-
41 company
n. gezelschap; maatschappij; firma, vennootschap[ kump(ə)nie]♦voorbeelden:1 John's good/bad company • John is een gezellige/ongezellige kerelbear/keep someone company • iemand vergezellen/gezelschap houdenpart company from/with • scheiden van, verlatenin company • in gezelschapin company with • samen metrequest the company of • inviterenkeep company with • omgaan met, verkering hebben met2 have/expect company • visite/bezoek hebben/krijgen→ two two/II 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉1 gezelschap ⇒ groep, gemeenschap, toneelgezelschap2 onderneming ⇒ firma, bedrijf, maatschappij, vennootschap♦voorbeelden: -
42 company
plural - companies; noun1) (a number of people joined together for a (commercial) purpose: a glass-manufacturing company.) fyrirtæki2) (guests: I'm expecting company tonight.) gestur3) (companionship: I was grateful for her company; She's always good company.) félagsskapur4) (a group of companions: He got into bad company.) félagsskapur5) (a large group of soldiers, especially part of an infantry battalion.) undirfylki•- keep someone company- keep company
- part company with
- part company -
43 company
társulat, hajólegénység, század, legénység* * *plural - companies; noun1) (a number of people joined together for a (commercial) purpose: a glass-manufacturing company.) vállalat2) (guests: I'm expecting company tonight.) vendégek, társaság3) (companionship: I was grateful for her company; She's always good company.) társaság4) (a group of companions: He got into bad company.) társaság5) (a large group of soldiers, especially part of an infantry battalion.) század•- keep someone company- keep company
- part company with
- part company -
44 company
n. şirket, ortaklık, birlik; arkadaşlık, eşlik, topluluk, toplantı, misafir; bölük, tayfa* * *şirket* * *plural - companies; noun1) (a number of people joined together for a (commercial) purpose: a glass-manufacturing company.) şirket, ortaklık2) (guests: I'm expecting company tonight.) konuk, misafir3) (companionship: I was grateful for her company; She's always good company.) arkadaşlık, dostluk4) (a group of companions: He got into bad company.) arkadaşlar, dostlar5) (a large group of soldiers, especially part of an infantry battalion.) bölük•- keep someone company- keep company
- part company with
- part company -
45 company
['kampëni] n 1. shoqëri; get into bad company bie në shoqëri të keqe. 2. miq, vizitorë; we're expecting company po presim ca vizitorë. 3. shoqërim; travel with us for company udhëton me ne për t'u shoqëruar. 4. firmë, kompani. 5. usht. kompani. 6. ekuipazh (i anijes).● bear company shoqëroj; keep company shoqërohem (me), mbaj shoqëri; keep (someone) company i bëj shoqëri (dikujt); part company ndahem (me dikë); i jap fund shoqërisë, prishem. (pl. companies)● company town ['kampëni taun] n. qytezë punëtorësh (e ndërtuar nga kompania)● company union ['kampëni 'ju:niën] n 1. sindikatë e një uzine etj. 2. sindikatë e dominuar nga punëdhënësit* * *kompani -
46 company
• toiminimi• joukkio• vieraat• firma• seuruefinance, business, economy• kauppayhtiö• lippukunta• liike• liikeyritys• seuralainen• seura• läsnäolo• talo• yritys (liike-)• yhtymä• yhtiö• yritys(firma)• yritys• laitos• konserni• komppania* * *plural - companies; noun1) (a number of people joined together for a (commercial) purpose: a glass-manufacturing company.) yhtiö, yritys2) (guests: I'm expecting company tonight.) vieraat3) (companionship: I was grateful for her company; She's always good company.) seura4) (a group of companions: He got into bad company.) seura5) (a large group of soldiers, especially part of an infantry battalion.) komppania•- keep someone company- keep company
- part company with
- part company -
47 keep
n. inkomen, inkomsten; donjon (gevangenis in fort of kasteel)--------v. houden; bewaren; krijgen; onderhouden; volhouden; leiden; voeren; groot laten worden; eigenaar zijn vankeep1[ kie:p]1 donjon ⇒ (hoofd)toren, burchttoren♦voorbeelden:play for keep • menens/voor het ‘echte’ spelen1 (levens)onderhoud ⇒ kost, voedsel♦voorbeelden:————————keep2♦voorbeelden:1 keep cool! • houd je kalm!keep left • s houdenwill you please keep still! • blijf nou toch eens stil zitten!keep going • door (blijven) gaankeep talking! • blijf praten!how is John keeping? • hoe gaat het met John?keep ahead of • (een stapje) voor blijvenkeep away (from) • uit de buurt blijven (van), wegblijven (van)keep back • op een afstand blijvenkeep down • verstopt/verborgen blijven, beneden/onder blijvenkeep down, you fool! • bukken/kop omlaag, idioot!keep indoors • in huis blijvenif the rain keeps off • als het droog blijftkeep off/out! • verboden toegang!keep together • bij elkaar blijvenkeep under • onder (de oppervlakte) blijvenkeep from smoking • niet rokenkeep off alcohol for a while • de drank een tijdje laten staankeep off the grass • verboden op het gras te lopen→ keep at keep at/, keep in keep in/, keep in with keep in with/, keep on keep on/, keep to keep to/, keep up keep up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 houden ⇒ zich houden aan, bewaren2 houden ⇒ onderhouden, eropna houden; (in dienst) hebben3 (in bezit) hebben/houden ⇒ bewaren; 〈 bij uitbreiding ook〉 in voorraad hebben, verkopen4 hoeden ⇒ beschermen, bewaren7 houden ⇒ aanhouden, blijven in/op♦voorbeelden:keep a promise • een belofte nakomenkeep the Sabbath • de sabbat in acht nemenkeep a secret • een geheim bewarenkeep a hotel • een hotel hebbenkeep a mistress • een maîtresse hebbenkeep one's wife • z'n vrouw onderhoudenthis shop doesn't keep pencils • deze winkel verkoopt geen potlodenwill you keep this record for me? • wil je deze plaat voor me bewaren?〈 informeel〉 you can keep it • je mag het houden, ik hoef het niet4 may God keep you • God behoede/beware uillness kept him in bed for a week • vanwege ziekte moest hij een week in bed blijvenkeep it clean • houd het netjesthe sick child had to be kept warm • het zieke kind moest warm gehouden wordenkeep something going • iets aan de gang houdenkeep someone waiting • iemand laten wachtenwhat kept you (so long)? • wat heeft je zo (lang) opgehouden?the police tried to keep the fans away • de politie probeerde de fans uit de buurt te houdenkeep back • tegenhouden, op een afstand houden; achterhouden, geheimhoudenwe will keep back 10% of the cost till July as agreed • zoals overeengekomen betalen we de laatste 10% pas in julikeep down • binnenhouden 〈 voedsel〉; omlaaghouden, laag houden; onder de duim houden 〈 insecten(plaag), mensen〉; onderdrukken, inhouden 〈 woede〉keep one's weight down • z'n gewicht binnen de perken houdenthe army kept the people down • het leger onderdrukte het volkkeep your head down! • bukken!keep your voices down! • niet zo hard (praten)!keep someone indoors • iemand binnenhoudenkeep off • op een afstand houdenkeep someone out • iemand buitensluitenkeep together • bij elkaar houdenthey kept him under with morphine • ze hielden hem bewusteloos met morfinekeep that kid away from those wheels! • hou dat jong bij die wielen vandaan!he tried to keep the bad news from his father • hij probeerde het slechte nieuws voor z'n vader verborgen te houdenkeep the girls from scratching each other • zorg dat de meisjes elkaar niet krabbenkeep someone in something • zorgen dat iemand geen gebrek heeft aan ietshe wanted to keep his wife in luxury • hij wilde zijn vrouw in luxe laten levenhe couldn't keep his eyes off the girl • hij kon z'n ogen niet van het meisje afhoudenkeep your hands off me! • blijf met je fikken van me af!keep them out of harm's way • zorg dat ze geen gevaar lopenhe tried to keep the story out of the papers • hij probeerde het verhaal uit de pers te houdenhe kept it to himself • hij hield het voor zichkeep someone abreast of • iemand op de hoogte houden vankeep the middle of the road • op het midden van de weg blijven rijdenkeep your seat! • blijf (toch) zitten! -
48 company
plural - companies; noun1) (a number of people joined together for a (commercial) purpose: a glass-manufacturing company.) kompānija; sabiedrība2) (guests: I'm expecting company tonight.) viesi3) (companionship: I was grateful for her company; She's always good company.) kompānija4) (a group of companions: He got into bad company.) kompānija5) (a large group of soldiers, especially part of an infantry battalion.) rota•- keep someone company- keep company
- part company with
- part company* * *kompānija, sabiedrība; biedrs; viesi; trupa; kompānija -
49 company
plural - companies; noun1) (a number of people joined together for a (commercial) purpose: a glass-manufacturing company.) bendrovė, kompanija, įmonė2) (guests: I'm expecting company tonight.) svečiai3) (companionship: I was grateful for her company; She's always good company.) draugija, kompanija4) (a group of companions: He got into bad company.) draugija, kompanija5) (a large group of soldiers, especially part of an infantry battalion.) kuopa•- keep someone company- keep company
- part company with
- part company -
50 company
n. kompani, företag; gäng, sällskap; trupp, grupp* * *plural - companies; noun1) (a number of people joined together for a (commercial) purpose: a glass-manufacturing company.) företag2) (guests: I'm expecting company tonight.) gäster, besök3) (companionship: I was grateful for her company; She's always good company.) sällskap4) (a group of companions: He got into bad company.) sällskap5) (a large group of soldiers, especially part of an infantry battalion.) kompani•- keep someone company- keep company
- part company with
- part company -
51 company
plural - companies; noun1) (a number of people joined together for a (commercial) purpose: a glass-manufacturing company.) společnost2) (guests: I'm expecting company tonight.) návštěva, společnost3) (companionship: I was grateful for her company; She's always good company.) společnost4) (a group of companions: He got into bad company.) skupina, parta5) (a large group of soldiers, especially part of an infantry battalion.) rota•- keep someone company- keep company
- part company with
- part company* * *• podnik• rota• setnina• společnost• firma• družina -
52 company
plural - companies; noun1) (a number of people joined together for a (commercial) purpose: a glass-manufacturing company.) spoločnosť2) (guests: I'm expecting company tonight.) hostia3) (companionship: I was grateful for her company; She's always good company.) spoločnosť4) (a group of companions: He got into bad company.) spoločnosť5) (a large group of soldiers, especially part of an infantry battalion.) rota•- keep someone company- keep company
- part company with
- part company* * *• spolocnost• súbor• firma• rota -
53 company
plural - companies; noun1) (a number of people joined together for a (commercial) purpose: a glass-manufacturing company.) companie2) (guests: I'm expecting company tonight.) musafir(i)3) (companionship: I was grateful for her company; She's always good company.) companie4) (a group of companions: He got into bad company.) mediu, societate5) (a large group of soldiers, especially part of an infantry battalion.) companie•- keep someone company- keep company
- part company with
- part company -
54 company
plural - companies; noun1) (a number of people joined together for a (commercial) purpose: a glass-manufacturing company.) εταιρεία2) (guests: I'm expecting company tonight.) παρέα, επισκέψεις3) (companionship: I was grateful for her company; She's always good company.) συντροφιά, παρέα4) (a group of companions: He got into bad company.) συναναστροφή5) (a large group of soldiers, especially part of an infantry battalion.) λόχος•- keep someone company- keep company
- part company with
- part company -
55 company
plural - companies; noun1) (a number of people joined together for a (commercial) purpose: a glass-manufacturing company.) société2) (guests: I'm expecting company tonight.) de la visite3) (companionship: I was grateful for her company; She's always good company.) compagnie4) (a group of companions: He got into bad company.) fréquentation5) (a large group of soldiers, especially part of an infantry battalion.) compagnie•- keep someone company- keep company - part company with - part company -
56 company
plural - companies; noun1) (a number of people joined together for a (commercial) purpose: a glass-manufacturing company.) companhia2) (guests: I'm expecting company tonight.) visita3) (companionship: I was grateful for her company; She's always good company.) companhia4) (a group of companions: He got into bad company.) companhia5) (a large group of soldiers, especially part of an infantry battalion.) companhia•- keep someone company- keep company - part company with - part company -
57 bad
1. n плохое, дурноеto take the bad with the good — стойко переносить превратности судьбы;
2. n плохое состояние, качество3. n собир. злодеи4. n фин. проф. дефицит5. a плохой, дурной; скверныйbad luck — неудача, невезение
bad news — неприятная весть; дурные вести
bad taste — плохой вкус, безвкусица
bad temper — тяжёлый характер; дурной нрав
a bad sleeper — человек, который спит плохо
6. a преим. разг. с отрицанием, неплохой, недурнойa bad waster — человек, с трудом сбрасывающий вес
7. a безнравственный; развращённый; порочный8. a непристойный, неприличныйnot altogether bad — неплохой, приличный
9. a гнилой; испорченный, недоброкачественный10. a неполноценный, некачественный, с дефектами11. a больнойhe is in bad health — он нездоров, у него слабое здоровье
12. a неискренний; нечестныйto act in bad faith — поступать нечестно ; заведомо обманывать
13. a неприятный; противный14. a неблагоприятный; неподходящий; вредныйbad environment — плохое окружение, неблагоприятная обстановка
bad actor — подлец, негодяй; злой, опасный, вредный человек
15. a фальшивый, поддельный; недействительныйbad will — завещание, не имеющее законной силы
bad insurance claim — ложный страховой неверный, ложный; неправильный; неточный; ошибочный
16. a неудачныйbad picture — кино фотографический брак, неудовлетворительное качество изображения
17. a неумелый, неспособныйbad at figures — плохо считающий; неспособный к арифметике
18. a разг. сильный, острый; большой; интенсивныйbad cold — сильный насморк; сильная простуда
bad bruise — сильный ушиб, большой синяк
19. a злой, злобный; зловещий20. a непослушный21. a амер. сл. отличный, превосходный; первоклассныйbad blood — вражда; ссора
to make bad blood between people — ссорить друг с другом, восстанавливать друг против друга
bad form — невоспитанность, вульгарность, плохие манеры
to keep bad hours — вести неправильный образ жизни; поздно ложиться и поздно вставать
Синонимический ряд:1. amiss (adj.) amiss; deficient; dissatisfactory; faulty; poor; unsatisfactory; up2. disagreeable (adj.) abominable; disagreeable; mean; offensive; painful; unpleasant; upsetting3. downcast (adj.) blue; cast down; chapfallen; crestfallen; dejected; depressed; disconsolate; dispirited; doleful; down; downcast; downhearted; down-in-the-mouth; downthrown; droopy; dull; heartsick; heartsore; hipped; low; low-spirited; mopey; soul-sick; spiritless; sunk; woebegone4. evil (adj.) base; corrupt; evil; hurtful; inauspicious; sinister; unfavourable; vile5. false (adj.) false; imitation; spurious6. harmful (adj.) damaging; deleterious; detrimental; harmful; injurious; nocent; nocuous; pernicious; prejudicial; prejudicious7. harsh (adj.) harsh; inclement8. ill (adj.) ailing; bum; diseased; ill; sick; weak9. inferior (adj.) defective; inadequate; inferior; shabby; unsound10. naughty (adj.) disobedient; ill-behaved; misbehaved; misbehaving; mischievous; naughty; paw11. null (adj.) invalid; null; null and void; void12. rotten (adj.) decayed; decomposed; putrid; rancid; rotten; sour; spoiled13. severe (adj.) critical; grave; serious; severe14. tough (adj.) rough; tough15. unfavorable (adj.) adverse; contrite; displeasing; regretful; unfavorable; unfortunate; unhappy; unlucky; wretched16. wrong (adj.) immoral; iniquitous; nefarious; reprobate; sinful; vicious; wicked; wrong17. ill (noun) badness; evil; illАнтонимический ряд:beneficial; benevolent; competent; fortunate; fresh; genuine; good; honest; just; mild; obedient; profitable; propitious; reputable; right; sincere; trivial; true; upright; virtuous -
58 keep away
1. phr v держаться в отдалении; не находиться вблизи2. phr v не давать; не подпускатьСинонимический ряд:absent (verb) abscond; absent; cut class; decamp; depart; skip; stay away -
59 company
1. n собеседник; партнёр по общению2. n эк. общество, компания, товариществоcompany union — «компанейский» профсоюз, профсоюз, созданный предпринимателями и послушный им
3. n разг. гости или гость; общество4. n постоянная группа; ансамбль5. n экипажships company — экипаж; команда
6. n воен. рота7. v редк. общаться, быть в компании8. v арх. сопровождать, конвоироватьСинонимический ряд:1. band (noun) band; corps; outfit; party; troop; troupe2. corporation (noun) alliance; association; business; concern; corporation; enterprise; establishment; firm; house; organization; partnership; syndicate3. crew (noun) bunch; crew; crowd; detail; herd; platoon; squad; team4. fellowship (noun) camaraderie; companionship; fellowship; fraternity; friendship; intercourse; society5. group (noun) aggregation; assemblage; assembly; body; circle; collection; congeries; congregation; congress; convocation; gang; gathering; group; meeting; muster; retinue; ruck6. guests (noun) caller; callers; diners; friends; guest; guests; party-goers; visitant; visitor; visitors7. accompany (verb) accompany; attend; bear; chaperon; companion; conduct; consort with; convoy; escortАнтонимический ряд:competition; diffusion; dispersion; disqualification; distribution; loneliness; opposition; privacy; seclusion; solitude -
60 keep away
['kiːpə'weɪ]vне подпускать, держать в отдалении- keep small children away- keep away from the fire
- keep away from bad company
- keep smb away from the fire
- keep matches away from children
- keep the flies away from one's face
См. также в других словарях:
get keep bad company — get into/keep bad ˈcompany idiom to be friends with people that others disapprove of • They worried about their teenage son getting into bad company. Main entry: ↑companyidiom … Useful english dictionary
get into bad company — get into/keep bad ˈcompany idiom to be friends with people that others disapprove of • They worried about their teenage son getting into bad company. Main entry: ↑companyidiom … Useful english dictionary
To keep bad hours — Keep Keep (k[=e]p), v. t. [imp. & p. p. {Kept} (k[e^]pt); p. pr. & vb. n. {Keeping}.] [OE. k[=e]pen, AS. c[=e]pan to keep, regard, desire, await, take, betake; cf. AS. copenere lover, OE. copnien to desire.] 1. To care; to desire. [Obs.] [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
company — noun 1 business organization ADJECTIVE ▪ big, large, leading, major ▪ a major Japanese company ▪ medium sized, mid sized (esp. AmE) … Collocations dictionary
company — / kVmpFni/ noun 1 BUSINESS (C) an organization that makes or sells goods or services in order to get money: Craig got a job working for an insurance company. (also + plural verb BrE): The company are hoping to expand their operations abroad. |… … Longman dictionary of contemporary English
keep — [[t]kip[/t]] v. kept, keep•ing, n. 1) to hold or retain in one s possession, either permanently or temporarily 2) to hold in a given place; put or store: to keep mints in a dish[/ex] 3) to maintain (some action), as in accordance with duty: to… … From formal English to slang
keep — [c]/kip / (say keep) verb (kept, keeping) –verb (t) 1. to maintain in one s action or conduct: to keep watch; to keep step; to keep silence. 2. to cause to continue in some place, position, state, course, or action specified: to keep a light… …
Keep — (k[=e]p), v. t. [imp. & p. p. {Kept} (k[e^]pt); p. pr. & vb. n. {Keeping}.] [OE. k[=e]pen, AS. c[=e]pan to keep, regard, desire, await, take, betake; cf. AS. copenere lover, OE. copnien to desire.] 1. To care; to desire. [Obs.] [1913 Webster] I… … The Collaborative International Dictionary of English
company — com|pa|ny [ kʌmpəni ] noun *** 1. ) count an organization that provides services or makes or sells goods for money: Max works for a large oil company. He joined the company in 1982. a local/multinational company and Company (=used in company… … Usage of the words and phrases in modern English
company — n. military unit consisting of several platoons 1) to command a company (a captain commands a company) 2) to deploy; form a company 3) a cannon; headquarters; infantry company companionship 4) to keep (smb.) company; to seek smb. s company 5) to… … Combinatory dictionary
company */*/*/ — UK [ˈkʌmp(ə)nɪ] / US [ˈkʌmpənɪ] noun Word forms company : singular company plural companies Talking or writing about companies: business a company that makes or sells goods or provides a service, especially one owned and run by one person or a… … English dictionary