Перевод: с английского на нидерландский

transponeren

1 to transpose

transponeren

English-Dutch technical dictionary > to transpose
2 transpose

v. verplaatsen, verschikken, omzetten, verwisselen; transponeren (vooral muziek), overbrengen

transpose

[ trænspooz] 〈zelfstandig naamwoord: transposition〉

1 anders schikken ⇒ (onderling) verwisselen, omzetten

2 〈 wiskunde〉 transponeren ⇒ overbrengen 〈 van het ene lid van een vergelijking naar het andere〉

3 〈 muziek〉 transponeren

English-Dutch dictionary > transpose

transponieren — Vsw in eine andere Tonart übertragen per. Wortschatz fach. (16. Jh.) mit Adaptionssuffix. Entlehnt aus l. trānsponere versetzen , zu l. ponere setzen, stellen, legen und l. trāns ; Position, trans . Abstraktum: Transposition. Ebenso nndl.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache