollicitant uitnodigen voor een gesprek
een sollicitant uitnodigen voor een gesprekVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een sollicitant uitnodigen voor een gesprek
-
14 iemand (bij zich) thuis uitnodigen
iemand (bij zich) thuis uitnodigenask someone round/to one's houseVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand (bij zich) thuis uitnodigen
-
15 iemand op een feestje uitnodigen
iemand op een feestje uitnodigeninvite/ask someone to a partyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand op een feestje uitnodigen
-
16 iemand voor een borrel uitnodigen
iemand voor een borrel uitnodigenask someone round/invite someone for a drinkVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand voor een borrel uitnodigen
-
17 iemand voor een etentje uitnodigen
iemand voor een etentje uitnodigenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand voor een etentje uitnodigen
-
18 приглашать
vgener. noden, vragen, beroepen (на должность), bescheiden, engageren, inviteren, nodigen, ontbieden, roepen (îò, tot-ê; in-â), (op, tot-íà) uitgenodigd, uitnodigen (op, tot-íà), verzoeken -
19 borrel
♦voorbeelden:een stevige borrel op kunneneen borrel nemen, pakken • prendre un verreeen borrel te veel ophebben • avoir bu un coup de trophij is aan de borrel • il boitiemand voor een borrel uitnodigen • inviter qn. à (prendre) l'apéritif ↓ avoir une bonne descente (de gosier) -
20 meevragen
1 [vragen mee te gaan] demander (à qn.) d'accompagner (celui qui demande)
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Afrikaans — Parlée en Afrique du Sud Namibie … Wikipédia en Français
ISO 639:af — Afrikaans Afrikaans Afrikaans Parlée en Afrique du Sud, Namibie Région Afrique australe Nombre de locuteurs 6,45 millions (octobre 2007)[réf. nécessaire] Typologie SVO … Wikipédia en Français
Langue afrikaans — Afrikaans Afrikaans Afrikaans Parlée en Afrique du Sud, Namibie Région Afrique australe Nombre de locuteurs 6,45 millions (octobre 2007)[réf. nécessaire] Typologie SVO … Wikipédia en Français