-
1 explicite
explicite [ekspliesiet]1 uitdrukkelijk ⇒ expliciet, duidelijk♦voorbeelden:adjuitdrukkelijk, duidelijk -
2 expressément
-
3 exprès
exprès1 [ekspres]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉♦voorbeelden:1 un exprès • spoedbestelling, expresbrief————————♦voorbeelden:————————exprès3 [ekspre]〈bijwoord; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 expres ⇒ met opzet, speciaal♦voorbeelden:1. adjexpres-, spoed-2. exprès/-esseadj3. advexpres, met opzet -
4 insistance
-
5 ordre
ordre [ordr]〈m.〉1 orde ⇒ volgorde, rangorde, ordening4 categorie ⇒ soort, aard5 bevel ⇒ opdracht, verordening, order6 order ⇒ bestelling, opdracht♦voorbeelden:avoir de l'ordre • ordelijk zijnmanquer d'ordre • slordig zijnmettre de l'ordre • orde scheppenmettre bon ordre à • voorgoed een eind maken aanmettre de l'ordre dans • opruimen, ordenendans l'ordre chronologique • chronologischdans l'ordre d'entrée en scène • in volgorde van opkomstmettre en ordre • opruimen, ordenenen ordre de marche • startklaarpar ordre alphabétique • alfabetisch gerangschiktl'ordre établi • de gevestigde ordene pas avoir d'ordre • geen orde kunnen houdenrappeler qn. à l'ordre • iemand tot de orde roepenrentrer dans l'ordre • weer normaal wordenordre monastique • kloosterorde4 de dernier ordre • erbarmelijk slecht; totaal onbelangrijkchoses de même ordre • soortgelijke dingende premier ordre • eersteklas-affaire de premier ordre • bijzonder belangrijke zaakde second ordre • tweederangsd' ordre général • van algemene aardd' ordre philosophique • op het terrein van de filosofiec'est dans l'ordre des choses • dat is de normale gang van zakendans cet ordre d'idées • in verband hiermeeune inquiétude de cet ordre • een dermate grote onrustordre formel • uitdrukkelijk bevelje n'ai pas d'ordre à recevoir • ik kan mijn eigen boontjes wel doppenà vos ordres! • tot uw orders!être aux ordres de • ter beschikking staan vanjusqu'à nouvel ordre • tot nader orderpar ordre de, sur l'ordre de • in opdracht van6 ordre d'achat • kooporder, bestelformulierprendre des ordres • bestellingen opnemen; bevelen in ontvangst nemenà l'ordre du jour • actueel, in de modem1) orde, volgorde3) genootschap4) categorie5) bevel6) bestelling -
6 pressant
-
7 avec insistance
avec insistance -
8 défense expresse de
défense expresse de -
9 expliciter
-
10 formel
formel [formel]1 duidelijk ⇒ uitdrukkelijk, categorisch♦voorbeelden:politesse formelle • uiterlijke beleefdheid -
11 il est stipulé que
il est stipulé que -
12 injonction
injonction [ẽzĵõksjõ]〈v.〉♦voorbeelden: -
13 ordre formel
ordre formel -
14 sous-entendu
sous-entendu [soezãtãduu]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉♦voorbeelden: -
15 stipuler
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский