Перевод: со всех языков на английский

с английского на все языки

to+go+to+bed+with+someone

  • 1 bed

    1 [slaapplaats; plaats in verpleeginrichting] bed
    2 [plaats in tuin] bed 〈 bijvoorbeeld met bloemen〉
    3 [leger van wild] bed
    ♦voorbeelden:
    1   het bed (moeten) houden • be confined to bed
         zijn bedje is gespreid • 〈 figuurlijk〉 he's got it made
         het bed opmaken • make the bed
         aan iemands bed geroepen worden 〈 wegens ziekte〉 • be called to someone's bedside
         goed in bed zijn • be good in bed
         in/te bed liggen • lie/be in bed
         naar bed gaan • go to bed
         naar bed gaan met iemand • go to bed with someone
         〈 figuurlijk〉 hij gaat ermee naar bed en staat er weer mee op • he can't stop thinking about it
         met jan en alleman naar bed gaan • sleep around
         naar bed brengen, in bed stoppen • put to bed
         bij het naar bed gaan • at bedtime
         ontbijt op bed krijgen • get breakfast in bed
         iemand uit bed halen • drag someone out of bed
         〈 figuurlijk〉 dat is ver van mijn bed • that does not concern me

    Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bed

  • 2 met iemand het bed delen

    met iemand het bed delen

    Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met iemand het bed delen

  • 3 naar bed gaan met iemand

    naar bed gaan met iemand

    Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > naar bed gaan met iemand

  • 4 переспать с кем-то

    Универсальный русско-английский словарь > переспать с кем-то

  • 5 delen

    1 [in delen splitsen] divide ⇒ split
    2 [verdelen] share ⇒ divide
    3 [met betrekking tot rekenkunde] divide ⇒ 〈 school(wezen), als oefening〉 do division
    ♦voorbeelden:
    1   bacteriën vermenigvuldigen zich door zich te delen • bacteria multiply by division/fission
         in tweeën delen • divide in two
         〈 sport〉 de punten delen met • draw with
    2   met iemand het bed delen • share the bed with someone
         het verschil delen • split the difference
         u moet kiezen of delen • you may take it or leave it
         eerlijk delen • share and share alike
         samen delen • go halves
         een kamer delen met • share a room with
    3   honderd delen door tien • divide one hundred by ten
    1 [deelnemen] share (in) ⇒ participate (in)
    ♦voorbeelden:
    1   iemand in de winst laten delen • let someone have a share in the profits
         iemand in zijn vreugde laten delen • share one's joy with someone
    1 [meevoelen] share
    ♦voorbeelden:
    1   een mening delen • share an opinion

    Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > delen

  • 6 liggen

    1 [uitgestrekt zijn] lie
    2 [in bed vertoeven] lie ⇒ be laid up 〈 ziek〉
    3 [zich bevinden] lie, be
    4 [met betrekking tot zaken] [rusten] lie
    5 [+ aan] [afhangen van] depend (on) ⇒ be caused by 〈 veroorzaakt〉, be due to 〈 veroorzaakt〉
    6 [passen bij een aanleg/belangstelling] suit
    7 [met betrekking tot storm/wind] die down
    8 [bezig zijn] be (lying)
    9 [gelegerd zijn] be stationed
    ♦voorbeelden:
    1   er lag een halve meter sneeuw • there was half a metre of snow
         de sneeuw bleef niet liggen • the snow did not settle
         lekker tegen iemand aan gaan liggen • snuggle up to someone
         dure vloerbedekking hebben liggen • have expensive carpets (on the floor)
         〈 op grafstenen〉 hier ligt … • here lies …
         lig je lekker/goed? • are you comfortable?
         hij ligt in/op bed • he's (lying) in bed
         over elkaar liggen • overlap
    2   ik blijf morgen liggen tot half tien • I'm going to stay in bed till 9.030 tomorrow
         ga liggen! 〈 tegen een hond〉 • lie down!
         gaan liggen • lie down; 〈 door ziekte〉 take to one's bed
         op zijn zij gaan liggen • lie (down) on one's side; 〈 omdraaien〉 roll over on to one's side
         op sterven liggen • lie/be dying
    3   daar ligt onze kans • that's where our chance lies
         de toestand ligt hier anders • the situation is (quite) different here
         de zaken liggen nu heel anders • things have changed a lot (since then)
         het feit ligt er • the fact remains
         het plan, zoals het er ligt, is onaanvaardbaar • as it stands, the plan is unacceptable
         hoe liggen onze kansen? • what are the odds?
         de prijzen liggen vrij hoog • the prices are rather high
         uw bestelling ligt klaar • your order is ready (for dispatch/collection)
         onze winsten liggen lager dan die van vorig jaar • our profits are less than last year's
         die dagen liggen ver achter ons • those days are long past
         de zaken liggen zo: … • it's like this: …
         zo liggen de zaken nu eenmaal • I'm afraid that's the way things are
         Antwerpen ligt aan de Schelde • Antwerp lies/is (situated) on the Scheldt
         de vakantie ligt weer achter ons • the holidays are behind us now
         de schuld ligt bij mij • the fault is mine
         de beslissing ligt bij ons • the decision is ours
         de macht ligt bij het volk • power is vested with the people
         met iemand in proces liggen • litigate with someone
         onder het gemiddelde liggen • be below average
         de bal ligt op de grond • the ball is on the ground
         op het zuiden liggen • face (the) south
         ze liggen voor het grijpen • they're all over the place
         voor mij ligt uw brief • I have before me your letter
         er lagen moeilijke jaren voor ons • there were hard years ahead (of us)
    4   dat werk is voor ons blijven liggen • that work has been left for us
         ik heb (nog) een paar flessen wijn liggen • I have a few bottles of wine (left)
         het geld hebben liggen • have the money available
         〈 figuurlijk〉 laat het dorp rechts van u liggen • pass the village on your right
         ik heb dat boek laten liggen • I left that book (behind)
    5   dat ligt eraan • it depends
         ik denk dat het aan je versterker ligt • I think that it's your amplifier that's causing the trouble
         dat lag aan verscheidene oorzaken • that was due to various causes
         aan mij zal het niet liggen • it won't be my fault
         is het nu zo koud of ligt het aan mij? • is it really so cold, or is it just me?
         er is mij niets aan gelegen • it doesn't matter to me
         het ligt aan die rotfiets van me • it's that bloody bike of mine
         als het aan mij ligt zal hij daar niet blijven • he won't stay there if I can help it
         als het aan mij ligt niet • not if I can help it
         waar zou dat aan liggen? • what could be the cause of this?
         het lag misschien ook een beetje aan mij • I may have had something to do with it
         het kan aan mij liggen, maar … • it may be just me, but …
         als het aan mij lag/ligt • if it was/is up to me
    6   ze liggen elkaar niet zo erg • they don't get on (with each other)
         dat genre ligt mij niet • that genre doesn't appeal to me
         dit klimaat ligt mij niet • this climate disagrees with me
         die jongen ligt mij helemaal niet • I can't get on with that guy
    7   de wind ging liggen • the wind died down
    8   lig niet zo te klieren • stop pestering (me 〈enz.〉)
         hij ligt te slapen • he's asleep
         liggen te zeuren • be whining/bellyaching
    ¶   dubbel liggen (van het lachen) • double up with laughter
         die zaak ligt nogal gevoelig • the matter is a bit delicate
         zich nergens iets aan gelegen laten liggen • not give a hoot for anything
         dat ligt heel anders • that's a different story altogether
         als ze dat merken lig ik eruit • if they catch on, I'm out
         deze auto ligt goed in de bocht • this car takes corners well
         dit bed ligt lekker/hard • this bed is comfortable/(too) hard
         ver uiteen liggen • be poles apart
         deze auto ligt vast op de weg • this car holds the road well

    Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > liggen

  • 7 slapen

    1 [in slaap zijn] sleep
    2 [geslachtsgemeenschap hebben] sleep (with)
    3 [met betrekking tot ledematen] 〈zie voorbeelden 3〉
    4 [suffen] be half asleep ⇒ drowse
    5 [met betrekking tot de doden] sleep, be asleep
    6 [met betrekking tot zaken] sleep
    ♦voorbeelden:
    1   gaan slapen • go to bed 〈 naar bed〉; go to sleep 〈 inslapen〉
         hij kon er niet van slapen • it kept him awake
         slaap lekker • sleep well
         bij iemand blijven slapen • 〈 in hetzelfde bed〉 spend the night with someone; 〈 algemeen〉 spend the night at someone's house/place
         ik wil er een nachtje over slapen • I'd like to sleep on it
         hij slaapt als een os/een roos • he sleeps like a log

    Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > slapen

  • 8 εἶδον

    εἶδον (Hom.+) used as the 2 aor. of ὁράω; mixed forms fr. 1 and 2 aor. somet. occur, and freq. as vv.ll. (B-D-F §81, 3; W-S. §13, 13; Rob. 337–39): εἶδα Rv 17:3 v.l.; εἴδαμεν Mk 2:12 v.l.; Ac 4:20, εἴδατε as v.l. Lk 7:22 and J 6:26, εἶδαν Mt 13:17; Mk 6:33 v.l.; Lk 10:24 al.; Ac 9:35. In gener., wherever εἶδον is read, the mixed form is found as v.l. Numerous mss. have both this and the phonetic spelling (B-D-F §23) ἴδον Rv 4:1; 6:1ff; ἴδες 1:19; ἴδεν Lk 5:2; Rv 1:2; ἴδομεν Lk 5:26; ἴδατε 7:22; ἴδετε Phil 1:30 (all as v.l.); subj. ἴδω; opt. ἴδοιμι; impv. ἴδε (Moeris p. 193 ἰδέ ἀττικῶς• ἴδε ἑλληνικῶς. W-S. §6, 7d; B-D-F §13; 101 p. 47 [ὁρᾶν]; Rob. 1215 [εἰδέω]; cp. PRyl 239, 21; LXX); inf. ἰδεῖν; ptc. ἰδών; mid. inf. ἰδέσθαι see. Since εἶδον functions as the aor. form of ὁράω, most of the mngs. found here will be duplicated s.v. ὁράω.
    ① to perceive by sight of the eye, see, perceive.
    ⓐ w. acc. τινά, τὶ someone, someth. a star Mt 2:2; cp. vs. 9f; a child vs. 11; the Spirit of God as a dove 3:16; a light 4:16 (Is 9:2); two brothers vss. 18, 21 al. W. ἀκούειν (Lucian, Hist. Conscrib. 29) Lk 7:22; Ac 22:14; 1 Cor 2:9; Phil 1:27, 30; 4:9; Js 5:11. Contrasted w. πιστεύειν J 20:29 (cp. 2 Cor 5:7); look at someone Mk 8:33; J 21:21; at someth. critically Lk 14:18.—Also of visions that one sees (Sir 49:8): εἶδον κ. ἰδοὺ θύρα ἠνεῳγμένη ἐν τ. οὐρανῷ … κ. θρόνος … κ. ἐπὶ τὸν θρόνον καθήμενος … Rv 4:1f (TestLevi 5:1 ἤνοιξέ μοι ὁ ἄγγελος τ. πύλας τοῦ οὐρανοῦ. κ. εἶδον τὸν ὕψιστον ἐπὶ θρόνον καθήμενον). ἰδεῖν ὅραμα Ac 10:17; 11:5; 16:10. ἐν ὁράματι in a vision 9:12; 10:3; also ἐν τῇ ὁράσει Rv 9:17. ὑπʼ (πάρʼ Joly) ἐμοῦ πάντα ἰδεῖν Hs 9, 1, 3 B. ἰδεῖν τοῖς ὀφθαλμοῖς see w. one’s own eyes Mt 13:15; J 12:40; Ac 28:27 (all three Is 6:10; cp. Just., A I, 32, 4 ὄψει … ἰδεῖν). The combination ἰδών εἶδον I have surely seen 7:34 (Ex 3:7) is Hebraistic (but cp. Lucian, D. Mar. 4, 3 Jacobitz). The ptc. with and without acc. freq. serves to continue a narrative Mt 2:10; 5:1; 8:34; Mk 5:22; 9:20; Lk 2:48 al. The acc. is to be supplied Mt 9:8, 11; 21:20; Mk 10:14; Lk 1:12; 2:17; Ac 3:12 al.
    ⓑ w. acc. and a ptc. (LXX; En 104:6; Lucian, Philops. 13 εἶδον πετόμενον τὸν ξένον; Tat. 23, 1 εἶδον ἀνθρώπους … βεβαρημένους) ἰδὼν πολλοὺς ἐρχομένους when he saw many coming Mt 3:7. εἶδεν τὴν πενθερὰν αὐτοῦ βεβλημένην he saw his mother-in-law lying in bed (with fever) 8:14; cp. 9:9; 16:28; Ac 28:4 (cp. Jos., Ant. 7, 241); B 7:10; Hm 5, 2, 2 al.
    ⓒ w. indir. question foll.: ἰδεῖν τὸν Ἰησοῦν τίς ἐστιν to see just who Jesus was Lk 19:3; ἰ. τί ἐστιν τὸ γεγονός what had happened Mk 5:14. ἴδωμεν εἰ ἔρχεται Ἠλίας let us see whether Elijah will come 15:36 (s. εἰ 5bα). ἴδωμεν τί καλόν 1 Cl 7:3. ἴδετε πηλίκοις ὑμῖν γράμμασιν ἔγραψα notice with what large letters I write to you Gal 6:11.
    ⓓ w. ὅτι foll. Mk 2:16; 9:25; J 6:24; 11:31; Rv 12:13.
    ⓔ the formulas (s. also ἴδε) ἔρχου καὶ ἴδε come and see J 1:46; 11:34; cp. 1:39 and ὑπάγετε ἴδετε Mk 6:38, borrowed fr. Semitic usage (cp. δεῦρο καὶ ἴδε, δεῦτε ἴδετε 4 Km 6:13; 7:14; 10:16; Ps 45:9; 65:5; ἐξέλθατε καὶ ἴδετε SSol 3:11), direct attention to a particular object.
    ② to become aware of someth. through sensitivity, feel (Alexis Com. 222, 4 ὀσμήν; Diod S 1, 39, 6 the blowing of the wind; Oenomaus in Eus., PE 5, 28, 2 τὴν θείαν φωνήν; Aristaen., Ep. 2, 7 ὄψει τὸ πήδημα [the beating of the heart]; Ezk 3:13 εἶδον φωνήν) σεισμόν Mt 27:54.
    ③ to take special note of someth., see, notice, note (Philo, Abr. 191; Just., D. 120, 1 ἴδοις ἂν ὁ λέγω) faith Mt 9:2; thoughts vs. 4; Lk 9:47 v.l.; God’s kindness Ro 11:22. W. ὅτι foll. Mt 27:3, 24; Ac 12:3; Gal 2:7, 14. W. indir. question foll. (X., Symp. 2, 15; Ar. 2, 1 al.) consider, ponder someth. ἴδετε ποταπὴν ἀγάπην δέδωκεν consider the outstanding love the Father has shown 1J 3:1. W. περί τινος (Epict. 1, 17, 10; 4, 8, 24, ‘see about’ someth.): περὶ τ. λόγου τούτου deliberate concerning this matter Ac 15:6 (cp. 18:15, a Latinism [?] videre de, ‘look into, see to, deal with’, JNorth, NTS 29, ’83, 264–66).
    ④ to experience someth., see someth.= experience someth. (Ps 26:13); prosperous days 1 Pt 3:10 (Ps 33:13); τ. βασιλείαν J 3:3. θάνατον see death=die Lk 2:26, echoed in GJs 24:4; cp. Hb 11:5 (cp. Ps 88:49; Anth. Pal. 6, 230 ἰδεῖν Ἀί̈δην). πένθος grief Rv 18:7 (cp. 1 Macc 13:3 τὰς στενοχωρίας; Eccl 6:6 ἀγαθωσύνην). τὴν διαφθοράν experience decay=decay Ac 2:27, 31; 13:35–37 (all Ps 15:10); τ. ἡμέραν (Soph., Oed. R. 831; Aristoph., Pax 345; Polyb. 10, 4, 7; 32, 10, 9; Ael. Aristid. 32 p. 601 D.; Lam 2:16; En 103:5; Jos., Ant. 6, 305): τὴν ἡμέραν τ. ἐμήν J 8:56; μίαν τῶν ἡμερῶν Lk 17:22.
    ⑤ to show an interest in, look after, visit (X., An. 2, 4, 15; Appian, Bell. Civ. 4, 19 §73e visit a country place; 5, 62 §266 visit or look after a sick woman) Lk 8:20; Ac 16:40; 1 Cor 16:7. τὸ πρόσωπόν τινος (Lucian, Dial. Deor. 24, 2) visit someone 1 Th 2:17; 3:10; come or learn to know someone (Epict. 3, 9, 14 Ἐπίκτητον ἰδεῖν) Lk 9:9; 23:8; J 12:21; Ro 1:11; Phil 2:26 v.l.; w. προσλαλῆσαι Ac 28:20. See ἴδε, ἰδού, and ὁράω.—B. 1041. DELG s.v. ἰδεῖν. M-M. TW.

    Ελληνικά-Αγγλικά παλαιοχριστιανική Λογοτεχνία > εἶδον

  • 9 совокупляться

    2) Biology: pair
    3) Colloquial: lallygag, lollygag
    4) American: jazz
    5) Religion: fornicate
    6) Rude: fuck
    7) Jargon: janney, score
    9) Taboo: Donald ( см. Donald Duck), Dutch-kiss, Zinzanbrook (произносится zin-zan-bruck), aardvark, accommodate, at it, bag up, ball, ball somebody (с кем-л.), ball with somebody (с кем-л.), band somebody (с кем-л.), bang, bang somebody (с кем-л.), bang with somebody (с кем-л.), bash somebody (с кем-л.), bate up, batter, beak, beanbag, bear, bed with somebody (с кем-л.), belly-bamp, belly-bump, (о мужчине) belt, belt (one's) batter, biff, (о мужчине) blow through, blue goose, board, bob, boff, boink, bone down, bonk, boogie, boom-boom, booty, bop, (о мужчине) break a lance with somebody (с кем-л.), bugger, bump, bump tummies, bump uglies, bun, (о мужчине) bury (one's) wick, bury the brisket, bus somebody out (с точки зрения мужчины), cane, canoe, (о мужчине) carve oneself a slice, cattle (см. cattle-truck), cha-cha, chafer, charver, chauver somebody (с кем-л.), (о мужчине) chuck a tread, chuff, clip somebody (с кем-л.), cock, cool out, cram, (о мужчине) cram it, (о мужчине) crawl somebody (с кем-л.), cure the horn (см. horn), dance on the mattress, dance the miller's reel, daub the brush, dick, diddle, dig out, dight, (о мужчине) dip (one's) dick, dip the fly, discuss Uganda (см. Ugandan affairs), do, (о мужчине) do a grind, (о мужчине) do a hoist, do a jottle, (о мужчине) do a slide up the broad, (о мужчине) do a tread, (о женщине) do a wet 'un, do an inside worry, do it, do the do, do the natural thing, (о женщине) do the naughty, (о мужчине) do the trick, do the two-backed beast, drill (for oil), (о мужчине) drive into somebody, dunk, ease nature, empty (one's) trash, exchange spits, exercise the ferret, federate, (о женщине) feed (one's) pussy, fer somebody (с кем-л.), (о мужчине) fettle, fill (one's) boots, (о мужчине) fill somebody up, fit ends, fix somebody up (с кем-л.), fix somebody's plumbing, fla (от ирл. Fleadh - party), flame, (о мужчине) flesh it, flimp, flip, flop, flop somebody (с кем-л.), fore-and-aft, four-nine-three-eleven (4-9-3-11, по номерам букв в алфавите), frame, freak, frig, frig somebody (с кем-л., об обоих полах), frock, frottage, fuck somebody (с кем-л., об обоих полах), futter (от фр. foutre), futy, futz, g, ganch somebody (с кем-л., букв.посадить на кол), gasp and grunt, gay it, gee, get (one's) ashes hauled, (о мужчине) get (one's) end away, get (one's) greens, get (one's) leg across, get (one's) nuts cracked, get (one's) oats from somebody, get (one's) oil changed, get Jack in the orchard (см. garden), get a bit, (о мужчине) get a couple of lengths in (somebody) (с кем-л.), get a leg over, get a little, (о женщине) get a wet bottom, get any (часто употребляется при приветствии мужчин - Getting any?), get boots, get busy, get down, get fixed up, get in, (о мужчине) get into somebody (см. get outside of somebody), get it off, (о женщине) get laid, get on the old fork, (о женщине) get outside of somebody (см. get into somebody), get over, get some, (о мужчине) get some trim, (о мужчине) get there, get up somebody (с кем-л.), get up them stairs (употребляется как приказ мужчины), gib, git skins, (о мужчине) give hard for soft, give it to somebody (с кем-л.), give it up, give somebody a shot (с кем-л.), give somebody a thrill (с кем-л.), give somebody one (с кем-л.), give somebody the business, give the dog a bone, (о женщине) go a bit of beef, go case with somebody (с кем-л.), go jottling, go leather-stretching, go post a letter, (о женщине) go star-gazing on (one's) back, go the route, go to Hairyfordshire (см. hair; игра слов на Herefordshire), go to bed with somebody (с кем-л.), go to town (with somebody), go tromboning, grease the wheel, grind, (о мужчине) grind (one's) tool, groan and grunt, haul (one's) ashes, have (one's) banana peeled, (о мужчине) have (one's) cut, have (one's) greens, (о мужчине) have (one's) nuts cracked, (о мужчине) have a bit, (о женщине) have a bit of beef, have a bit of fun, have a bit of rabbit-pie, have a bit of slap and tickle, (о женщине) have a bit of the gut-stick, have a bit off, (о мужчине) have a blow-through, have a flutter, have a go, (о мужчине) have a hoist, (о женщине) have a hot pudding for supper (см. pudding), have a naughty, have a put-in, (о мужчине) have a rattle, (о женщине) have a taste of the gut-stick, have carnal knowledge of somebody (с кем-л.), have contact with somebody (с кем-л.), have it away (together), have it in, have it off, have sex, have some, have somebody (с кем-л.), hide the salami, hit it off, hit skins, hive it, hobble, hog, hop, (о мужчине) hop into the horse's collar, (о мужчине) hop on, horizontalize, hose, huddle (somebody) (с кем-л.), hump (somebody) (с кем-л.), hump something heavy, hustle somebody (с кем-л.), inch, indulge, (о мужчине) introduce Charley, irrigate (см. lubricate), jab, jack, jack somebody (с кем-л.), jack up, jam, jape, jerk, jig, jiggle, jive, job, jog with somebody (с кем-л.), join giblets, join guts, jook, jottle, jump (somebody) (с кем-л.), jump up and down, kipper basting, knob, knock, knock boots, knock it off, knock off with somebody (с кем-л.), knock one on, knock somebody off (с кем-л.), knock somebody up (с кем-л.), know somebody (с кем-л.), know, in the Biblical sense, labor leather, lay, (о пожилых парах) lay (one's) cane in a dusty corner (намек на редкость совокупления), lay back, lay pipe, lay some pipe, lay somebody (с кем-л.), lay the leg, leap, leg-over, let Percy in the playpen, let nature take its course, (о женщине) lie feet uppermost, lift (one's) leg, lift a leg on somebody (с кем-л.), (о женщине) light the lamp, line, lobster, love somebody up (с кем-л.), (о мужчине) lubricate somebody (с кем-л.), mac, mack, make (one's) love come down, make babies, make ends meet, make it (with), make it together (обыч. употребляется в продолженных временах), make it with somebody (с кем-л.), make love (to somebody) (с кем-л.), make the scene, mash the fat, mount somebody (с кем-л.), muff, mug (somebody) (с кем-л.), naughty (somebody) (с кем-л.), nibble, nob, off, (о мужчине) pack, paint the bucket, park the pink bus, party, peg somebody (с кем-л.), perform, plank, plant a man, plant oats, (о женщине) play (one's) ace and take the jack (см. ace), play doctor, play fathers and mothers, play horses and mares (см. play fathers and mothers), play house, play in-and-out, play night baseball, play stable-my-naggy, play the national indoor game, play the organ, (о мужчине) play three to one (and be sure to lose) ("три" представляют собой пенис и яички, "однo" - влагалище, "потерять" означает эякулировать), play tiddlywinks, play top-sawyer (игра слов на Tom Sawyer и top-drawer), play tops and bottoms, plowter, pluck somebody (с кем-л.), plug (somebody) (с женщиной), pluke, poke somebody (с кем-л.), polish (one's) ass on the top sheet, pop, pop somebody (с кем-л.), pork, pork somebody (away) (см. meat; с кем-л.), pot pink, pound (somebody) (с кем-л.), (о женщине) pray with knees upwards, (о женщине) prod, pump somebody (с кем-л.), punch somebody (с кем-л.), push, put it to her, put the boots to somebody, put the devil into hell, quiff, rack, ram somebody (с кем-л.), rasp, rattle, ride (с точки зрения мужчины), ride somebody (с кем-л.), rip off a piece of ass, rock, roll, roll in the hay, roll somebody (с кем-л.), roller skate, root, rootle, (о мужчине) rump, sauce, saw off a chunk, scam, schtup (из идиш), score between the posts, scrape, screw, screw somebody (с кем-л., как о мужчинах, так и о женщинах), scrog, scrump somebody (с кем-л.), scuttle (об. в положении "мужчина сзади"), see, (о женщине) see stars lying on (one's) back, sex, sexing, sexpress, shake a tart, shake somebody down, shift, shoop, shove somebody (с кем-л.), shtup, shunt, skeet, skeeze, skin the cat, sklook, slam, slap skins, smash, snag, snake, snug, sock it to somebody (с кем-л.), spear the bearded clam (см. bearded clam), splay, splice, split, spread (one's) jenk, square someone's circle, stand somebody up (с кем-л.), (о женщине) stare at the ceiling over a man's shoulder, stick it (о мужчине), (о мужчине) stick somebody (с кем-л.), stretch leather, strum (somebody) (с кем-л.), (о женщине) study astronomy, (о мужчине) stuff, swing, tail, take a turn, take a turn among the parsley, (о женщине) take in beef, (о женщине) take it lying down, take somebody on (с кем-л.), tear a strip off, (о мужчине) tear off a hunk of skirt, tear up, tether (one's) nag, throw, throw a leg over somebody (с кем-л.), (о женщине) throw ass, throw one a hump, tick-tack, tie the true lovers' knot, till, tip somebody (с кем-л.), (о мужчине) tom, tonk, toss in the hay, trim the buff, trip, trow, tumble in, tup somebody (с кем-л.), twang, (о мужчине) varnish (one's) cane, (о мужчине) wag (one's) bum, wallow, wax, wear somebody, wedge, (о мужчине) wet (one's) wick, whack it up, wham (особ. быстро, без любовной игры), wham-bam (особ. быстро, без любовной игры), work, work (one's) bot, wriggle navels, yentz (из идиш), zap, zig-zag, bone, converge

    Универсальный русско-английский словарь > совокупляться

  • 10 Les douleurs et les maladies

    Où est-ce que ça vous fait mal?
    où avez-vous mal?
    = where does it hurt?
    Pour traduire avoir mal à, l’anglais utilise un possessif devant le nom de la partie du corps (alors que le français a un article défini), et un verbe qui peut être hurt ou ache ( faire mal). hurt est toujours possible:
    il a mal à la jambe
    = his leg hurts
    sa jambe lui fait mal
    = his leg hurts
    il a mal au dos
    = his back hurts
    il a mal aux yeux
    = his eyes hurt
    il a mal aux oreilles
    = his ears hurt
    ache est utilisé avec les membres, les articulations, la tête, les dents et les oreilles:
    il a mal au bras
    = his arm aches
    On peut aussi traduire par have a pain in:
    il a mal à la jambe
    = he has a pain in his leg
    Pour quelques parties du corps, l’anglais utilise un composé avec -ache:
    avoir mal aux dents
    = to have toothache
    avoir mal au dos
    = to have backache
    avoir mal aux oreilles
    = to have earache
    avoir mal au ventre
    = to have stomachache
    avoir mal à la tête
    = to have a headache (noter l’article indéfini)
    Attention à:
    il a mal au cœur
    = he feels sick
    il a mal aux reins
    = he has backache
    qui n’affectent pas la partie du corps désignée en français.
    Les accidents
    Là où le français a des formes pronominales (se faire mal à etc.) avec l’article défini, l’anglais utilise des verbes transitifs, avec des adjectifs possessifs:
    il s’est cassé la jambe
    = he broke his leg
    il s’est fait mal au pied
    = he hurt his foot
    Noter:
    il a eu la jambe cassée
    = his leg was broken
    Les faiblesses chroniques
    Le français avoir le X fragile peut se traduire par to have something wrong with one’s X ou to have X trouble:
    avoir le cœur fragile
    = to have something wrong with one’s heart ou to have heart trouble
    avoir les reins fragiles
    = to have something wrong with one’s kidneys ou to have kidney trouble
    Pour certaines parties du corps (le cœur, les chevilles), on peut aussi utiliser l’adjectif weak:
    avoir le cœur fragile
    = to have a weak heart
    Noter que l’anglais utilise l’article indéfini dans cette tournure.
    Les maladies
    L’anglais utilise tous les noms de maladie sans article:
    avoir la grippe
    = to have flu
    avoir un cancer
    = to have cancer
    avoir une hépatite
    = to have hepatitis
    avoir de l’asthme
    = to have asthma
    avoir les oreillons
    = to have mumps
    être au lit avec la grippe
    = to be in bed with flu
    guérir de la grippe
    = to recover from flu
    mourir du choléra
    = to die of cholera
    Même les noms de maladies suivies d’un complément ne prennent pas toujours d’article:
    avoir un cancer du foie
    = to have cancer of the liver
    Mais:
    avoir un ulcère à l’estomac
    = to have a stomach ulcer
    Et attention à a cold ( un rhume), qui n’est pas vraiment une maladie:
    avoir un rhume
    = to have a cold
    L’anglais utilise moins volontiers les adjectifs dérivés des noms de maladies, si bien qu’on peut avoir:
    être asthmatique
    = to have asthma ou to be asthmatic
    être épileptique
    = to have epilepsy ou to be epileptic
    être rachitique
    = to have rickets
    Noter:
    quelqu’un qui a la malaria
    = someone with malaria
    quelqu’un qui a un cancer
    = someone with cancer
    les gens qui ont le Sida
    = people with Aids
    Les gens qui se font soigner pour une maladie sont désignés par a X patient:
    quelqu’un qui se fait soigner pour un cancer
    = a cancer patient
    Les attaques de la maladie
    Le français attraper se traduit par to get ou to catch.
    attraper la grippe
    = to get flu ou to catch flu
    attraper une bronchite
    = to get bronchitis ou to catch bronchitis
    Mais get est utilisable aussi pour ce qui n’est pas infectieux:
    développer un ulcère à l’estomac
    = to get a stomach ulcer
    Avoir peut se traduire par develop lorsqu’il s’agit de l’apparition progressive d’une maladie:
    avoir un cancer
    = to develop cancer
    avoir un début d’ulcère
    = to develop an ulcer
    Pour une crise passagère, et qui peut se reproduire, on traduira avoir un/une... par to have an attack of…ou a bout of…:
    avoir une crise d’asthme
    = to have an asthma attack
    avoir une bronchite
    = to have an attack of bronchitis
    avoir une crise de malaria
    = to have a bout of malaria
    Noter aussi:
    avoir une crise d’épilepsie
    = to have an epileptic fit
    Les traitements
    Le français contre ne se traduit pas toujours par against.
    prendre quelque chose contre le rhume des foins
    = to take something for hay fever
    prendre un médicament contre la toux
    = to be taking something for a cough
    prescrire un médicament contre la toux
    = to prescribe something for a cough
    des cachets contre la malaria
    = malaria tablets
    se faire vacciner contre la grippe
    = to have a flu injection
    vacciner qn contre le tétanos
    = to give sb a tetanus injection
    se faire vacciner contre le choléra
    = to have a cholera vaccination
    un vaccin contre la grippe
    = a flu vaccine ou an anti-flu vaccine
    Mais noter:
    prendre des médicaments contre la grippe
    = to take something for flu
    Noter l’utilisation de la préposition anglaise on avec le verbe operate:
    se faire opérer d’un cancer
    = to be operated on for cancer
    le chirurgien l’a opéré d’un cancer
    = the surgeon operated on him for cancer

    Dictionnaire Français-Anglais > Les douleurs et les maladies

  • 11 alt

    ",-tı 1. bottom. 2. buttocks, rump, bottom. 3. the space beneath. 4. continuation, the rest. 5. the farther. 6. the lower. 7. under, beneath, below (with a personal suffix and a case ending). -ı alay, üstü kalay gaudy, showy, tawdry. -ına almak /ı/ wrestling to throw (one´s opponent) down. -tan almak to be gentle with someone who is speaking harshly. - alta one under the other. -tan alta secretively. - alta üst üste rough-and-tumble. -ından çapanoğlu çıkmak to have a troublesome complication appear. -ını çizmek /ın/ to underline, emphasize. -tan dağıtım water system relying on city water pressure, without an attic tank. - dudak lower lip. - etmek /ı/ to beat, overwhelm. -ına etmek to soil or wet one´s clothes or bed. -ından girip üstünden çıkmak /ın/ to squander, spend (a fortune) recklessly. -tan güreşmek to look for a way of winning while pretending to lose. -ını ıslatmak to wet one´s underclothes or bed. -ına kaçırmak to wet or soil one´s clothes a little. -ta kalanın canı çıksın. colloq. The devil take the hindmost. -ından kalkamamak /ın/ 1. to be unable to carry (something) through to completion. 2. not to be able to protect oneself (from a difficulty). -ından kalkmak /ın/ to carry out (something) successfully. -ında kalmak /ın/ 1. to have no retort (to another´s statement), be unable to reply. 2. to remain under (an obligation). -ta kalmak to lose, be defeated. -ında kalmamak /ın/ 1. not to leave (a kindness) unrepaid. 2. to get even (for). - kasa print. lower case. - kat 1. the floor below. 2. first floor, ground floor. -ı kaval, üstü şişhane odd-looking, having an outlandish look. -ından ne çıkacak bilinmez. colloq. The outcome is uncertain. - olmak to be beaten, be overcome. - tarafı/yanı 1. the lower part; the underside. 2. remainder, the rest. 3. the outcome. 4. all that is involved (is only): Niçin bu kadar üzülüyorsun? Alt tarafı on bin lira. Why are you making such a fuss? It´s only a matter of ten thousand liras. -ını üstüne getirmek /ın/ 1. to upset, turn upside down, confuse. 2. to search. - yanı çıkmaz sokak. colloq. This business is a blind alley. -ına yapmak to soil one´s bed or clothes. -ı yaş olmak /ın/ (for a piece of business) not to be on a sound basis. - yazı footnote."

    Saja Türkçe - İngilizce Sözlük > alt

  • 12 chingar

    v.
    1 to bust(very informal) (to ruin). (peninsular Spanish, Mexican Spanish)
    2 to screw, to fuck (vulgar) (copular). (peninsular Spanish, Mexican Spanish)
    ¡chinga tu madre! fuck you! (Mexican Spanish)
    3 to cut the tail of, to cut someone's tail, to dock.
    Los chicos chingaron el pobre gato The boys cut the tail of the poor cat.
    4 to drink frequently.
    Ellos chingan tequila They drink tequila frequently
    5 to annoy.
    * * *
    Conjugation model [ LLEGAR], like link=llegar llegar
    1 tabú to fuck, screw
    2 tabú (robar) to pinch
    * * *
    1. VT
    1) (=beber con exceso) to knock back *
    2) *** (=copular) to fuck ***, screw ***
    3) CAm [+ cola] to dock, cut off
    2. VI
    2) CAm, Méx * to lark about *
    3.
    See:
    * * *
    1.
    verbo intransitivo
    1) (esp Méx vulg) ( copular) to screw (vulg), to fuck (vulg)
    2) (Méx vulg) ( molestar)
    2.
    1) (AmL vulg) ( en sentido sexual) to fuck (vulg), to screw (vulg); madre II 1) b)
    2) (Méx vulg) ( jorobar) to screw (vulg)

    si no lo haces te van a chingar — if you don't do it, they'll screw you (vulg)

    chingarla: no la chingues! ya cerraron el banco (Méx vulg) shit! the bank's already closed! (vulg); la chingué! — (RPl fam) I really put my foot in it (colloq)

    3.
    chingarse v pron
    1) (enf) (AmL vulg) ( en sentido sexual) to fuck (vulg), to screw (vulg)
    2) (esp Méx vulg) ( jorobarse)
    3) (Méx vulg) ( aguantarse)

    si no te gusta, te chingas — if you don't like it, tough (colloq)

    4) (Méx vulg)
    a) ( castigar) to give... a hard time
    b) ( robar) to rip... off (colloq)
    * * *
    = fuck, screw, get + laid.
    Ex. He said he wanted to fuck her loudly on a hard bed with rain beating on the windows.
    Ex. For every beautiful woman, there's a guy that's tired of screwing her.
    Ex. It sounds like you need to get laid -- you might feel better after a good screw.
    * * *
    1.
    verbo intransitivo
    1) (esp Méx vulg) ( copular) to screw (vulg), to fuck (vulg)
    2) (Méx vulg) ( molestar)
    2.
    1) (AmL vulg) ( en sentido sexual) to fuck (vulg), to screw (vulg); madre II 1) b)
    2) (Méx vulg) ( jorobar) to screw (vulg)

    si no lo haces te van a chingar — if you don't do it, they'll screw you (vulg)

    chingarla: no la chingues! ya cerraron el banco (Méx vulg) shit! the bank's already closed! (vulg); la chingué! — (RPl fam) I really put my foot in it (colloq)

    3.
    chingarse v pron
    1) (enf) (AmL vulg) ( en sentido sexual) to fuck (vulg), to screw (vulg)
    2) (esp Méx vulg) ( jorobarse)
    3) (Méx vulg) ( aguantarse)

    si no te gusta, te chingas — if you don't like it, tough (colloq)

    4) (Méx vulg)
    a) ( castigar) to give... a hard time
    b) ( robar) to rip... off (colloq)
    * * *
    = fuck, screw, get + laid.

    Ex: He said he wanted to fuck her loudly on a hard bed with rain beating on the windows.

    Ex: For every beautiful woman, there's a guy that's tired of screwing her.
    Ex: It sounds like you need to get laid -- you might feel better after a good screw.

    * * *
    chingar [A3 ]
    vi
    A ( esp Méx vulg) (copular) to screw ( vulg), to fuck ( vulg)
    B
    ( Méx vulg) (molestar): no le hagas caso te lo dijo para chingar nada más don't take any notice of him, he only said it to annoy you
    ¡deja de chingar! stop being such a pain in the ass! ( vulg), get off my back! ( colloq)
    me caso mañana — ¡no (me) chingues! I'm getting married tomorrow — you're kidding! ( colloq)
    C
    ( RPl fam) «vestido/pollera» (+ me/te/le etc): la pollera te chinga de atrás your skirt doesn't hang straight at the back
    ■ chingar
    vt
    A ( AmL vulg) (en sentido sexual) to fuck ( vulg), to screw ( vulg) madre2 f A 2. (↑ madre (2))
    B ( Méx vulg) (jorobar) to screw ( vulg)
    si no lo haces te van a chingar if you don't do it, they'll screw you ( vulg)
    ése no más se pasa chingando a todo el mundo that guy spends his life screwing people o shitting on people ( vulg)
    chingarla: ¡no la chingues! ya cerraron el banco ( Méx vulg); shit! the bank's already closed! ( vulg)
    no sabés cómo la chingué ( RPl fam); I really put my foot in it ( colloq)
    A ( enf) ( AmL vulg) (en sentido sexual) to fuck ( vulg), to screw ( vulg)
    B
    ( esp Méx vulg) (jorobarse): creyó que le darían el premio pero se chingó he thought he'd be given the prize but he got a shock o he was disappointed
    se chingó el motor the engine's had it ( colloq), the engine's knackered ( BrE sl)
    encendió el cohete pero se chingó he lit the rocket but it didn't go off o it fizzled and went out ( colloq)
    C
    ( Méx vulg) (aguantarse): si no te gusta, te chingas if you don't like it, that's tough ( colloq), if you don't like it, you can lump it ( BrE colloq)
    no quisiste hacerme caso, ahora te chingas you wouldn't listen, so tough shit! ( vulg)
    D ( Méx vulg)
    1 (castigar) to give … a hard time
    2 (robar) to rip … off ( colloq)
    * * *

    chingar ( conjugate chingar) verbo intransitivo
    a) (esp Méx vulg) ( copular) to screw (vulg), to fuck (vulg)

    b) (Méx vulg) ( molestar):


    ¡deja de chingar! stop being such a pain in the ass! (vulg);
    ¡no chingues! ( no digas) you're kidding! (colloq)
    verbo transitivo
    a) (AmL vulg) ( en sentido sexual) to fuck (vulg), to screw (vulg)

    b) (Méx vulg) ( jorobar) to screw (vulg);

    ◊ chingarla: ¡no la chingues! (Méx vulg) shit! (vulg)

    chingarse verbo pronominal
    1
    a) ( enf) (AmL vulg) ( en sentido sexual) to fuck (vulg), to screw (vulg)

    b) (esp Méx vulg) ( jorobarse):


    se chingó el motor the engine's had it (colloq);
    estamos chingados we're in deep shit (vulg)
    2 (Méx vulg)
    a) ( aguantarse):

    ◊ si no te gusta, te chingas if you don't like it, tough (colloq)

    b) ( robar) to rip … off (colloq)

    ' chingar' also found in these entries:
    Spanish:
    chinguear
    * * *
    ♦ vt
    1. Esp, Méx muy Fam [estropear] to bust, Br to knacker
    2. Esp, Méx muy Fam
    chingar a alguien [molestar] to get up sb's nose, to piss sb off
    3. Esp, Méx Vulg [copular con] to screw, to fuck;
    Méx
    ¡chingas a tu madre! like fuck!, Br bollocks!
    4. Méx muy Fam [engañar]
    ¡no me chingues! pull the other one!, Br stop taking the piss!
    5. Méx muy Fam [beber] to drink a lot of;
    anoche me chingué dos botellas de tequila yo solo last night I downed two bottles of tequila on my own
    6. Méx muy Fam [robar] to pinch, Br to nick
    7. Méx muy Fam
    me chingaron en el examen [me suspendieron] I flunked the exam
    8. Méx muy Fam
    chingarle a alguien plata [estafarlo] to screw sb out of some money;
    trataron de chingarme 10 pesos en la cuenta del restaurante they tried to do me out of 10 pesos when I paid the restaurant Br bill o US check
    9. Méx muy Fam [para apurar a alguien]
    ¡chíngale!, ¡chínguenle! put your back into it!
    ♦ vi
    1. Esp, Méx Vulg [copular] to screw, to fuck
    2. Méx muy Fam [molestar]
    ¡deja de chingar! stop pissing me off!
    * * *
    screw vulg, fuck vulg ;
    ¡chinga tu madre! screw you! vulg, fuck you! vulg ;
    no chingues don’t screw me around vulg

    Spanish-English dictionary > chingar

  • 13 paramia

    ------------------------------------------------------------
    [Swahili Word] -paramia
    [English Word] have an argument with someone
    [Part of Speech] verb
    ------------------------------------------------------------
    [Swahili Word] -paramia
    [English Word] assail someone (with words)
    [Part of Speech] verb
    ------------------------------------------------------------
    [Swahili Word] -paramia
    [English Word] clamber up something (quickly)
    [Part of Speech] verb
    ------------------------------------------------------------
    [Swahili Word] -paramia
    [English Word] climb up something (quickly)
    [Part of Speech] verb
    ------------------------------------------------------------
    [Swahili Word] -paramia
    [English Word] climb on
    [Part of Speech] verb
    [Swahili Example] aliparamia kitanda cha samadari [Sul]
    [English Example] (s)he climbed onto the bed of Samadari
    ------------------------------------------------------------
    [Swahili Word] -paramia
    [English Word] grasp (an opponent in fighting)
    [Part of Speech] verb
    ------------------------------------------------------------
    [Swahili Word] -paramia
    [English Word] take hold of
    [Part of Speech] verb
    ------------------------------------------------------------
    [Swahili Word] -paramia
    [English Word] mount
    [Part of Speech] verb
    ------------------------------------------------------------

    Swahili-english dictionary > paramia

  • 14 толкать

    гл.
    1. to push; 2. to give smb a push; 3. to shove; 4. to give smb/smth a shove; 5. to hustle; 6. to nudge; 7. to prod; 8. to poke; 9. to dig smb in the ribs; 10. to squeeze; 11. to jam; 12. to jostle; 13. to elbow; 14. to force one's way; 15. to barge
    Разные виды этого действия в русском языке передаются разными приставками к глаголу толкать (отталкивать, сталкивать, подталкивать и др.) и различными словосочетаниями с глаголом толкать. В английском же языке им соответствуют разные самостоятельные слова и словосочетания.
    1. to push — толкать, толкнуть (особенно руками для того, чтобы отодвинуть от себя): Pushing his plate to one side he called for the waiter. — Отставив тарелку и сторону, он позвал официанта. She pushed the table into the corner of the classroom and arranged the chairs in a circle. — Она задвинула стол в угол класса и расставила стулья по кругу. A witness had seen the man push the girl off the bridge over the canal. — Свидетель увидел, как этот мужчина столкнул девушку с моста в канал. The force of the crash pushed the bus one hundred yards down the road. — Удар был такой силы, что отбросил автобус на сто ярдов по дороге. Не pushed and punched the referee, then attacked his opponent. — Он ударом оттолкнул судью и набросился на своего оппонента. One of the tractors had sunk into the mud and however hard they pushed they couldn't move it. — Один из тракторов увяз в грязи, и как они его ни толкали, не смогли сдвинуть с места. Don't push! — He толкайтесь!/Не напирайте! Push! — От себя! ( надпись на двери)
    2. to give smb a push — толкнуть ( один раз): They gave the log a push and it rolled down the hill. — Они толкнули бревно, и оно покатилось вниз с горы. They gave the car a push to start it. — Они толкнули машину, чтобы завести ее. Не was standing by the swimming pool when someone gave him a push and he fell in. — Он стоял у края бассейна, когда кто-то толкнул его сзади, и он упал в воду.
    3. to shove — толкать, толкнуть, грубо отталкивать (кого-либо, что-либо руками, плечом, ногой): One of the bank robbers shoved her against the wall. — Один из грабителей банка грубо оттолкнул ее к стене. Tom shoved his suitcase under the bed with his foot. — Том ногой задвинул чемодан под кровать. Armed police shoved the protestors aside to make way for the president's car. — Вооруженные полицейские оттолкнули протестующих демонстрантов, чтобы дать дорогу машине президента. Some of the journalists shouted, swore and shoved each other. — Некоторые журналисты кричали, ругались и грубо толкали друг друга.
    4. to give smb/smth a shove. — толкнуть грубо один раз ( неожиданно и сильно): If the door won't open just give it a shove. — Если дверь не открывается, толкни ее посильнее. It was my first parachute jump and as I stood hesitating the instructor gave me a shove from behind. — Это был мой первый парашютный прыжок, и пока я стоял в нерешительности, инструктор подтолкнул меня сзади.
    5. to hustle — толкать, толкнуть, толкать вперед (толкать грубо, чтобы ускорить движение): The prisoners shouted insults at the judge as court guards hustled them out. — Арестованные выкрикивали оскорбительные слова в адрес судьи, пока стража выводила их из зала. The two men were hustled into a police car and driven away. — Обоих мужчин затолкали в полицейскую машину и увезли.
    6. to nudge — толкать, толкнуть, легко толкнуть локтем в бок (особенно чтобы привлечь внимание или для того, чтобы попроситьпосторониться): «Look» Ben nudged his mother. «There is my teacher. Miss Ward». — «Мама, посмотри», — Бен тихонько толкнул мать в бок: «Вон там моя учительница — мисс Уард». Carefully I nudged the snake with the tip of my shoe. — Я осторожно ткнул змею носком ботинка. Не nudged me aside and took my place at the microphone. — Он легонько оттолкнул меня локтем и занял мое место перед микрофоном. Carry nudged her friend forward to ask the singer for his autograph. — Кэрри подтолкнула свою подругу вперед, чтобы попросить певца дать автограф.
    7. to prod — толкнуть ( пальцем или палкой): Sergeant Tompson raised his stick and prodded the soldier in the chest. — Сержант Томпсон поднял свою трость и ткнул ею в грудь солдата. The gardener often prods the lawn with a fork looking for weeds. — Садовник часто шевелит вилами траву на лужайке и смотрит, нет ли сорняков. Give the potatoes a prod to see if they are cooked yet. — Ткни в картофель и посмотри, сварился ли он.
    8. to poke — толкать, толкнуть, ткнуть (толкнуть не очень сильно что-либо пальцем, палкой и т. п.): to poke smb in the ribs — ткнуть кого-либо в бок Be careful with that umbrella or you will poke somebody in the eye. — Осторожно с этим зонтиком, а то кому-нибудь выколешь глаз./Осторожно с этим зонтиком, а то кому-нибудь попадешь в глаз. Не poked the fish with his finger to see if it was still alive. — Он ткнул рыбу пальцем, чтобы убедиться в том, что она еще жива. The farmer gave the cow a poke with his stick to make it move. — Фермер ткнул корову палкой, чтобы заставить ее двигаться вперед.
    9. to dig smb in the ribs —толкнуть кого-либо и бок, ткнуть кого-либо в бок (неожиданно, чтобы привлечь внимание): Jenny dug me sharply in the ribs and told me to be quiet. — Дженни сильно толкнула меня в бок и сказала, чтобы я замолчал. The old man laughed loudly, digging me in the ribs, wanted me to share a joke. — Старик громко засмеялся, толкая меня в бок, и приглашая меня прореагировать на шутку.
    10. to squeeze — толкать, толкнуть, сжимать, протиснуть, штолкать ( с силой в очень небольшое пространство): I don't think I can squeeze any more files into this drawer. — Мне кажется, в этот яшик больше папок затолкать нсльзя./Мне кажется, в этот яшик больше папок не влезет. It is no use trying to squeeze your feet into shoes lhat are too small for you. — Бессмысленно пытаться втиснуть ноги в ботинки, которые тебе малы.
    11. to jam —толкать, толкнуть, задвигать, затыкать: Just hold the door open while I jam a wedge under it. — Подержи дверь открытой, пока я подложу под нее клин. Не poured himself another glass of wine and jammed the cock into the bottle. — Он налил себе еще стакан вина и заткнул бутылку пробкой. She tried to jam her dresses into a small box. — Она пыталась запихнуть свои платья в маленькую коробку. We were jammed into a bus. — Нас втиснули в автобус.
    12. to jostle — толкать, толкнуть, толкаться, теснить, тесниться, пихать: I was jostled by the crowd. — Меня толкали в толпе. Passengers were jostling each other at the newsstand for the last remaining copies of the evening paper. — Пассажиры толкались около газетного киоска, пытаясь получить последние номера вечерних газет. Doctor Freud noticed two women patients jostling to be seen first. —Доктор Фрейд видел, как две пациентки, опережая друг друга, пытались войти в кабинет.
    13. to elbow — расталкивать локтями: to elbow one's way through the crowd — пробираться через толпу, расталкивая всех локтями Elbowing me to one side he took hold of the microphone. — Отталкивая меня локтями, он завладел микрофоном.
    14. to force one's way — запихивать, набивать битком, пропихнуть, пробить (особенно, когда чем-нибудь прегражден путь): Не forced his way through the dense crowd. — Он пробился через плотную толпу. Police forced their way into the flat and arrested two men. — Полиция ворвалась в квартиру и арестовала двух человек.
    15. to barge — натолкнуться, налететь, лезть напролом (обыкновенно с разбега, расталкивая всех на своем пути): A woman with a large basket barged past me to the front of the queue. — Женщина с огромной корзиной, отталкивая меня, пролезла в начало очереди. Angry, he strode into the bank and just barged into a manager. — В сердцах он ворвался в банк и сразу налетел на управляющего. Не barged into me without apologizing. — Он налетел на меня и даже не извинился.

    Русско-английский объяснительный словарь > толкать

  • 15 толкнуть

    гл.
    1. to push; 2. to give smb a push; 3. to shove; 4. to give smb/smth a shove; 5. to hustle; 6. to nudge; 7. to prod; 8. to poke; 9. to dig smb in the ribs; 10. to squeeze; 11. to jam; 12. to jostle; 13. to elbow; 14. to force one's way; 15. to barge
    Разные виды этого действия в русском языке передаются разными приставками к глаголу толкать (отталкивать, сталкивать, подталкивать и др.) и различными словосочетаниями с глаголом толкать. В английском же языке им соответствуют разные самостоятельные слова и словосочетания.
    1. to push — толкать, толкнуть (особенно руками для того, чтобы отодвинуть от себя): Pushing his plate to one side he called for the waiter. — Отставив тарелку и сторону, он позвал официанта. She pushed the table into the corner of the classroom and arranged the chairs in a circle. — Она задвинула стол в угол класса и расставила стулья по кругу. A witness had seen the man push the girl off the bridge over the canal. — Свидетель увидел, как этот мужчина столкнул девушку с моста в канал. The force of the crash pushed the bus one hundred yards down the road. — Удар был такой силы, что отбросил автобус на сто ярдов по дороге. Не pushed and punched the referee, then attacked his opponent. — Он ударом оттолкнул судью и набросился на своего оппонента. One of the tractors had sunk into the mud and however hard they pushed they couldn't move it. — Один из тракторов увяз в грязи, и как они его ни толкали, не смогли сдвинуть с места. Don't push! — He толкайтесь!/Не напирайте! Push! — От себя! ( надпись на двери)
    2. to give smb a push — толкнуть ( один раз): They gave the log a push and it rolled down the hill. — Они толкнули бревно, и оно покатилось вниз с горы. They gave the car a push to start it. — Они толкнули машину, чтобы завести ее. Не was standing by the swimming pool when someone gave him a push and he fell in. — Он стоял у края бассейна, когда кто-то толкнул его сзади, и он упал в воду.
    3. to shove — толкать, толкнуть, грубо отталкивать (кого-либо, что-либо руками, плечом, ногой): One of the bank robbers shoved her against the wall. — Один из грабителей банка грубо оттолкнул ее к стене. Tom shoved his suitcase under the bed with his foot. — Том ногой задвинул чемодан под кровать. Armed police shoved the protestors aside to make way for the president's car. — Вооруженные полицейские оттолкнули протестующих демонстрантов, чтобы дать дорогу машине президента. Some of the journalists shouted, swore and shoved each other. — Некоторые журналисты кричали, ругались и грубо толкали друг друга.
    4. to give smb/smth a shove. — толкнуть грубо один раз ( неожиданно и сильно): If the door won't open just give it a shove. — Если дверь не открывается, толкни ее посильнее. It was my first parachute jump and as I stood hesitating the instructor gave me a shove from behind. — Это был мой первый парашютный прыжок, и пока я стоял в нерешительности, инструктор подтолкнул меня сзади.
    5. to hustle — толкать, толкнуть, толкать вперед (толкать грубо, чтобы ускорить движение): The prisoners shouted insults at the judge as court guards hustled them out. — Арестованные выкрикивали оскорбительные слова в адрес судьи, пока стража выводила их из зала. The two men were hustled into a police car and driven away. — Обоих мужчин затолкали в полицейскую машину и увезли.
    6. to nudge — толкать, толкнуть, легко толкнуть локтем в бок (особенно чтобы привлечь внимание или для того, чтобы попроситьпосторониться): «Look» Ben nudged his mother. «There is my teacher. Miss Ward». — «Мама, посмотри», — Бен тихонько толкнул мать в бок: «Вон там моя учительница — мисс Уард». Carefully I nudged the snake with the tip of my shoe. — Я осторожно ткнул змею носком ботинка. Не nudged me aside and took my place at the microphone. — Он легонько оттолкнул меня локтем и занял мое место перед микрофоном. Carry nudged her friend forward to ask the singer for his autograph. — Кэрри подтолкнула свою подругу вперед, чтобы попросить певца дать автограф.
    7. to prod — толкнуть ( пальцем или палкой): Sergeant Tompson raised his stick and prodded the soldier in the chest. — Сержант Томпсон поднял свою трость и ткнул ею в грудь солдата. The gardener often prods the lawn with a fork looking for weeds. — Садовник часто шевелит вилами траву на лужайке и смотрит, нет ли сорняков. Give the potatoes a prod to see if they are cooked yet. — Ткни в картофель и посмотри, сварился ли он.
    8. to poke — толкать, толкнуть, ткнуть (толкнуть не очень сильно что-либо пальцем, палкой и т. п.): to poke smb in the ribs — ткнуть кого-либо в бок Be careful with that umbrella or you will poke somebody in the eye. — Осторожно с этим зонтиком, а то кому-нибудь выколешь глаз./Осторожно с этим зонтиком, а то кому-нибудь попадешь в глаз. Не poked the fish with his finger to see if it was still alive. — Он ткнул рыбу пальцем, чтобы убедиться в том, что она еще жива. The farmer gave the cow a poke with his stick to make it move. — Фермер ткнул корову палкой, чтобы заставить ее двигаться вперед.
    9. to dig smb in the ribs —толкнуть кого-либо и бок, ткнуть кого-либо в бок (неожиданно, чтобы привлечь внимание): Jenny dug me sharply in the ribs and told me to be quiet. — Дженни сильно толкнула меня в бок и сказала, чтобы я замолчал. The old man laughed loudly, digging me in the ribs, wanted me to share a joke. — Старик громко засмеялся, толкая меня в бок, и приглашая меня прореагировать на шутку.
    10. to squeeze — толкать, толкнуть, сжимать, протиснуть, штолкать ( с силой в очень небольшое пространство): I don't think I can squeeze any more files into this drawer. — Мне кажется, в этот яшик больше папок затолкать нсльзя./Мне кажется, в этот яшик больше папок не влезет. It is no use trying to squeeze your feet into shoes lhat are too small for you. — Бессмысленно пытаться втиснуть ноги в ботинки, которые тебе малы.
    11. to jam —толкать, толкнуть, задвигать, затыкать: Just hold the door open while I jam a wedge under it. — Подержи дверь открытой, пока я подложу под нее клин. Не poured himself another glass of wine and jammed the cock into the bottle. — Он налил себе еще стакан вина и заткнул бутылку пробкой. She tried to jam her dresses into a small box. — Она пыталась запихнуть свои платья в маленькую коробку. We were jammed into a bus. — Нас втиснули в автобус.
    12. to jostle — толкать, толкнуть, толкаться, теснить, тесниться, пихать: I was jostled by the crowd. — Меня толкали в толпе. Passengers were jostling each other at the newsstand for the last remaining copies of the evening paper. — Пассажиры толкались около газетного киоска, пытаясь получить последние номера вечерних газет. Doctor Freud noticed two women patients jostling to be seen first. —Доктор Фрейд видел, как две пациентки, опережая друг друга, пытались войти в кабинет.
    13. to elbow — расталкивать локтями: to elbow one's way through the crowd — пробираться через толпу, расталкивая всех локтями Elbowing me to one side he took hold of the microphone. — Отталкивая меня локтями, он завладел микрофоном.
    14. to force one's way — запихивать, набивать битком, пропихнуть, пробить (особенно, когда чем-нибудь прегражден путь): Не forced his way through the dense crowd. — Он пробился через плотную толпу. Police forced their way into the flat and arrested two men. — Полиция ворвалась в квартиру и арестовала двух человек.
    15. to barge — натолкнуться, налететь, лезть напролом (обыкновенно с разбега, расталкивая всех на своем пути): A woman with a large basket barged past me to the front of the queue. — Женщина с огромной корзиной, отталкивая меня, пролезла в начало очереди. Angry, he strode into the bank and just barged into a manager. — В сердцах он ворвался в банк и сразу налетел на управляющего. Не barged into me without apologizing. — Он налетел на меня и даже не извинился.

    Русско-английский объяснительный словарь > толкнуть

  • 16 interesar

    v.
    1 to interest.
    le interesa el arte she's interested in art
    por si te interesa in case you're interested
    este asunto nos interesa a todos this matter concerns us all
    El museo interesa a los chicos The museum interests the kids.
    2 to be to the advantage of.
    no les interesa que baje el precio it wouldn't be to their advantage for the price to come down
    3 to be interested in, to have concern over, to have interest in.
    Nos interesa el negocio We are interested in the business.
    Nos interesa We are interested.
    4 to be interesting, to appeal.
    El museo interesa The museum is interesting.
    5 to puncture.
    * * *
    1 to interest
    2 (despertar interés) to interest
    3 (afectar) to concern
    4 (ser útil) to be in somebody's interest
    1 to take an interest ( por, in)
    \
    interesarse por la salud de alguien to ask after somebody's health
    * * *
    verb
    * * *
    1. VI
    1) (=despertar interés)
    a) [tema, propuesta] to be of interest, interest

    un tema que interesa a los jóvenes — a subject of interest to young people, a subject which interests young people

    esa propuesta no nos interesa — we're not interested in that proposal, that proposal is of no interest to us

    b) [actividad, persona]

    solo le interesa el dinero — his only interest is money, all he's interested in is money

    2) (=concernir)

    a quien pueda interesar — frm to whom it may concern frm

    3) (=convenir)

    no dice nada porque no le interesa desde el punto de vista judicial — he doesn't say anything because, from a legal point of view, it's not in his interest

    este coche podría interesarte — this car could be of interest (to you), this car might interest you

    cuando algo no le interesa, cambia de tema — whenever he feels uncomfortable about something, he changes the subject

    2. VT
    1)
    2) (Med) [+ órgano, nervio] to affect
    3) (Com)

    el portador interesa cinco euros en... — the bearer has a stake of five euros in...

    3.
    See:
    * * *
    1.
    verbo intransitivo

    ese tipo de programas no interesa aquí — there's no audience for that sort of program here; (+ me/te/le etc)

    ¿te interesa la propuesta? — are you interested in the proposal?

    esto a ti no te interesa — this doesn't concern you, this is no concern of yours

    b) ( convenir)

    interesaría comprobar los datos — it would be useful/advisable to check the data

    2.

    interesar a alguien en algo — to interest somebody in something, get somebody interested in something

    3.
    interesarse v pron
    a) ( tener interés) to take interest

    interesarse en or por algo — to take an interest in something

    no se interesa por nada — he isn't interested in anything, he takes no interest in anything

    b) ( preguntar)

    interesarse por algo/alguien — to ask o inquire about something/somebody

    se interesó por tu salud — she asked o inquired about your health

    * * *
    = be interested in, interest, catch + Posesivo + fancy.
    Ex. Then something compelled her to blurt out: ' Are you interested in the job?' 'We haven't frightened you off, have we?' ejaculated another, with a nervous laugh.
    Ex. The book 'Dors' by Diana Dors will undoubtedly interest her fans.
    Ex. At nightfall, drop anchor at any place that catch your fancy and the lullaby of the gentle waves put you to sleep.
    ----
    * interesarse = mark + interest, work up + an interest.
    * interesarse apasionadamente por + Nombre = be bitten by the + Adjetivo + bug.
    * interesarse en/por = interest in.
    * interesarse por = be concerned with, take + interest in, pursue + interest.
    * interesarse por Algo superficialmente = dabble in.
    * interesarse por el tema = enter + the field.
    * no interesar = can't/couldn't be bothered.
    * porque + Pronombre + interesar = out of interest.
    * ser lo que a Uno le interesa = be (right) up + Posesivo + alley, be + Posesivo + cup of tea.
    * * *
    1.
    verbo intransitivo

    ese tipo de programas no interesa aquí — there's no audience for that sort of program here; (+ me/te/le etc)

    ¿te interesa la propuesta? — are you interested in the proposal?

    esto a ti no te interesa — this doesn't concern you, this is no concern of yours

    b) ( convenir)

    interesaría comprobar los datos — it would be useful/advisable to check the data

    2.

    interesar a alguien en algo — to interest somebody in something, get somebody interested in something

    3.
    interesarse v pron
    a) ( tener interés) to take interest

    interesarse en or por algo — to take an interest in something

    no se interesa por nada — he isn't interested in anything, he takes no interest in anything

    b) ( preguntar)

    interesarse por algo/alguien — to ask o inquire about something/somebody

    se interesó por tu salud — she asked o inquired about your health

    * * *
    = be interested in, interest, catch + Posesivo + fancy.

    Ex: Then something compelled her to blurt out: ' Are you interested in the job?' 'We haven't frightened you off, have we?' ejaculated another, with a nervous laugh.

    Ex: The book 'Dors' by Diana Dors will undoubtedly interest her fans.
    Ex: At nightfall, drop anchor at any place that catch your fancy and the lullaby of the gentle waves put you to sleep.
    * interesarse = mark + interest, work up + an interest.
    * interesarse apasionadamente por + Nombre = be bitten by the + Adjetivo + bug.
    * interesarse en/por = interest in.
    * interesarse por = be concerned with, take + interest in, pursue + interest.
    * interesarse por Algo superficialmente = dabble in.
    * interesarse por el tema = enter + the field.
    * no interesar = can't/couldn't be bothered.
    * porque + Pronombre + interesar = out of interest.
    * ser lo que a Uno le interesa = be (right) up + Posesivo + alley, be + Posesivo + cup of tea.

    * * *
    interesar [A1 ]
    vi
    1
    (suscitar interés): ese tipo de programas no interesa en este país there's no audience for that sort of program in this country
    (+ me/te/le etc): no me interesa la política I'm not interested in politics, politics holds no interest for me
    ¿te interesa la propuesta? are you interested in the proposal?, is the proposal of interest to you?
    este anuncio podría interesarte this advertisement might interest you
    el local me interesa como estudio I'm interested in the place as a studio
    este problema nos interesa a todos this is a problem which concerns us all
    esto a ti no te interesa this doesn't concern you, this is no concern of yours
    2
    (convenir): interesaría comprobar los datos it would be useful/advisable to check the data
    en su caso le interesa este tipo de préstamo this sort of loan would be right for o would suit someone in your situation
    ■ interesar
    vt
    A ‹persona› interesar a algn EN algo to interest sb IN sth, get sb interested IN sth
    logré interesarlo en el proyecto I managed to get him interested o to interest him in the project
    B ( frml) (afectar) ‹órgano/miembro›
    la bala le interesó el pulmón izquierdo the bullet damaged his left lung
    la afección le ha interesado el corazón the condition has affected his heart
    el terremoto interesó a miles de casas the earthquake affected o damaged thousands of houses
    1 (tener interés) to take interest interesarse EN or POR algo to take an interest IN sth
    no se interesa por nada he isn't interested in anything, he takes no interest in anything
    no se interesa por lo que pasa a su alrededor she takes no interest in what's going on around her
    se interesó mucho en los detalles técnicos he took a lot of interest in o he was very interested in o he showed great interest in the technical details
    interesarse POR algn to care ABOUT sb
    nadie se interesa por mí nobody cares about me
    2 (preguntar) interesarse POR algo/algn to ask o inquire ABOUT sth/sb
    se interesó por tu salud she asked o inquired about your health
    * * *

     

    interesar ( conjugate interesar) verbo intransitivo
    a) ( suscitar interés): (+ me/te/le etc)


    esto a ti no te interesa this doesn't concern you, this is no concern of yours
    b) ( convenir):

    ◊ interesaría comprobar los datos it would be useful/advisable to check the data;

    me interesa este tipo de préstamo this sort of loan would suit me
    verbo transitivo interesar a algn en algo to interest sb in sth, get sb interested in sth
    interesarse verbo pronominal

    interesarse en or por algo to take an interest in sth
    b) ( preguntar) interesarse por algo/algn to ask o inquire about sth/sb

    interesar
    I verbo transitivo
    1 (inspirar interés) to interest: el fútbol no le interesa en absoluto, football doesn't interest him at all
    atiende, creo que esto te interesa, pay attention, I think you should listen to this
    2 (incumbir) to concern: eso no te interesa, it's none of your business
    II vi (ser motivo de interés) to be of interest, to be important: interesa que nos reunamos cuanto antes, it is important that we meet as soon as possible
    ' interesar' also found in these entries:
    Spanish:
    concernir
    - deber
    English:
    appeal
    - care for
    - interest
    - concern
    * * *
    ♦ vi
    1. [atraer el interés] to interest;
    le interesa el arte she's interested in art;
    me interesaría conocerla I'd like to meet her;
    por si te interesa in case you're interested;
    este asunto nos interesa a todos this matter concerns us all;
    es un tema que no interesa it's a subject of little interest;
    a quien pueda interesar [en carta] to whom it may concern
    2. [convenir]
    no les interesa que baje el precio it wouldn't be to their advantage for the price to come down;
    siempre hace lo que más le interesa he always does whatever suits his interests best;
    sólo le interesa acostarse con ella all he's interested in is going to bed with her
    ♦ vt
    1. [despertar interés en] to interest;
    lo interesé en mi proyecto I got him interested in my project
    2. Med
    la bala interesó el riñón the bullet damaged his kidney
    * * *
    v/t interest
    * * *
    : to interest
    : to be of interest, to be interesting
    * * *
    1. (en general) to interest / to be interested in
    ¿te interesa venir? are you interested in coming?
    2. (ser útil) to be in your interest

    Spanish-English dictionary > interesar

  • 17 пьяный

    1) General subject: bacchic, bibacious, blind drunk, (вдребезги) blind to the world, boxed, canned, cock-eyed, disguised with liquor, drunken man, ebrious, flyblown, foxed, geed up, gingery, glassy eyed, groggy, high, in (one's) pot, in (one's) pots, in drink, in liquor, in wine, inebriate, inebrious, intoxicated, jagged, lit up, lush, off (one's) nut, overcome by drink, overcome with drink, overtaken in drink, pickled, pie eyed, pinko, queer, screwy, shot away, slewed, sodden, sotted, sozzled, spiffed, stewed, the worse for liquor, tiddly, tight, up the pole, vinose, vinous, wall eyed, winy, wiped-out
    2) Naval: shot-away
    4) Slang: nimptopsical
    6) Obsolete: intoxicate
    7) Military: one over the eight
    8) Bookish: ebriate
    9) Jocular: ebriose
    10) Rare: tempulent
    12) Australian slang: half-seas-over
    13) Irish: Buckled (Букв. - согнутый), (сленг) Flaming, Gee-Eyed
    14) Scottish language: fou as a wulk
    15) Jargon: Kentucky fried, Rileyed, awash, bagged, bamboozled, banged, barreled up, behind the cork, bewitched, blind, blitzed, blotto, boiled (How can you get so boiled on wine? Как ты мог стать таким пьяным от вина?), bombed, bongoed, boozed up, bottled, bowzed, bruised, buzzey, canned up, clobbered, comfortable, corked (up) (You'd be corked up, too, if you'd drunk as much as I have. Ты тоже был бы пьян если бы выпил столько как я.), corned, crocked, cronk, crumped up, cuckooed, dagged, damaged, decks awash, discouraged, edged, elevated, embalmed, faint, flooey, fluffy, four sheets in the wind, fractured, fried, geared up, ginned, glazed, glued, greased, half under, half-corned, half-screwed, half-stewed, hammered, happy (обычно слегка), high lonesome, hoary-eyed, hooted, hot, hot short, how-come-ye-so, illuminated, in (one's) cups, in the gun, jazzed, jug-steamed, jugged (up), juiced, juiced (up), jungled, keyed up to the roof, lathered, limp, lined, lit to the guards, lit up like the gills, lit up like the guards, loop-legged, lushed-up, maggoty, melted, merry, moppy, mulled mulled up, nazy, noggy, oiled, on the lee lurch, on the wagon, organized, orie-eyed, orry-eyed, oryide, ossified, out of one's skull, over the hump, overset, owl-eyed, owly eyed, paid, parboiled, pasted, pee'd, peonied, pepped, peppedup, peppy, piffed, pifficated, pigeon-eyed, pilfered, piped, pizz, plunked, polished up, polluted, potted (up), preserved, primed, primed to the ears, primed to the muzzle, pruned, rigid, sawed, scammered, schnozzle, scraunched, scronched, scrooched, shikker, slammed (АБ), sleepy, slopped, slopped over, sloshed, smashed, smoked, snapped, snozzle, snozzled, snubbed, snuffy, soaked, soapy-eyed, soshed, soused, sozzly, spifflicated, sprung, squiffed, squiffy, striped, stunned, swacked, swazzled, swiped, tandiged, tangle-footed, teed up, three sheets in (to) the wind, tipped, torn up (alcohol or drug intoxicated: He wasn't just drunk - he was massively tore up), tuned, tweased, tweeked, twisted, varnished, vegetable, wall-eyed, weak-Jointed, well oiled well-oiled, whipped, whipsy, whittled, whooshed, wilted, wing-heavy, woofled, zonked, chipper (A glass of wine will make her chipper almost immediately. Она становится почти сразу пьяной от стакана вина.), flabbergasted (After about six beers, Harry became flabbergasted and slid under the table. После приблизительно шести кружек пива Гэри опьянел и сполз под стол.), belly up (After four beers, I was belly up, for sure. После четырёх бутылок пива, я точно был пьян.), dinged out (Gary is dinged out and can't drive. Гэри пьян и не может управлять автомобилем.), elephant's (He shouldn't be driving! He's bloody elephant's.), piffled (He was so fiffled he couldn't walk. Он был настолько пьян, что не мог идти.), S.F. (How can that guy get so S.F.? Как мог этот парень так опьянеть?), coo-coo (How'd you get coo-coo so soon? Как ты мог так быстро опьянет?), arseholed (I got totally arseholed on Saturday night.), blown up (I guess I'm a little too blow up to drive Я думаю, я чересчур пьян, чтобы управлять автомобилем.), candу (I thing he's too candy to drive. Я думаю он слышком пьян для вождения.), dipsy (I think that Jed is permanently dipsy. Я думаю Джед постоянно пьян.), that way (I'm sorry, but Fred's that way again and can't drive to work. Я извиняюсь, но Фред опять пьян и не может приехать на работу.), glad (In fact, she was too glad to stand up. В действительности она была слишком пьяна чтобы стоять.), blooey (Man, I' m totaly blooey. I'm stoned to the bones. Чувак, я пьян в стельку.), sauced (Man, do you look sauced. Чувак, ты выглядишь пьяным.), clear (Man, is she ever clear. Чувак, она всегда пьяна.), clinched (Oh, brother, are you clinched! Так ты, брат, пьян!), fuzzy (She was too fuzzy to drive home. Она сильно пьяна чтобы ехать домой.), topsy-turvy (She was too topsy-turvy to stand up. Она была слишком пьяна чтобы стоять.), schicker (Two glasses of wine and she was totally schicker. Два стакана вина и она была совершенно пьяна.), floored (You'd be floored, too, if you'd drank a dozen beers. Ты бы тоже был пьян если бы выпил дюжину бутылок пива.), squizzed, stonkered, impaired, swizzled, whistled, whiffled, Brahms and Liszt, blown away, (от вина) grape shot, groggified, rattled, half-baked, half in the bag, half lit, have-sprung, half up the pole, upholstered, both sheets in the wind (She's both sheets in the wind at the moment. В данный момент она пьяна.), boozy-woozy, hard up, walking on rocky socks, hit under the wing, hepped(up), horizontal, honked, honkers, hooched up, screwed tight, screwed, blued, and tattooed, waxed, in the bag, in the suds, in bad shape, in a bad way, in rare form, shagged, shredded, buzzy, jambled, jiggered, skunked, slewy, sizzled, carrying a heavy load, juiced to the gills, electrified, on the sauce, tanky, tan someone's hide, laid to the bone, slugged, slushed (up), waa-zooed, whazood, snooted, snoozamorooed, soggy, loaded to the gills, loaded to the barrel, sopping(wet), soppy, soupy, spifficated, spificated, winged, maggotty, maxed out, starched, starchy, messed up, zagged, zissified, zoobang, zooted, zorked, (игра слов на Mickey Finn) Mickey finished, milled, mopped, mixed (up), moist around the edges, stuccoed, stozzled, muddied (up), muggy, swamped, stung, feshnushkied, flaked out, out cold, out of one's head, out of the way, discomboobulated, swoozled, swozzled, folded, foozlified, perked (up), batted, funked out, fuzzed, thawed, tiddled, gauged, pixilated, pixolated, phfft, pifflicated, pipped(up), tiffled, giffed, plootered, poopied, pop-eyed, popped, tipply, toasted, putrid, psyched (out), pummeled, topsy-boozy, quartzed, put the bed with a shovel, totalled, touched, trammeled, cotton-eyed, pafisticated, packaged, out, all geezed up, balmy, bent, blue, blue-eyed, breezy, cockeyed, cooked, crump, cut, fired up, floating, fogmatic, fresh, full, gassed, geezed, ginned up, grogged, guzzled, half-cocked half cocked, heeled, jake, jammed, jolly, knocked out, lit (особенно в приподнятом настроении), loaded for bear, lushed up, on, out of it, out on the roof, overboard, potted, puggled, pushed, queered, raunchie, raunchy, ready the ready, right, ripe, ripped off, ripped up, rocky, ronchie, rosy, rotten, rum dum, rum-dam, rumdum, sap-happy, screwed, sent, shaved, shot, shot in the neck, steamed up, stiff, stinko, tacky, tired, under the table, under the weather, up a tree, wiped out, woozy, wuzzy, zig-zag
    16) Simple: lumpy
    17) American English: moon-eyed, liquefied
    19) Taboo: bladdered (от bladder - мочевой пузырь), langered, leathered, peed, screwed up, shit-faced, shitty, snotted, tight as a fart, wazzed
    20) Aphorism: cherry- marry
    21) Idiomatic expression: loaded to the gunwales

    Универсальный русско-английский словарь > пьяный

  • 18 bij iemand blijven slapen

    bij iemand blijven slapen
    〈 in hetzelfde bed〉 spend the night with someone; 〈 algemeen〉 spend the night at someone's house/place

    Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij iemand blijven slapen

  • 19 gaan

    1 [zich verplaatsen] go ⇒ move
    2 [vertrekken, weggaan] go ⇒ leave, 〈 informeel〉 be off
    3 [zich begeven] go
    4 [+ onbepaalde wijs] [beginnen te] go, be going to
    5 [in beweging zijn, functioneren] go ⇒ run
    6 [losraken] come
    7 [plaatshebben] go ⇒ be, run
    8 [haalbaar/redelijk zijn] be all right; 〈 lukken〉 work
    9 [begrepen zijn in] go ⇒ fit
    10 [+ over] [beheren] run ⇒ be in charge (of)
    11 [+ over] [tot onderwerp hebben] be (about)
    ♦voorbeelden:
    1   〈 figuurlijk〉 er gaan allerlei geruchten • there are all kinds of rumours going around
         een uur gaans • an hour's walk
         〈 sport〉 diep gaan • go deep
         een kopie gaat hierbij • a copy is attached/ 〈 bijgesloten〉 enclosed
         〈 figuurlijk〉 hoe gaat dat liedje ook weer? • how does that song go (again)?
         hé, waar ga jij naar toe? • where are you going?; 〈 achterdochtig〉 where do you think you're going?
         het gaat niet zo best/slecht met de patiënt • the patient isn't doing so well/so badly
         〈 figuurlijk〉 zijn gedachten over iets laten gaan • give a matter some thought
         〈 figuurlijk〉 zijn oog/blik over iets laten gaan • run one's eye over something
    2   〈 figuurlijk〉 daar gaat je goede naam • that's your reputation gone
         hoe laat gaat de trein? • what time does the train go?
         ze zien hem liever gaan dan komen • they're glad to see the back of him
         ik moet (nu) gaan • I must go/be going/off (now)
         ik ga ervandoor • I'm going/off
         die twee gaan uit elkaar • those two are breaking up
         van tafel gaan • leave the table
         ik ga! • I'm going!; 〈 informeel〉 I'm off!
         ga nu maar • off you go now
    3   〈 figuurlijk〉 dat gaat mij te ver • I think that's going too far
         we gaan aan tafel! • lunch 〈enz.〉food's ready!
         aan de kant gaan • move aside
         〈 figuurlijk〉 er gaat niets boven … • nothing beats …
         zijn gezin gaat bij hem boven alles • his family comes first (with him)
         zaken gaan voor het meisje • business before pleasure
    4   hij wil medicijnen gaan doen • he wants to do/study medicine
         gaan kijken • go and (have a) look
         gaan liggen/staan/zitten • lie down, stand up, sit down
         gaan slapen • go (off) to bed
         ga er maar eens aan staan • it's no picnic, it's not the easiest thing in the world
         ze gaan trouwen • they're getting married
         iets gaan waarderen • come to appreciate something
         gaan wandelen/zwemmen • go for a walk/swim, go walking/swimming
         aan het werk gaan • set to work
         〈 ironisch〉 ik ga (me) daar een beetje in de rij staan • I am (definitely) not going to join that queue
    5   de telefoon gaat • the telephone is ringing
    6   die stop gaat niet van de fles • the stopper won't come out of the bottle
    7   de zaken gaan goed • business is going well
         als alles goed gaat • if all goes well
         dat kon toch nooit goed gaan • that was bound to go wrong
         hoe is het gegaan? • how was it? how did it/things go?
         nou, dat ging zo • well, it was like this
         alles gaat naar wens • everything's as it should be
    8   dat zal niet gaan • it won't work; 〈 kan niet〉 I'm afraid that's not on
         als het even gaat • if at all possible
         dat gaat zomaar niet • you can't just do that
         ik heb het al zo vaak geprobeerd, maar het gaat niet • I've tried it so often, but it won't work
         zo gaat het niet langer • things can't go on like this
    9   er gaan 24 flesjes in een kratje • a crate holds 24 bottles
         er gaan 5 volwassenen in • it'll take 5 adults
         er gaat een liter in die fles • that bottle will take a litre
         er gaan zes glazen uit een fles • you can get six glasses out of a bottle
    10  daar ga ik niet over • that's not my responsibility
         zij gaat over de typekamer • she's in charge of the typing-pool
    11  waar gaat die film over? • what's that film about?
    ¶   zich laten gaan • let oneself go
         zijn verhaal gaat er wel in bij de stakers • his speech went down (well) with the strikers
         eraan gaan • have had it; 〈 persoon ook〉 be (in) for it
         de verf ging eraf • the paint came off/ 〈 langzaam〉 wore off
         dit type gaat eruit • this model's on the way out
         opzij gaan • give way to, make way for, go to one side
         voor niemand opzij gaan • make way for no man, yield/give way to no one
         〈 zoek raken〉 verloren gaan • get/be lost
         vreemd gaan • be unfaithful
         vrijuit gaan • get off
         daar gaan we weer • (t)here we go again
         in het zwart gekleed gaan • be dressed in black
         het gaat allemaal langs haar heen • it all goes (right) over her head
         met iemand gaan • go out with someone
         we hebben nog twee uur te gaan • we've got two hours to go
         zich te buiten gaan aan • overindulge in
         om kort te gaan • to cut a long story short
    1 [gesteld zijn] be ⇒ go
    2 [geschieden] be ⇒ go, happen
    3 [+ om] [te doen zijn] be (about)
    ♦voorbeelden:
    1   het ga je goed • all the best
         hoe gaat het (met u)? • how are you?, how are things with you?
         hoe gaat het op het werk? • how's (your) work (going)?, how are things (going) at work?
         het gaat hem niet slecht • he's not doing badly
         het gaat • it's all right; it's OK
    2   het is toch nog gauw gegaan • things went pretty fast (after all)
         je weet hoe dat gaat • you know how it is/things are/it goes
         zo gaat het nu altijd • it's always like that
         zo gaat dat in het leven • that's life
    3   daar gaat het niet om • that's not the point
         daar gaat het juist om • that's the whole point
         het gaat hem er alleen om dat … • all (that) he's concerned about is that …
         het gaat erom of … • the point is whether …
         het gaat om het principe • it's the principle that matters
         het gaat om je baan • your job is at stake
         het gaat hier om een nieuw type • we're talking about a new type
    ¶   het gaat tussen jullie tweeën • the choice is between you two

    Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gaan

  • 20 atze

    I.
    iz. [from *hatz + -e]
    1. ( gibela, ostea)
    a. back, backside; gure etxearen \atzean at the back of our house \atzetik etorri zitzaizkigun they came from the back
    b. ( txanponari d.) reverse side
    2. (bizkarra) back ; \atzea eman to turn one' s back on; \atzerik hara behind one' s back
    3. ( ondorio) result, consequence ; \atze bildur al zara? are you afraid of what will come out of it? | are you afraid of the consequences? ; \atze onekoa izaten da it is usually successful ; \atze txarran izan du it had an unhappy ending | it didn' t turn out very well; \atze onean (B) effectively, successfully; gosetea gerlaren \atzetik etorri zen famine came on the heels of the war ; \atze atera to reach an outcome
    4.
    a. Naut. stern
    b. Aeron. tail
    5. Anat.
    a. rear, backside
    b. (ipurdia) rear, rear end
    6. ( omen) reputation, name, fame
    7. ( iragana) past, history; gure \atzea ez dugu ahaztu behar we mustn' t forget our past
    8.
    a. Nekaz. shepherd' s bed
    b. ( ikazkinena) bunk
    9. ( aztarna) trace, vestige, hint
    10. \atzeean dago it' s at the end
    II.
    iz.
    1. unrelated person; ahaidearekin edo \atzearekin egin dezakezu you can do it with a relative or with someone unrelated
    2.
    a. ( arrotza) stranger; \atzeen artean lotsatu egiten da she gets shy around strangers
    b. ( kanpotar) foreigner, alien, outlander io.
    1. unrelated; Kain arreba batekin ezkondu zen, emakume \atzeagorik ez zegoelako munduan Cain married a sister as there was no other woman less unrelated in the world
    2. ( kanpotar) foreign, alien, strange
    3. (irud.) ( axolagabe) indifferent, unconcerned; munduarekin \atze ziren they were {unconcerned with the world || indifferent to || nonchalant about} the world

    Euskara Ingelesa hiztegiaren > atze

Страницы

См. также в других словарях:

  • in bed with (someone) — 1. having sex with someone. She found her husband in bed with another woman. 2. secretly helping someone and receiving help from them in return. The senator isn t the only person in Washington who s in bed with military equipment manufacturers.… …   New idioms dictionary

  • climb into bed with someone — climb/get/hop into bed with (someone) be in bed with (someone) to work with a person or organization, or to be involved with them, in a way which causes other people not to trust you. Rather than hopping into bed with a leading merchant bank, it… …   New idioms dictionary

  • get into bed with someone — climb/get/hop into bed with (someone) be in bed with (someone) to work with a person or organization, or to be involved with them, in a way which causes other people not to trust you. Rather than hopping into bed with a leading merchant bank, it… …   New idioms dictionary

  • hop into bed with someone — climb/get/hop into bed with (someone) be in bed with (someone) to work with a person or organization, or to be involved with them, in a way which causes other people not to trust you. Rather than hopping into bed with a leading merchant bank, it… …   New idioms dictionary

  • go to bed with someone — go to bed with (someone) to have sex with someone. I can t believe she went to bed with him on their first date! …   New idioms dictionary

  • go to bed with someone — informal phrase to have sex with someone Thesaurus: to have sexsynonym sexual activityhyponym Main entry: bed …   Useful english dictionary

  • be in bed with someone — be in bed with (someone) to work with a person or organization, or to be involved with them, in a way which causes other people not to trust you. They were accused of being in bed with the communists …   New idioms dictionary

  • go to bed with someone — informal to have sex with someone …   English dictionary

  • climb into bed with — climb/get/hop into bed with (someone) be in bed with (someone) to work with a person or organization, or to be involved with them, in a way which causes other people not to trust you. Rather than hopping into bed with a leading merchant bank, it… …   New idioms dictionary

  • get into bed with — climb/get/hop into bed with (someone) be in bed with (someone) to work with a person or organization, or to be involved with them, in a way which causes other people not to trust you. Rather than hopping into bed with a leading merchant bank, it… …   New idioms dictionary

  • hop into bed with — climb/get/hop into bed with (someone) be in bed with (someone) to work with a person or organization, or to be involved with them, in a way which causes other people not to trust you. Rather than hopping into bed with a leading merchant bank, it… …   New idioms dictionary

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка:
… Нажмите правой клавишей мыши и выберите «Копировать ссылку»