-
1 dubious
adj. twijfelachtig, dubieus[ djoe:biəs] 〈 dubiousness〉1 twijfelend ⇒ aarzelend, onzeker2 dubieus ⇒ onbetrouwbaar, twijfelachtig♦voorbeelden:a dubious smell • een merkwaardig luchtje -
2 indecisive
adj. twijfelend; niet beslist; onbeslist; niet gedefiniëerd[ indissajsiv] 〈 indecisiveness〉♦voorbeelden: -
3 pendulous
-
4 sceptical
adj. sceptisch[ skeptikl] -
5 wobbly
-
6 dubiously
adv. twijfelend, aarzelend, dubieus, twijfelachtig -
7 dubiousness
n. twijfelend, aarzelend -
8 dubitative
adj. twijfelend, aarzelend; betwijfelbaar, twijfelachtig
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский