-
1 bankrupt in/of positive feelings
bankrupt in/of positive feelings -
2 bankrupt
adj. failliet--------n. bankroet--------v. failliet gaan, failliet doen gaan, bankroetbankrupt1[ bængkrupt] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————bankrupt21 failliet♦voorbeelden:————————bankrupt3〈 werkwoord〉 -
3 bankrupt's discharge
Bevrijding van failliet (iemand die niet meer bankroet is omdat hij al zijn schulden heeft betaald) -
4 adjudicate someone bankrupt
-
5 discharged bankrupt
-
6 go bankrupt
-
7 government policy proves bankrupt
regeringsbeleid blijkt waardeloos te zijnEnglish-Dutch dictionary > government policy proves bankrupt
-
8 went bankrupt
ging failliet (in gerechtshof werd vastgesteld dat hij zijn schulden niet kan betalen) -
9 adjudicate
-
10 discharge
n. (het) lossen; uitlaat; vrijlating; schuld afbetalen; schot--------v. vracht lossen; uitwerpen, uitscheiden; bevrijden; verwijderen; sturen, wegsturen; schietendischarge1[ distsja:dzj]1 bewijs van kwijting/ontslag1 lossing ⇒ ontlading, het uitladen4 kwijting ⇒ aflossing, vervulling♦voorbeelden:a purulent discharge • een etterige afscheidingthe discharge of one's duties • het vervullen van zijn plicht————————discharge2[ distsja:dzj]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ontladen ⇒ uitladen, lossen2 afvuren ⇒ afschieten, lossen4 wegsturen ⇒ ontslaan, ontheffen van; 〈 leger〉 pasporteren; 〈 juridisch〉 vrijspreken, in vrijheid stellen5 uitstorten ⇒ uitstoten, afgeven6 vervullen ⇒ voldoen, zich kwijten van♦voorbeelden:discharge the jury • de jury van zijn plichten ontslaandischarge a patient • een patiënt ontslaandischarge a sailor • een zeeman afmonsterendischarge someone from service • iemand uit de dienst ontslaandischarge oaths/screams • vloeken/kreten uitstotendischarge one's debts • zijn schulden voldoendischarge one's duties • zijn taak vervullen
См. также в других словарях:
bankrupt — bank·rupt 1 / baŋ ˌkrəpt/ n: a debtor (as an individual or organization) whose property is subject to administration under the bankruptcy laws for the benefit of the debtor s creditors was adjudicated a bankrupt see also debtor bankrupt 2 adj:… … Law dictionary
bankrupt — [baŋk′rupt΄, baŋk′rəpt] n. [Fr banqueroute < It banca rotta < banca, bench (see BANK1) + rotta, broken < L rupta, fem. pp. of rumpere, to break: see RUPTURE] 1. a person legally declared unable to pay his or her debts: the property of a… … English World dictionary
Bankrupt — Bank rupt, a. 1. Being a bankrupt or in a condition of bankruptcy; unable to pay, or legally discharged from paying, one s debts; as, a bankrupt merchant. [1913 Webster] 2. Depleted of money; not having the means of meeting pecuniary liabilities; … The Collaborative International Dictionary of English
Bankrupt law — Bankrupt Bank rupt, a. 1. Being a bankrupt or in a condition of bankruptcy; unable to pay, or legally discharged from paying, one s debts; as, a bankrupt merchant. [1913 Webster] 2. Depleted of money; not having the means of meeting pecuniary… … The Collaborative International Dictionary of English
Bankrupt — Bank rupt, n. [F. banqueroute, fr. It. bancarotta bankruptcy; banca bank (fr. OHG. banch, G. bank, bench) + rotta broken, fr. L. ruptus, p. p. of rumpere to break. At Florence, it is said, the bankrupt had his bench (i.e., money table) broken.… … The Collaborative International Dictionary of English
bankrupt — ► ADJECTIVE 1) declared in law unable to pay one s debts. 2) completely lacking in a particular good quality or value: morally bankrupt. ► NOUN ▪ a person legally declared as bankrupt. ► VERB ▪ reduce to a bankrupt state. DERIVATIVES … English terms dictionary
Bankrupt — Bank rupt, v. t. [imp. & p. p. {Bankrupted}; p. pr. & vb. n. {Bankrupting}.] To make bankrupt; to bring financial ruin upon; to impoverish. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
bankrupt — 1530s (n., bankrupt person ); 1560s (adj.), from It. banca rotta, lit. a broken bench, from banca moneylender s shop, lit. bench (see BANK (Cf. bank) (1)) + rotta broken, defeated, interrupted from (and remodeled on) L. rupta, fem. pp. of rumpere … Etymology dictionary
bankrupt — the entity that files a bankruptcy; the debtor; the insolvent entity. This is a non technical term and is not used in the Bankruptcy Code (Glossary of Common Bankruptcy Terms) A person who has made an assignment or against whom a receiving order… … Glossary of Bankruptcy
bankrupt — vb impoverish, exhaust, *deplete, drain Analogous words: denude, *strip, bare: sap, cripple, disable, undermine (see WEAKEN) … New Dictionary of Synonyms
bankrupt — [adj] unable to pay debts broke, depleted, destitute, exhausted, failed, impoverished, in Chapter 11*, insolvent, lacking, lost, out of business, ruined, spent, tapped out; concept 334 Ant. rich, solvent, wealthy … New thesaurus