-
1 extrader
-
2 livrer
livrer [lievree]2 uitleveren ⇒ overgeven, overleveren♦voorbeelden:livrer à domicile • thuisbezorgenlivrer passage • doorgang verlenenlivrer un secret à qn. • aan iemand een geheim prijsgeven1 zich wijden (aan) ⇒ zich toeleggen (op), verrichtenv1) bezorgen, afleveren2) uitleveren, overgeven
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский