-
1 zuschießen
-
2 бросить
-
3 бросить злобный взгляд
vgener. (iem.) een boze blik toeschieten (на кого-л.)Russisch-Nederlands Universal Dictionary > бросить злобный взгляд
-
4 броситься
vgener. toeschieten (op-ê), afsnellen (op-ê), losstormen -
5 подбежать
vgener. toeschieten, toespringen -
6 élancer
élancer [eelãsee]1 steken ⇒ erg pijn doen, zeer doen2 komen aansnellen ⇒ toesnellen, toeschieten♦voorbeelden:s'élancer sur qn. • zich op iemand werpen1. vsteken, erg pijn doen2. s'élancerv2) toesnellen -
7 accourir
accourir [aakoerier]〈 werkwoord〉 〈meestal + être, soms + avoir〉1 toesnellen ⇒ toeschieten, toestromen♦voorbeelden: -
8 losfahren
losfahren1 vertrekken ⇒ wegrijden; wegvaren2 (ergens op) toerijden, inrijden3 toeschieten, afvliegen4 los-, uitbarsten
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский