-
1 современник
tijdgenoot -
2 Elizabethan
adj. Elizabethaan, uit de tijd van Elizabeth eerste koningin van engeland--------n. Elizabethaan, tijdgenoot van Elizabeth engelands eerste koningin[ illizzəbie:θn] -
3 coeval
-
4 contemporain
contemporain [kõtãporrẽ]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉2 eigentijds ⇒ hedendaags, actueel, modern♦voorbeelden:un(e) contemporain(e) • tijdgenoot, -note1. m (f - contemporaine)tijdgenoot/-genote2. = contemporaine; contemporainadj1) contemporain, hedendaags, modern -
5 современник
ngener. contemporain, contemporair, tijdgenoot -
6 contemporary
adj. hedentijds; modern--------n. van zijn generatie; van zijn leeftijdcontemporary1[ kəntemp(r)ərie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: contemporaries〉————————contemporary21 contemporain ⇒ gelijktijdig, uit dezelfde tijd2 even oud -
7 coevally
adv. als tijdgenoot -
8 his contemporary
zijn tijdgenoot -
9 un contemporain
un(e) contemporain(e)tijdgenoot, -note -
10 Zeitgenosse
-
11 zeitgenössisch
zeitgenössisch1 van een tijdgenoot, van tijdgenoten ⇒ hedendaags, contemporain♦voorbeelden:1 zeitgenössische Biografien, Biographien über Koch • door tijdgenoten geschreven biografieën over Kochzeitgenössische Kunst • hedendaagse, moderne kunst
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Датский
- Немецкий
- Нидерландский
- Русский
- Турецкий
- Французский