-
1 toerusting
ekipoDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > toerusting
-
2 ekipo
toerusting [F], uitrusting [F] -
3 ekipo
toerusting [F], uitrusting [F] -
4 outfit
n. uitrusting, kleding; apparatuur; eenheid; groepering--------v. uitrusting, toerusting; voorzieningoutfit1[ autfit]♦voorbeelden:————————outfit2〈 outfitted〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uitrusten ⇒ voorzien, verschaffen♦voorbeelden: -
5 arms race
de bewapeningswedloop (in land verhoogde toerusting van zware oorlogsmiddelen om strategische bovenmacht te worden)arms race -
6 équipement
équipement [eekiepmã]〈m.〉2 voorzieningen ⇒ inrichting, installatie3 (het) uitrusten ⇒ (het) aanbrengen, (het) installeren♦voorbeelden:m1) uitrusting, materieel2) inrichting, installatie -
7 *harnais
-
8 Ausrüstung
См. также в других словарях:
TIDEMAN — NETHERLANDS (see also List of Individuals) 7.8.1834 Amsterdam/NL 11.2.1883 Amsterdam After training as a naval constructor at the Military Academy in Breda, Bruno Joannes Tideman entered the full time service of his country in 1857. During the… … Hydraulicians in Europe 1800-2000