-
1 conjure up a meal
conjure up a meal -
2 conjure up a vision of everlasting peace
conjure up a vision of everlasting peaceEnglish-Dutch dictionary > conjure up a vision of everlasting peace
-
3 conjuré
-
4 conjure
v. afsmeken, bezweren, aanroepenconjure11 (af)smeken ⇒ bezweren, aanroepen————————conjure2[ kundzjə]1 toveren ⇒ goochelen, manipulerenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (te voorschijn) toveren ⇒ oproepen, voor de geest roepen♦voorbeelden:conjure up a vision of everlasting peace • een visioen van eeuwigdurende vrede oproepen -
5 conjure up
aanroepen (van een geest) tevoorschijn toveren -
6 a name to conjure with
een naam die wonderen verricht, een invloedrijke naam -
7 je vous en conjure
je vous en conjure -
8 name
adj. iemand met een reputatie; beroemd; betreffende een naam--------n. naam; "nick"-: koosnaam; reclame; gewaardeerd iemand; titel--------v. benoemen, noemen; opnoemen; thuisbrengenname1[ neem] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 reputatie ⇒ naam, faam♦voorbeelden:1 enter/put down one's name for • zich opgeven/laten inschrijven voorcould you leave your name, please? • zou u uw naam willen opgeven?take someone's name in vain • iemands naam ijdel gebruikenwhat's-his/her/its-name? • hoe heet hij/zij/het ook al weer?, dingeswhat's in a name? • wat zegt een naam?he knows all his students by name • hij kent al zijn studenten bij naamI know him by name • ik ken hem van naama man by/of the name of Jones • iemand die Jones heet, een zekere Jonestake one's name off the books • zich laten uitschrijven (als lid)keep one's name on the books • ingeschreven blijven staanhe hasn't a penny to his name • hij heeft geen centI can't put a name to him • ik kan hem niet precies thuisbrengenI can't put a name to it • ik weet niet precies hoe ik het moet zeggenfirst name • voornaam〈 voornamelijk Brits-Engels〉 second name • familienaam, achternaamhe has a name for avarice • hij staat als gierig bekenddrag someone's name through the mire • iemands naam door het slijk halencall someone names • iemand uitschelden/beschimpena name to conjure with • een naam die wonderen verricht, een invloedrijke naamlend one's name to • zijn naam lenen aanin the name of • in (de) naam van, omwille van→ big big/————————name2〈 werkwoord〉1 noemen ⇒ benoemen, een naam geven♦voorbeelden:she was named after her mother, 〈 Amerikaans-Engels ook〉she was named for her mother • ze was naar haar moeder genoemd5 name the day • de trouwdag/huwelijksdatum vaststellen6 the victim has been named as John Smith • de naam van het slachtoffer is vrijgegeven; het is J.S. -
9 conjurer
-
10 conjurée
См. также в других словарях:
Conjure One — Origin Vancouver, British Columbia, Canada Genres Electronic Ambient Trip hop Pop Years active 1997–present … Wikipedia
Conjure One — Datos generales Origen Vancouver, Columbia Británica, Canadá … Wikipedia Español
Conjure One (album) — Conjure One Studio album by Conjure One Released 17 September 2002 … Wikipedia
Conjure Wife — … Wikipedia
Conjure One (álbum) — Conjure One Album de Conjure One Publicación 17 de septiembre 2002 Grabación 1997 2001 Género(s) Electrónica Ambient Duración … Wikipedia Español
Conjure One — Жанры электронная музыка, эмбиент, трип хоп Годы с 1997 по настоящее время Страна … Википедия
conjuré — conjuré, ée [ kɔ̃ʒyre ] n. • 1213; lat. conjuratus → conjurer ♦ Membre d une conjuration. La scène « où Cinna rend compte de son entrevue avec les conjurés » (Voltaire). ● conjuré, conjurée nom (latin conjuratus) Personne qui prend part à une… … Encyclopédie Universelle
Conjure Wife — Données clés Titre original Conjure Wife Réalisation Billy Ray Scénario Billy Ray d après Ballet de sorcières de Fritz Leiber Sociétés de production United Artists … Wikipédia en Français
Conjure — Con jure, v. t. To affect or effect by conjuration; to call forth or send away by magic arts; to excite or alter, as if by magic or by the aid of supernatural powers. [1913 Webster] The habitation which your prophet . . . conjured the devil into … The Collaborative International Dictionary of English
conjuré — conjuré, ée (kon ju ré, rée) part. passé. 1° Qui prend part à un complot. • Puissent tous ses voisins ensemble conjurés Saper ses fondements encor mal assurés, CORN. Hor. IV, 5. • Rome poursuit en vous un ennemi fatal Plus conjuré contre… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
conjure — ► VERB (usu. conjure up) 1) cause to appear as if by magic. 2) call to the mind. 3) call upon (a spirit) to appear by magic. 4) archaic implore to do something. ● a name to conjure with Cf. ↑a name to conjure with … English terms dictionary