-
1 uitluiden
1 [door klokgelui het einde aankondigen van] ring out2 [het einde vieren van] celebrate the end of♦voorbeelden:het oude jaar uitluiden • ring/see out the old year -
2 het oude jaar uitluiden
het oude jaar uitluidenring/see out the old yearVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het oude jaar uitluiden
-
3 het schooljaar uitluiden met een sportdag
het schooljaar uitluiden met een sportdagVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het schooljaar uitluiden met een sportdag
-
4 iemand uitluiden
iemand uitluidengive someone a send-off/farewellVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand uitluiden
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский