-
1 uitkleden
1 [van de kleren ontdoen] déshabiller2 [afzetten] dépouiller♦voorbeelden:zich uitkleden • se déshabiller -
2 uitkleden
déshabiller -
3 een voorstel uitkleden
een voorstel uitkleden -
4 iemand tot op het hemd uitkleden
iemand tot op het hemd uitkledenplumer qn.Deens-Russisch woordenboek > iemand tot op het hemd uitkleden
-
5 zich uitkleden
zich uitkleden -
6 zich uitkleden
se déshabiller -
7 hemd
♦voorbeelden:iemand het hemd van zijn lijf vragen • accabler qn. de questionshij zou het hemd van zijn gat weggeven • il donnerait jusqu'à sa dernière chemiseals ik het niet af heb, sta ik in mijn hemd • j'aurai l'air de quoi si je n'ai pas terminéik stond mooi in mijn hemd! • je ne savais pas où me mettre!〈 figuurlijk〉 iemand tot op het hemd uitkleden • plumer qn.tot op het hemd nat • trempé jusqu'aux os -
8 ontkleden
Перевод: с нидерландского на французский
с французского на нидерландский- С французского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Турецкий
- Французский