Перевод: со всех языков на все языки

со всех языков на все языки

the+secret+will+keep

  • 21 keep

    n. inkomen, inkomsten; donjon (gevangenis in fort of kasteel)
    --------
    v. houden; bewaren; krijgen; onderhouden; volhouden; leiden; voeren; groot laten worden; eigenaar zijn van
    keep1
    [ kie:p]
    1  donjon ⇒ (hoofd)toren, burchttoren
    2  bolwerk ⇒ bastion
    ♦voorbeelden:
    〈 informeel〉 for keeps • voor altijd, voorgoed
         play for keep • menens/voor het ‘echte’ spelen
    1  (levens)onderhoud ⇒ kost, voedsel
    ♦voorbeelden:
    1   earn your keep • de kost verdienen; je eten waard zijn/verdienen
    ————————
    keep2
    〈 kept, kept〉
    3 〈Brits-Engels; informeel〉 wonen 〈 voornamelijk universiteit van Cambridge〉
    ♦voorbeelden:
    1   keep cool! • houd je kalm!
         keep left • s houden
         will you please keep still! • blijf nou toch eens stil zitten!
         keep going • door (blijven) gaan
         keep talking! • blijf praten!
         how is John keeping? • hoe gaat het met John?
         keep abreast of • 〈 letterlijk〉 bijhouden; 〈 figuurlijk〉 op de hoogte blijven van
         keep ahead of • (een stapje) voor blijven
         keep away (from) • uit de buurt blijven (van), wegblijven (van)
         keep back • op een afstand blijven
         keep down • verstopt/verborgen blijven, beneden/onder blijven
         keep down, you fool! • bukken/kop omlaag, idioot!
         keep indoors • in huis blijven
         if the rain keeps off • als het droog blijft
         keep off/out! • verboden toegang!
         keep together • bij elkaar blijven
         keep under • onder (de oppervlakte) blijven
         keep from smoking • niet roken
         keep off • uit de buurt blijven van; vermijden
         keep off alcohol for a while • de drank een tijdje laten staan
         keep off the grass • verboden op het gras te lopen
    2   〈 figuurlijk〉 your news will have to keep a bit • dat nieuwtje van jou moet maar even wachten
    → keep at keep at/, keep in keep in/, keep in with keep in with/, keep on keep on/, keep to keep to/, keep up keep up/
    1  houden ⇒ zich houden aan, bewaren
    2  houden ⇒ onderhouden, eropna houden; (in dienst) hebben
    3 (in bezit) hebben/houden ⇒ bewaren; 〈 bij uitbreiding ook〉 in voorraad hebben, verkopen
    4  hoeden ⇒ beschermen, bewaren
    5  houden 〈 in bepaalde toestand〉 ⇒ 〈 bij uitbreiding ook〉 ophouden, vasthouden, tegenhouden
    6  bijhouden 〈(dag)boek e.d.〉 ⇒ houden
    7  houden ⇒ aanhouden, blijven in/op
    ♦voorbeelden:
    1   come and keep me company • kom me gezelschap houden
         keep a promise • een belofte nakomen
         keep the Sabbath • de sabbat in acht nemen
         keep a secret • een geheim bewaren
    2   keep chickens • kippen houden
         keep a hotel • een hotel hebben
         keep a mistress • een maîtresse hebben
         keep one's wife • z'n vrouw onderhouden
    3   keep the change • laat maar zitten
         this shop doesn't keep pencils • deze winkel verkoopt geen potloden
         will you keep this record for me? • wil je deze plaat voor me bewaren?
         〈 informeel〉 you can keep it • je mag het houden, ik hoef het niet
    4   may God keep you • God behoede/beware u
    5   keep within bounds • binnen de perken houden
         illness kept him in bed for a week • vanwege ziekte moest hij een week in bed blijven
         keep it clean • houd het netjes
         the sick child had to be kept warm • het zieke kind moest warm gehouden worden
         keep something going • iets aan de gang houden
         keep someone waiting • iemand laten wachten
         what kept you (so long)? • wat heeft je zo (lang) opgehouden?
         the police tried to keep the fans away • de politie probeerde de fans uit de buurt te houden
         keep back • tegenhouden, op een afstand houden; achterhouden, geheimhouden
         we will keep back 10% of the cost till July as agreed • zoals overeengekomen betalen we de laatste 10% pas in juli
         keep down • binnenhouden 〈 voedsel〉; omlaaghouden, laag houden; onder de duim houden 〈 insecten(plaag), mensen〉; onderdrukken, inhouden 〈 woede〉
         keep one's weight down • z'n gewicht binnen de perken houden
         〈 figuurlijk〉 you can't keep a good man down • wat er in zit komt er uit
         the army kept the people down • het leger onderdrukte het volk
         keep your head down! • bukken!
         keep your voices down! • niet zo hard (praten)!
         keep someone indoors • iemand binnenhouden
         keep off • op een afstand houden
         keep someone out • iemand buitensluiten
         keep together • bij elkaar houden
         keep under • onderdrukken; onder de duim houden
         they kept him under with morphine • ze hielden hem bewusteloos met morfine
         keep that kid away from those wheels! • hou dat jong bij die wielen vandaan!
         he tried to keep the bad news from his father • hij probeerde het slechte nieuws voor z'n vader verborgen te houden
         keep the girls from scratching each other • zorg dat de meisjes elkaar niet krabben
         keep someone in something • zorgen dat iemand geen gebrek heeft aan iets
         he wanted to keep his wife in luxury • hij wilde zijn vrouw in luxe laten leven
         he couldn't keep his eyes off the girl • hij kon z'n ogen niet van het meisje afhouden
         keep your hands off me! • blijf met je fikken van me af!
         keep them out of harm's way • zorg dat ze geen gevaar lopen
         he tried to keep the story out of the papers • hij probeerde het verhaal uit de pers te houden
         he kept it to himself • hij hield het voor zich
    6   Mary used to keep (the) accounts • Mary hield de boeken bij
         keep someone abreast of • iemand op de hoogte houden van
    7   keep one's bed • het bed houden
         keep the middle of the road • op het midden van de weg blijven rijden
         keep your seat! • blijf (toch) zitten!
    → keep in keep in/, keep on keep on/, keep up keep up/

    English-Dutch dictionary > keep

  • 22 keep

    [ki:p] 1. past tense, past participle - kept; verb
    1) (to have for a very long or indefinite period of time: He gave me the picture to keep.) obdržati
    2) (not to give or throw away; to preserve: I kept the most interesting books; Can you keep a secret?) obdržati (zase)
    3) (to (cause to) remain in a certain state or position: I keep this gun loaded; How do you keep cool in this heat?; Will you keep me informed of what happens?) imeti, (vz)držati
    4) (to go on (performing or repeating a certain action): He kept walking.) nadaljevati
    5) (to have in store: I always keep a tin of baked beans for emergencies.) imeti na zalogi
    6) (to look after or care for: She keeps the garden beautifully; I think they keep hens.) skrbeti za, rediti
    7) (to remain in good condition: That meat won't keep in this heat unless you put it in the fridge.) držati se
    8) (to make entries in (a diary, accounts etc): She keeps a diary to remind her of her appointments; He kept the accounts for the club.) voditi
    9) (to hold back or delay: Sorry to keep you.) zadrževati
    10) (to provide food, clothes, housing for (someone): He has a wife and child to keep.) vzdrževati
    11) (to act in the way demanded by: She kept her promise.) držati
    12) (to celebrate: to keep Christmas.) praznovati
    2. noun
    (food and lodging: She gives her mother money every week for her keep; Our cat really earns her keep - she kills all the mice in the house.) oskrba; stanovanje in hrana
    - keeping
    - keep-fit
    - keepsake
    - for keeps
    - in keeping with
    - keep away
    - keep back
    - keep one's distance
    - keep down
    - keep one's end up
    - keep from
    - keep going
    - keep hold of
    - keep house for
    - keep house
    - keep in
    - keep in mind
    - keep it up
    - keep off
    - keep on
    - keep oneself to oneself
    - keep out
    - keep out of
    - keep time
    - keep to
    - keep something to oneself
    - keep to oneself
    - keep up
    - keep up with the Joneses
    - keep watch
    * * *
    I [ki:p]
    noun
    history osrednji grajski stolp, trdnjava, temnica; življenjske potrebščine, oskrba, stanovanje in hrana, vzdrževanje; paša, krma; military utrdba, reduta; plural igra, pri kateri zmagovalec obdrži dobitek
    to earn one's keep — preživljati se, zaslužiti za vsakdanji kruh
    II [ki:p]
    1.
    transitive verb
    držati, obdržati, ohraniti, zadržati; držati se (zakona, navade); vztrajati, obdržati se; zadrževati koga; vzdrževati, čuvati, varovati, podpirati; nadzirati, na skrbi imeti, skrbeti za; imeti, voditi (trgovino), upravljati (šolo), imeti (sejo); imeti v zalogi; voditi (knjige, račune); praznovati, obhajati (praznik); imeti, gojiti (čebele, konje itd.);
    2.
    intransitive verb
    ostati (doma, v postelji); počutiti se ( he ŋs well); držati se, ne kvariti se (hrana, vreme); kar naprej kaj delati ( she ŋs smiling); colloquially stanovati (where do you keep?)
    to keep s.o. at arm's length — ne dati komu do sebe
    to keep s.o.'s counsel — varovati tujo skrivnost
    to keep one's countenance — ostati resen, zadrževati smeh
    to keep clear of — izogniti se česa, čuvati se česa
    to keep s.o. company — delati komu družbo
    to keep company with — skupaj hoditi, družiti se z
    to keep s.th. dark — obdržati zase, ne izdati
    to keep one's end up — braniti svoja načela, opravljati svoje delo
    to keep an eye on ( —ali out for) —ali to keep one's eyes open ( —ali skinned) —ali to keep one's weather eye lifted — imeti odprte oči, budno paziti
    to keep the field — vztrajati, ne se umakniti
    to keep (a) guard over s.o. — čuvati koga
    sport to keep (the) goal — biti vratar, čuvati gol
    God keep you! — bog te varuj!
    to keep s.th. going — ohraniti kaj v teku
    to keep s.o. going — komu (denarno) pomagati; ohraniti koga pri življenju
    to keep one's ground — ne popustiti, vztrajati, ostati čvrst
    to keep early ( —ali good) hours — prihajati zgodaj domov, hoditi zgodaj spat
    to keep bad ( —ali late) hours — prihajati pozno domov, hoditi pozno spat
    to keep one's head — ne izgubiti glave, ostati miren
    to keep house — vzdrževati družino, gospodinjiti
    to keep open house — biti gostoljuben, sprejemati goste ob vsakem času
    to keep a good look-out — budno opazovati, paziti
    to keep s.o. for lunch — zadržati koga pri kosilu
    to keep pace ( —ali step) with — iti v korak, ne zaostajati
    to keep s.o. posted ( —ali advised, informed, up to date) — stalno koga obveščati
    to keep the pot boiling — životariti, komaj se prebijati
    to keep good relations with s.o. — ostati s kom v dobrih odnosih
    to keep a record of s.th. — voditi zapise o čem
    to keep sight of — imeti kaj pred očmi, misliti na
    to keep in suspense — pustiti koga v negotovosti; commerce imeti v evidenci (nerešeno zadevo)
    to keep track of — zasledovati (dogodke), biti na tekočem
    to keep one's temper — zadržati se, ne razburjati se
    American to keep tabs on — nadzirati, budno spremljati (dogodke), zapomniti si
    to keep together — biti složen, držati skupaj
    to keep watch (over, on) — stražiti koga, oprezovati za kom

    English-Slovenian dictionary > keep

  • 23 keep

    [kiːp] 1. pt, pp kept, vt
    ( retain) receipt zachowywać (zachować perf); money zatrzymywać (zatrzymać perf); job utrzymywać (utrzymać perf); (preserve, store) przechowywać (przechować perf), trzymać; ( detain) zatrzymywać (zatrzymać perf); ( hold back) powstrzymywać (powstrzymać perf); shop, accounts, notes prowadzić; chickens etc hodować, trzymać (inf); family utrzymywać; promise dotrzymywać (dotrzymać perf) +gen

    we try to keep her happy — staramy się, żeby była zadowolona

    to keep an appointment — przychodzić (przyjść perf) na (umówione) spotkanie

    to keep sth to o.s. — zachowywać (zachować perf) coś dla siebie

    to keep sb from doing sth — powstrzymywać (powstrzymać perf) kogoś od (z)robienia czegoś

    to keep time — clock wskazywać czas

    Phrasal Verbs:
    2. vi 3. n
    ( expenses) utrzymanie nt; ( of castle) baszta f
    * * *
    [ki:p] 1. past tense, past participle - kept; verb
    1) (to have for a very long or indefinite period of time: He gave me the picture to keep.) trzymać, mieć w posiadaniu
    2) (not to give or throw away; to preserve: I kept the most interesting books; Can you keep a secret?) zatrzymać
    3) (to (cause to) remain in a certain state or position: I keep this gun loaded; How do you keep cool in this heat?; Will you keep me informed of what happens?) utrzymywać
    4) (to go on (performing or repeating a certain action): He kept walking.) wciąż (coś robić), nie przestawać
    5) (to have in store: I always keep a tin of baked beans for emergencies.) mieć (w zapasie)
    6) (to look after or care for: She keeps the garden beautifully; I think they keep hens.) utrzymywać
    7) (to remain in good condition: That meat won't keep in this heat unless you put it in the fridge.) zachowywać swieżość
    8) (to make entries in (a diary, accounts etc): She keeps a diary to remind her of her appointments; He kept the accounts for the club.) prowadzić
    9) (to hold back or delay: Sorry to keep you.) zatrzymywać
    10) (to provide food, clothes, housing for (someone): He has a wife and child to keep.) utrzymywać
    11) (to act in the way demanded by: She kept her promise.) dotrzymywać
    12) (to celebrate: to keep Christmas.) obchodzić
    2. noun
    (food and lodging: She gives her mother money every week for her keep; Our cat really earns her keep - she kills all the mice in the house.) utrzymanie
    - keeping
    - keep-fit
    - keepsake
    - for keeps
    - in keeping with
    - keep away
    - keep back
    - keep one's distance
    - keep down
    - keep one's end up
    - keep from
    - keep going
    - keep hold of
    - keep house for
    - keep house
    - keep in
    - keep in mind
    - keep it up
    - keep off
    - keep on
    - keep oneself to oneself
    - keep out
    - keep out of
    - keep time
    - keep to
    - keep something to oneself
    - keep to oneself
    - keep up
    - keep up with the Joneses
    - keep watch

    English-Polish dictionary > keep

  • 24 keep

    [ki:p] 1. past tense, past participle - kept; verb
    1) (to have for a very long or indefinite period of time: He gave me the picture to keep.) geyma, varðveita; fá til eignar
    2) (not to give or throw away; to preserve: I kept the most interesting books; Can you keep a secret?) geyma, varðveita; þegja yfir
    3) (to (cause to) remain in a certain state or position: I keep this gun loaded; How do you keep cool in this heat?; Will you keep me informed of what happens?) halda, hafa
    4) (to go on (performing or repeating a certain action): He kept walking.) halda áfram
    5) (to have in store: I always keep a tin of baked beans for emergencies.) eiga, vera með
    6) (to look after or care for: She keeps the garden beautifully; I think they keep hens.) rækta, halda við
    7) (to remain in good condition: That meat won't keep in this heat unless you put it in the fridge.) geymast
    8) (to make entries in (a diary, accounts etc): She keeps a diary to remind her of her appointments; He kept the accounts for the club.) halda, færa, skrifa
    9) (to hold back or delay: Sorry to keep you.) tefja
    10) (to provide food, clothes, housing for (someone): He has a wife and child to keep.) framfæra, sjá um
    11) (to act in the way demanded by: She kept her promise.) standa við, halda
    12) (to celebrate: to keep Christmas.) halda upp á
    2. noun
    (food and lodging: She gives her mother money every week for her keep; Our cat really earns her keep - she kills all the mice in the house.) uppihald, fæði og húsnæði
    - keeping
    - keep-fit
    - keepsake
    - for keeps
    - in keeping with
    - keep away
    - keep back
    - keep one's distance
    - keep down
    - keep one's end up
    - keep from
    - keep going
    - keep hold of
    - keep house for
    - keep house
    - keep in
    - keep in mind
    - keep it up
    - keep off
    - keep on
    - keep oneself to oneself
    - keep out
    - keep out of
    - keep time
    - keep to
    - keep something to oneself
    - keep to oneself
    - keep up
    - keep up with the Joneses
    - keep watch

    English-Icelandic dictionary > keep

  • 25 keep

    vártorony, eltartás to keep: halad vmerre, eltart, tart vmerre, nem romlik meg
    * * *
    [ki:p] 1. past tense, past participle - kept; verb
    1) (to have for a very long or indefinite period of time: He gave me the picture to keep.) őriz
    2) (not to give or throw away; to preserve: I kept the most interesting books; Can you keep a secret?) megtart
    3) (to (cause to) remain in a certain state or position: I keep this gun loaded; How do you keep cool in this heat?; Will you keep me informed of what happens?) tart
    4) (to go on (performing or repeating a certain action): He kept walking.) folytat, tovább (tett vmit)
    5) (to have in store: I always keep a tin of baked beans for emergencies.) tart (raktáron)
    6) (to look after or care for: She keeps the garden beautifully; I think they keep hens.) gondoz; tart
    7) (to remain in good condition: That meat won't keep in this heat unless you put it in the fridge.) nem romlik meg
    8) (to make entries in (a diary, accounts etc): She keeps a diary to remind her of her appointments; He kept the accounts for the club.) vezet
    9) (to hold back or delay: Sorry to keep you.) feltart
    10) (to provide food, clothes, housing for (someone): He has a wife and child to keep.) eltart
    11) (to act in the way demanded by: She kept her promise.) teljesít
    12) (to celebrate: to keep Christmas.) megünnepel
    2. noun
    (food and lodging: She gives her mother money every week for her keep; Our cat really earns her keep - she kills all the mice in the house.) eltartás
    - keeping
    - keep-fit
    - keepsake
    - for keeps
    - in keeping with
    - keep away
    - keep back
    - keep one's distance
    - keep down
    - keep one's end up
    - keep from
    - keep going
    - keep hold of
    - keep house for
    - keep house
    - keep in
    - keep in mind
    - keep it up
    - keep off
    - keep on
    - keep oneself to oneself
    - keep out
    - keep out of
    - keep time
    - keep to
    - keep something to oneself
    - keep to oneself
    - keep up
    - keep up with the Joneses
    - keep watch

    English-Hungarian dictionary > keep

  • 26 keep

    n. iç kale, kale, geçim, yiyecek, bakım, himaye
    ————————
    v. tutmak, bulundurmak, sağlamak, korumak, temelli almak, sürdürmek, devam ettirmek, alıkoymak, bakmak, gözkulak olmak, işletmek, uymak, kalmak, durmak, kutlamak
    * * *
    1. konumunda tut (v.) 2. elde tut 3. erzak (n.)
    * * *
    [ki:p] 1. past tense, past participle - kept; verb
    1) (to have for a very long or indefinite period of time: He gave me the picture to keep.) saklamak, elinde tutmak
    2) (not to give or throw away; to preserve: I kept the most interesting books; Can you keep a secret?) saklamak, atmamak
    3) (to (cause to) remain in a certain state or position: I keep this gun loaded; How do you keep cool in this heat?; Will you keep me informed of what happens?) kalmak, tutmak, sürdürmek
    4) (to go on (performing or repeating a certain action): He kept walking.) yapmaya devam etmek
    5) (to have in store: I always keep a tin of baked beans for emergencies.) saklamak, bulundurmak
    6) (to look after or care for: She keeps the garden beautifully; I think they keep hens.) bakmak, tutmak
    7) (to remain in good condition: That meat won't keep in this heat unless you put it in the fridge.) taze kalmak, dayanmak
    8) (to make entries in (a diary, accounts etc): She keeps a diary to remind her of her appointments; He kept the accounts for the club.) tutmak
    9) (to hold back or delay: Sorry to keep you.) tutmak, alıkoymak
    10) (to provide food, clothes, housing for (someone): He has a wife and child to keep.) bakmak, geçindirmek
    11) (to act in the way demanded by: She kept her promise.) tutmak, durmak, yerine getirmek
    12) (to celebrate: to keep Christmas.) kutlamak
    2. noun
    (food and lodging: She gives her mother money every week for her keep; Our cat really earns her keep - she kills all the mice in the house.) (günlük) harcamalar, masraflar, geçim
    - keeping
    - keep-fit
    - keepsake
    - for keeps
    - in keeping with
    - keep away
    - keep back
    - keep one's distance
    - keep down
    - keep one's end up
    - keep from
    - keep going
    - keep hold of
    - keep house for
    - keep house
    - keep in
    - keep in mind
    - keep it up
    - keep off
    - keep on
    - keep oneself to oneself
    - keep out
    - keep out of
    - keep time
    - keep to
    - keep something to oneself
    - keep to oneself
    - keep up
    - keep up with the Joneses
    - keep watch

    English-Turkish dictionary > keep

  • 27 keep

    • hoitaa
    • varjella
    • viivyttää
    • elatus
    • elättää
    • estää
    • täyttää
    • pysytellä
    • pysyttää
    • pysyä
    • pysyttäytyä
    • linna
    military
    • linnoitus
    • hallita
    • pidättää
    • pelastaa
    • pidellä
    • salata
    • suojella
    • säilyttää
    • säilyä
    • tallettaa
    • säästää
    • ylläpitää
    • pitää kunnossa
    • pitää
    • pitää kaupan
    * * *
    ki:p 1. past tense, past participle - kept; verb
    1) (to have for a very long or indefinite period of time: He gave me the picture to keep.) pitää
    2) (not to give or throw away; to preserve: I kept the most interesting books; Can you keep a secret?) säilyttää
    3) (to (cause to) remain in a certain state or position: I keep this gun loaded; How do you keep cool in this heat?; Will you keep me informed of what happens?) pitää
    4) (to go on (performing or repeating a certain action): He kept walking.) jatkaa
    5) (to have in store: I always keep a tin of baked beans for emergencies.) pitää varastossa
    6) (to look after or care for: She keeps the garden beautifully; I think they keep hens.) hoitaa
    7) (to remain in good condition: That meat won't keep in this heat unless you put it in the fridge.) säilyä
    8) (to make entries in (a diary, accounts etc): She keeps a diary to remind her of her appointments; He kept the accounts for the club.) pitää
    9) (to hold back or delay: Sorry to keep you.) pidätellä
    10) (to provide food, clothes, housing for (someone): He has a wife and child to keep.) elättää
    11) (to act in the way demanded by: She kept her promise.) pitää
    12) (to celebrate: to keep Christmas.) juhlia
    2. noun
    (food and lodging: She gives her mother money every week for her keep; Our cat really earns her keep - she kills all the mice in the house.) ylläpito
    - keeping
    - keep-fit
    - keepsake
    - for keeps
    - in keeping with
    - keep away
    - keep back
    - keep one's distance
    - keep down
    - keep one's end up
    - keep from
    - keep going
    - keep hold of
    - keep house for
    - keep house
    - keep in
    - keep in mind
    - keep it up
    - keep off
    - keep on
    - keep oneself to oneself
    - keep out
    - keep out of
    - keep time
    - keep to
    - keep something to oneself
    - keep to oneself
    - keep up
    - keep up with the Joneses
    - keep watch

    English-Finnish dictionary > keep

  • 28 keep

    [ki:p] 1. past tense, past participle - kept; verb
    1) (to have for a very long or indefinite period of time: He gave me the picture to keep.) []turēt
    2) (not to give or throw away; to preserve: I kept the most interesting books; Can you keep a secret?) glabāt
    3) (to (cause to) remain in a certain state or position: I keep this gun loaded; How do you keep cool in this heat?; Will you keep me informed of what happens?) []glabāt; noturēt
    4) (to go on (performing or repeating a certain action): He kept walking.) turpināt (kaut ko darīt)
    5) (to have in store: I always keep a tin of baked beans for emergencies.) paglabāt; turēt (krājumā)
    6) (to look after or care for: She keeps the garden beautifully; I think they keep hens.) []turēt
    7) (to remain in good condition: That meat won't keep in this heat unless you put it in the fridge.) (par pārtiku) saglabāties (svaigam)
    8) (to make entries in (a diary, accounts etc): She keeps a diary to remind her of her appointments; He kept the accounts for the club.) izdarīt ierakstus
    9) (to hold back or delay: Sorry to keep you.) aizkavēt
    10) (to provide food, clothes, housing for (someone): He has a wife and child to keep.) uzturēt (kādu)
    11) (to act in the way demanded by: She kept her promise.) turēt; ievērot
    12) (to celebrate: to keep Christmas.) svinēt
    2. noun
    (food and lodging: She gives her mother money every week for her keep; Our cat really earns her keep - she kills all the mice in the house.) iztika; uzturs
    - keeping
    - keep-fit
    - keepsake
    - for keeps
    - in keeping with
    - keep away
    - keep back
    - keep one's distance
    - keep down
    - keep one's end up
    - keep from
    - keep going
    - keep hold of
    - keep house for
    - keep house
    - keep in
    - keep in mind
    - keep it up
    - keep off
    - keep on
    - keep oneself to oneself
    - keep out
    - keep out of
    - keep time
    - keep to
    - keep something to oneself
    - keep to oneself
    - keep up
    - keep up with the Joneses
    - keep watch
    * * *
    uzturs, iztika; galvenais tornis; paturēt, turēt; glabāt; ievērot, turēt; noturēt, saglabāt; palikt; uzturēt; turpināt; sargāt; saglabāties; vest; aizkavēt; justies; svinēt

    English-Latvian dictionary > keep

  • 29 keep

    [ki:p] 1. past tense, past participle - kept; verb
    1) (to have for a very long or indefinite period of time: He gave me the picture to keep.) laikyti
    2) (not to give or throw away; to preserve: I kept the most interesting books; Can you keep a secret?) išlaikyti
    3) (to (cause to) remain in a certain state or position: I keep this gun loaded; How do you keep cool in this heat?; Will you keep me informed of what happens?) išlaikyti
    4) (to go on (performing or repeating a certain action): He kept walking.) toliau (ką daryti), tebe-
    5) (to have in store: I always keep a tin of baked beans for emergencies.) laikyti, turėti
    6) (to look after or care for: She keeps the garden beautifully; I think they keep hens.) laikyti, prižiūrėti
    7) (to remain in good condition: That meat won't keep in this heat unless you put it in the fridge.) išsilaikyti
    8) (to make entries in (a diary, accounts etc): She keeps a diary to remind her of her appointments; He kept the accounts for the club.) vesti
    9) (to hold back or delay: Sorry to keep you.) užlaikyti
    10) (to provide food, clothes, housing for (someone): He has a wife and child to keep.) išlaikyti
    11) (to act in the way demanded by: She kept her promise.) išlaikyti
    12) (to celebrate: to keep Christmas.) (at)švęsti
    2. noun
    (food and lodging: She gives her mother money every week for her keep; Our cat really earns her keep - she kills all the mice in the house.) išlaikymas
    - keeping
    - keep-fit
    - keepsake
    - for keeps
    - in keeping with
    - keep away
    - keep back
    - keep one's distance
    - keep down
    - keep one's end up
    - keep from
    - keep going
    - keep hold of
    - keep house for
    - keep house
    - keep in
    - keep in mind
    - keep it up
    - keep off
    - keep on
    - keep oneself to oneself
    - keep out
    - keep out of
    - keep time
    - keep to
    - keep something to oneself
    - keep to oneself
    - keep up
    - keep up with the Joneses
    - keep watch

    English-Lithuanian dictionary > keep

  • 30 keep

    n. uppehälle, underhåll, ekonomi; fort, fästning
    --------
    v. hålla kvar; behålla; hålla; underhålla, försörja; fortsätta; sköta, leda; föda upp; äga
    * * *
    [ki:p] 1. past tense, past participle - kept; verb
    1) (to have for a very long or indefinite period of time: He gave me the picture to keep.) behålla
    2) (not to give or throw away; to preserve: I kept the most interesting books; Can you keep a secret?) behålla, bevara
    3) (to (cause to) remain in a certain state or position: I keep this gun loaded; How do you keep cool in this heat?; Will you keep me informed of what happens?) ha, hålla []
    4) (to go on (performing or repeating a certain action): He kept walking.) fortsätta
    5) (to have in store: I always keep a tin of baked beans for emergencies.) ha, förvara
    6) (to look after or care for: She keeps the garden beautifully; I think they keep hens.) hålla, ha
    7) (to remain in good condition: That meat won't keep in this heat unless you put it in the fridge.) stå sig, hålla sig
    8) (to make entries in (a diary, accounts etc): She keeps a diary to remind her of her appointments; He kept the accounts for the club.) föra, sköta
    9) (to hold back or delay: Sorry to keep you.) uppehålla
    10) (to provide food, clothes, housing for (someone): He has a wife and child to keep.) försörja, sörja för
    11) (to act in the way demanded by: She kept her promise.) hålla
    12) (to celebrate: to keep Christmas.) fira
    2. noun
    (food and lodging: She gives her mother money every week for her keep; Our cat really earns her keep - she kills all the mice in the house.) uppehälle
    - keeping
    - keep-fit
    - keepsake
    - for keeps
    - in keeping with
    - keep away
    - keep back
    - keep one's distance
    - keep down
    - keep one's end up
    - keep from
    - keep going
    - keep hold of
    - keep house for
    - keep house
    - keep in
    - keep in mind
    - keep it up
    - keep off
    - keep on
    - keep oneself to oneself
    - keep out
    - keep out of
    - keep time
    - keep to
    - keep something to oneself
    - keep to oneself
    - keep up
    - keep up with the Joneses
    - keep watch

    English-Swedish dictionary > keep

  • 31 keep

    [ki:p] 1. past tense, past participle - kept; verb
    1) (to have for a very long or indefinite period of time: He gave me the picture to keep.) uchovat, vlastnit
    2) (not to give or throw away; to preserve: I kept the most interesting books; Can you keep a secret?) ponechat si; udržet
    3) (to (cause to) remain in a certain state or position: I keep this gun loaded; How do you keep cool in this heat?; Will you keep me informed of what happens?) udržovat
    4) (to go on (performing or repeating a certain action): He kept walking.) pokračovat v
    5) (to have in store: I always keep a tin of baked beans for emergencies.) mít v zásobě
    6) (to look after or care for: She keeps the garden beautifully; I think they keep hens.) udržovat; chovat
    7) (to remain in good condition: That meat won't keep in this heat unless you put it in the fridge.) vydržet (čerstvý)
    8) (to make entries in (a diary, accounts etc): She keeps a diary to remind her of her appointments; He kept the accounts for the club.) vést (si)
    9) (to hold back or delay: Sorry to keep you.) zdržovat
    10) (to provide food, clothes, housing for (someone): He has a wife and child to keep.) živit
    11) (to act in the way demanded by: She kept her promise.) dodržet
    12) (to celebrate: to keep Christmas.) slavit
    2. noun
    (food and lodging: She gives her mother money every week for her keep; Our cat really earns her keep - she kills all the mice in the house.) obživa
    - keeping
    - keep-fit
    - keepsake
    - for keeps
    - in keeping with
    - keep away
    - keep back
    - keep one's distance
    - keep down
    - keep one's end up
    - keep from
    - keep going
    - keep hold of
    - keep house for
    - keep house
    - keep in
    - keep in mind
    - keep it up
    - keep off
    - keep on
    - keep oneself to oneself
    - keep out
    - keep out of
    - keep time
    - keep to
    - keep something to oneself
    - keep to oneself
    - keep up
    - keep up with the Joneses
    - keep watch
    * * *
    • udržet
    • udržovat
    • zachovat
    • zachovávat
    • pokračovat v něčem
    • pečovat
    • hlídat
    • keep/kept/kept
    • chovat
    • chránit
    • držet

    English-Czech dictionary > keep

  • 32 keep

    [ki:p] 1. past tense, past participle - kept; verb
    1) (to have for a very long or indefinite period of time: He gave me the picture to keep.) uchovať
    2) (not to give or throw away; to preserve: I kept the most interesting books; Can you keep a secret?) ponechať si; zachovať
    3) (to (cause to) remain in a certain state or position: I keep this gun loaded; How do you keep cool in this heat?; Will you keep me informed of what happens?) udržiavať
    4) (to go on (performing or repeating a certain action): He kept walking.) pokračovať v
    5) (to have in store: I always keep a tin of baked beans for emergencies.) mať na sklade
    6) (to look after or care for: She keeps the garden beautifully; I think they keep hens.) udržiavať; chovať
    7) (to remain in good condition: That meat won't keep in this heat unless you put it in the fridge.) vydržať, ostať (čerstvý), nepokaziť sa
    8) (to make entries in (a diary, accounts etc): She keeps a diary to remind her of her appointments; He kept the accounts for the club.) viesť (si)
    9) (to hold back or delay: Sorry to keep you.) udržiavať, zdržať, zdržiavať
    10) (to provide food, clothes, housing for (someone): He has a wife and child to keep.) živiť, podporovať, starať sa
    11) (to act in the way demanded by: She kept her promise.) dodržať
    12) (to celebrate: to keep Christmas.) oslavovať
    2. noun
    (food and lodging: She gives her mother money every week for her keep; Our cat really earns her keep - she kills all the mice in the house.) obživa
    - keeping
    - keep-fit
    - keepsake
    - for keeps
    - in keeping with
    - keep away
    - keep back
    - keep one's distance
    - keep down
    - keep one's end up
    - keep from
    - keep going
    - keep hold of
    - keep house for
    - keep house
    - keep in
    - keep in mind
    - keep it up
    - keep off
    - keep on
    - keep oneself to oneself
    - keep out
    - keep out of
    - keep time
    - keep to
    - keep something to oneself
    - keep to oneself
    - keep up
    - keep up with the Joneses
    - keep watch
    * * *
    • viest
    • vytrvat
    • výživa
    • vydržiavat
    • zachovávat
    • strava
    • starat sa
    • udržovat
    • držat
    • chovat
    • dodržiavat
    • oslavovat
    • ponechat
    • podporovat
    • krmivo
    • mat
    • nechat
    • nestratit
    • nepovolit
    • neprestávat

    English-Slovak dictionary > keep

  • 33 keep

    [ki:p] 1. past tense, past participle - kept; verb
    1) (to have for a very long or indefinite period of time: He gave me the picture to keep.) a păstra
    2) (not to give or throw away; to preserve: I kept the most interesting books; Can you keep a secret?) a păstra
    3) (to (cause to) remain in a certain state or position: I keep this gun loaded; How do you keep cool in this heat?; Will you keep me informed of what happens?) a ţine, a păstra
    4) (to go on (performing or repeating a certain action): He kept walking.) a continua să
    5) (to have in store: I always keep a tin of baked beans for emergencies.) a păstra
    6) (to look after or care for: She keeps the garden beautifully; I think they keep hens.) a avea gri­jă de
    7) (to remain in good condition: That meat won't keep in this heat unless you put it in the fridge.) a se conserva, a se păstra
    8) (to make entries in (a diary, accounts etc): She keeps a diary to remind her of her appointments; He kept the accounts for the club.) a păs­tra
    9) (to hold back or delay: Sorry to keep you.) a reţine (pe cineva)
    10) (to provide food, clothes, housing for (someone): He has a wife and child to keep.) a între­ţine
    11) (to act in the way demanded by: She kept her promise.) a ţine (o promisiune)
    12) (to celebrate: to keep Christmas.)
    2. noun
    (food and lodging: She gives her mother money every week for her keep; Our cat really earns her keep - she kills all the mice in the house.) întreţinere, hrană
    - keeping
    - keep-fit
    - keepsake
    - for keeps
    - in keeping with
    - keep away
    - keep back
    - keep one's distance
    - keep down
    - keep one's end up
    - keep from
    - keep going
    - keep hold of
    - keep house for
    - keep house
    - keep in
    - keep in mind
    - keep it up
    - keep off
    - keep on
    - keep oneself to oneself
    - keep out
    - keep out of
    - keep time
    - keep to
    - keep something to oneself
    - keep to oneself
    - keep up
    - keep up with the Joneses
    - keep watch

    English-Romanian dictionary > keep

  • 34 keep

    [ki:p] 1. past tense, past participle - kept; verb
    1) (to have for a very long or indefinite period of time: He gave me the picture to keep.) κρατώ, φυλάγω
    2) (not to give or throw away; to preserve: I kept the most interesting books; Can you keep a secret?) κρατώ
    3) (to (cause to) remain in a certain state or position: I keep this gun loaded; How do you keep cool in this heat?; Will you keep me informed of what happens?) διατηρώ, τηρώ
    4) (to go on (performing or repeating a certain action): He kept walking.) συνεχίζω
    5) (to have in store: I always keep a tin of baked beans for emergencies.) κρατώ
    6) (to look after or care for: She keeps the garden beautifully; I think they keep hens.) φροντίζω, διατηρώ
    7) (to remain in good condition: That meat won't keep in this heat unless you put it in the fridge.) διατηρούμαι
    8) (to make entries in (a diary, accounts etc): She keeps a diary to remind her of her appointments; He kept the accounts for the club.) κρατώ (ενήμερο)
    9) (to hold back or delay: Sorry to keep you.) καθυστερώ
    10) (to provide food, clothes, housing for (someone): He has a wife and child to keep.) συντηρώ
    11) (to act in the way demanded by: She kept her promise.) κρατώ
    12) (to celebrate: to keep Christmas.) γιορτάζω
    2. noun
    (food and lodging: She gives her mother money every week for her keep; Our cat really earns her keep - she kills all the mice in the house.) συντήρηση, έξοδα συντηρήσεως
    - keeping
    - keep-fit
    - keepsake
    - for keeps
    - in keeping with
    - keep away
    - keep back
    - keep one's distance
    - keep down
    - keep one's end up
    - keep from
    - keep going
    - keep hold of
    - keep house for
    - keep house
    - keep in
    - keep in mind
    - keep it up
    - keep off
    - keep on
    - keep oneself to oneself
    - keep out
    - keep out of
    - keep time
    - keep to
    - keep something to oneself
    - keep to oneself
    - keep up
    - keep up with the Joneses
    - keep watch

    English-Greek dictionary > keep

  • 35 keep

    [ki:p] 1. past tense, past participle - kept; verb
    1) (to have for a very long or indefinite period of time: He gave me the picture to keep.) garder
    2) (not to give or throw away; to preserve: I kept the most interesting books; Can you keep a secret?) conserver, garder
    3) (to (cause to) remain in a certain state or position: I keep this gun loaded; How do you keep cool in this heat?; Will you keep me informed of what happens?) garder, tenir
    4) (to go on (performing or repeating a certain action): He kept walking.) continuer à
    5) (to have in store: I always keep a tin of baked beans for emergencies.) garder
    6) (to look after or care for: She keeps the garden beautifully; I think they keep hens.) entretenir
    7) (to remain in good condition: That meat won't keep in this heat unless you put it in the fridge.) se conserver, (se) garder
    8) (to make entries in (a diary, accounts etc): She keeps a diary to remind her of her appointments; He kept the accounts for the club.) tenir
    9) (to hold back or delay: Sorry to keep you.) retenir
    10) (to provide food, clothes, housing for (someone): He has a wife and child to keep.) entretenir
    11) (to act in the way demanded by: She kept her promise.) tenir
    12) (to celebrate: to keep Christmas.) fêter
    2. noun
    (food and lodging: She gives her mother money every week for her keep; Our cat really earns her keep - she kills all the mice in the house.) entretien, nourriture
    - keeping - keep-fit - keepsake - for keeps - in keeping with - keep away - keep back - keep one's distance - keep down - keep one's end up - keep from - keep going - keep hold of - keep house for - keep house - keep in - keep in mind - keep it up - keep off - keep on - keep oneself to oneself - keep out - keep out of - keep time - keep to - keep something to oneself - keep to oneself - keep up - keep up with the Joneses - keep watch

    English-French dictionary > keep

  • 36 keep

    [ki:p] 1. past tense, past participle - kept; verb
    1) (to have for a very long or indefinite period of time: He gave me the picture to keep.) guardar
    2) (not to give or throw away; to preserve: I kept the most interesting books; Can you keep a secret?) guardar, conservar
    3) (to (cause to) remain in a certain state or position: I keep this gun loaded; How do you keep cool in this heat?; Will you keep me informed of what happens?) manter(-se)
    4) (to go on (performing or repeating a certain action): He kept walking.) prosseguir
    5) (to have in store: I always keep a tin of baked beans for emergencies.) guardar
    6) (to look after or care for: She keeps the garden beautifully; I think they keep hens.) manter
    7) (to remain in good condition: That meat won't keep in this heat unless you put it in the fridge.) conservar(-se)
    8) (to make entries in (a diary, accounts etc): She keeps a diary to remind her of her appointments; He kept the accounts for the club.) manter
    9) (to hold back or delay: Sorry to keep you.) reter
    10) (to provide food, clothes, housing for (someone): He has a wife and child to keep.) manter
    11) (to act in the way demanded by: She kept her promise.) manter
    12) (to celebrate: to keep Christmas.) celebrar
    2. noun
    (food and lodging: She gives her mother money every week for her keep; Our cat really earns her keep - she kills all the mice in the house.) sustento
    - keeping - keep-fit - keepsake - for keeps - in keeping with - keep away - keep back - keep one's distance - keep down - keep one's end up - keep from - keep going - keep hold of - keep house for - keep house - keep in - keep in mind - keep it up - keep off - keep on - keep oneself to oneself - keep out - keep out of - keep time - keep to - keep something to oneself - keep to oneself - keep up - keep up with the Joneses - keep watch

    English-Portuguese (Brazil) dictionary > keep

  • 37 keep

    [kiːp] past tense, past participle kept [kept]
    1. verb
    1) to have for a very long or indefinite period of time:

    He gave me the picture to keep.

    يُحافِظ على، يَحْفَظ
    2) not to give or throw away; to preserve:

    Can you keep a secret?

    يَحْتَفِظ ب
    3) to (cause to) remain in a certain state or position:

    How do you keep cool in this heat?

    Will you keep me informed of what happens?

    يُبْقي، يَبْقى
    4) to go on (performing or repeating a certain action):

    He kept walking.

    يَسْتَمِر
    5) to have in store:

    I always keep a tin of baked beans for emergencies.

    يَحْتَفِظ ب
    6) to look after or care for:

    I think they keep hens.

    يَعْتَني ب
    7) to remain in good condition:

    That meat won't keep in this heat unless you put it in the fridge.

    يَبْقى في حالةٍ جيِّدَه
    8) to make entries in (a diary, accounts etc):

    He kept the accounts for the club.

    يَحْتَفِظ ب، يُسَجِّل
    9) to hold back or delay:

    Sorry to keep you.

    يَحْجِز
    10) to provide food, clothes, housing for (someone):

    He has a wife and child to keep.

    يُعيل
    11) to act in the way demanded by:

    She kept her promise.

    يَفي بالوَعْد
    12) to celebrate:

    to keep Christmas.

    يَحْتَفِل
    2. noun
    food and lodging:

    Our cat really earns her keep – she kills all the mice in the house.

    قوت، إعالَه

    Arabic-English dictionary > keep

  • 38 the talk of the town

    то, о чём говорит весь город; ≈ притча во языцех

    ‘It will be the talk of the town in a day or two; and there is no need why I should keep the secret any longer,’ said Lady Rockminster. (W. Thackeray, ‘Pendennis’, vol. II, ch. XXXIII) — - Не сегодня-завтра об этом все будут говорить, и я не вижу теперь надобности держать это в тайне, - сказала леди Рокминстер.

    Large English-Russian phrasebook > the talk of the town

  • 39 the talk of the town

       тo, o чём гoвopит вecь гopoд; пpитчa вo языцex
        'It will be the talk of the town in a day or two: and there is no need why I should keep the secret any longer,' said Lady Rockminster (W. M. Thackeray)

    Concise English-Russian phrasebook > the talk of the town

  • 40 kept

    /ki:p/ * ngoại động từ kept - giữ, giữ lại =to keep something as a souvenir+ giữ cái gì coi như một vật kỷ niệm =to keep hold of something+ nắm giữ cái gì - giữ, tuân theo, y theo, thi hành, đúng =to keep one's promise (word)+ giữ lời hứa =to keep an appointment+ y hẹn =to keep the laws+ tuân giữ pháp luật - giữ, canh phòng, bảo vệ; phù hộ =to keep the town against the enemy+ bảo vệ thành phố chống lại kẻ thù =God keep you!+ Chúa phù hộ cho anh! =to keep the goal+ (thể dục,thể thao) giữ gôn - giữ gìn, giấu =to keep a secret+ giữ một điều bí mật =to keep something from somebody+ giấu ai cái gì - giữ gìn (cho ngăn nắp gọn gàng), bảo quản; chăm sóc, trông nom; quản lý =to keep the house for somebody+ trông nom nhà cửa cho ai =to keep the cash+ giữ két =to keep a shop+ quản lý một cửa hiệu - giữ riêng, để ra, để riêng ra, để dành =to keep something to onself+ giữ riêng cái gì cho mình =to keep something for future time+ để dành cái gì cho mai sau - giữ lại, giam giữ =to keep somebody in prison+ giam ai vào tù - ((thường) + from) giữ cho khỏi, giữ đứng, ngăn lại, nhịn tránh =to keep somebody from falling+ giữ cho ai khỏi ngã =to keep oneself from smoking+ nhịn hút thuốc - nuôi, nuôi nấng; bao (gái) =to keep a family+ nuôi nấng gia đình =to keep bees+ nuôi ong =to keep a woman+ bao gái =a kept woman+ gái bao - (thương nghiệp) có thường xuyên để bán =do they keep postcards here?+ ở đây người ta có bán bưu thiếp không? - cứ, cứ để cho, bắt phải =to keep silence+ cứ làm thinh =to keep someone waiting+ bắt ai chờ đợi - không rời, ở lỳ, vẫn cứ, ở trong tình trạng =to keep one's room+ không ra khỏi phòng (ốm...) - theo =to keep a straight course+ theo một con đường thẳng - (+ at) bắt làm kiên trì, bắt làm bền bỉ =to keep sosmebody at some work+ bắt ai làm bền bỉ một công việc gì - làm (lễ...), tổ chức (lễ kỷ niện...) =to keep one's birthday+ tổ chức kỷ niệm ngày sinh * nội động từ - vẫn cứ, cứ, vẫn ở tình trạng tiếp tục =the weather will keep fine+ thời tiết sẽ vẫn cứ đẹp =to keep laughing+ cứ cười =keep straight on for two miles+ anh hây cứ tiếp tục đi thẳng hai dặm đường nữa - (thông tục) ở =where do you keep?+ anh ở đâu? - đẻ được, giữ được, để dành được (không hỏng, không thổi...) (đồ ăn...) =these apples do not keep+ táo này không để được - (+ to) giữ lấy, bám lấy, cứ theo, không rời xa =to keep to one's course+ cứ đi theo con đường của mình =to keep to one's promise+ giữ lời hứa =keep to the right+ hây cứ theo bên phải mà đi - (nghĩa bóng) có thể để đấy, có thể đợi đấy =that business can keep+ công việc đó có thể hây cứ để đấy đã - (+ from, off) rời xa, tránh xa; nhịn =keep off!+ tránh ra!, xê ra! =keep off the grass+ không được giẫm lên bãi cỏ - (+ at) làm kiên trì, làm bền bỉ (công việc gì...) =to keep had at work for a week+ làm bền bỉ trong suốt một tuần !to keep away - để xa ra, bắt ở xa ra; cất đi =keep knives away from children+ cất dao đi đừng cho trẻ con nghịch !to keep back - giữ lại - làm chậm lại; chặn lại, cản lại, cầm lại =to keep back one's téa+ cầm nước mắt - giấu không nói ra - đứng ở đằng sau, ở lại đằng sau - tránh xa ra !to keep down - cầm lại, nén lại, dằn lại - cản không cho lên, giữ không cho lên =to keep prices down+ giữ giá không cho lên - không trở dậy (cứ quỳ, cứ ngồi, cứ nằm) - (quân sự) nằm phục kích !to keep from - nhịn, kiêng, nén, nín; tự kiềm chế được =can't keep from laughing+ không nén cười được !to keep in - dằn lại, nén lại, kiềm chế, kìm lại (sự xúc đông, tình cảm...) - giữ không cho ra ngoài; phạt bắt (học sinh) ở lại sau giờ học - giữ cho (ngọn lửa) cháy đều - ở trong nhà, không ra ngoài - vẫn thân thiện, vẫn hoà thuận (với ai) =to keep in with somebody+ vẫn thân thiện với ai !to keep off - để cách xa ra, làm cho xa ra - ở cách xa ra, tránh ra !to keep on - cứ vẫn tiếp tục =to keep on reading+ cứ đọc tiếp - cứ để, cứ giữ =to keep on one's hat+ cứ để mũ trên đầu (không bỏ ra) !to keep out - không cho vào; không để cho, không cho phép =to keep children out of mischief+ không để cho trẻ con nghịch tinh - đứng ngoài, không xen vào, không dính vào; tránh =to keep out of somebody's way+ tránh ai =to keep out of quarrel+ không xen vào cuộc cãi lộn !to keeo together - kết hợp nhau, gắn bó với nhau, không rời nhau !to keep under - đè nén, thống trị, bắt quy phục; kiềm chế !to keep up - giữ vững, giữ không cho đổ, giữ không cho hạ, giữ không cho xuống; giữ cho tốt, bảo quản tốt (máy...) =to keep up one's spirits+ giữ vững tinh thần =to keep up prices+ giữ giá không cho xuống - duy trì, tiếp tục, không bỏ =to keep up a correspondence+ vẫn cứ tiếp tục thư từ qua lại - bắt thức đêm, không cho đi ngủ - giữ vững tinh thần; không giảm, không hạ - (+ with) theo kịp, ngang hàng với, không thua kém =to keep up with somebody+ theo kịp ai, không thua kém ai !to keep abreast of (with) - theo kịp, không lạc hậu so với =to keep abreast with the timmes+ theo kịp thời đại !to keep a check on - (xem) check !to keep clear of - tránh, tránh xa !to keep company - (xem) company !to keep somebody company - (xem) company !to keep good (bad) company - (xem) company !to keep one's countenance - (xem) countenance !to keep one's [own] counsel - (xem) counsel !to keep dark - lẫn trốn, núp trốn !to keep one's distance - (xem) distance !to keep doing something - tiếp tục làm việc gì !to keep one's end up - không đầu hàng, không nhượng bộ; giữ vững ý kiến của mình !to keep an eye on - để mắt vào, theo dõi; trông giữ, canh giữ !to keep somebody going - giúp đỡ ai về vật chất (để cho có thể sống được, làm ăn được...) !to keep one's hair on - (xem) hair !to keep one's head - (xem) head !to keep late hours - (xem) hour !to keep mum - lặng thinh, nín lặng; giữ kín, không nói ra !to keep oneself to oneswelf - không thích giao thiệp; không thích giao du; sống tách rời !to keep open house - ai đến cũng tiếp đãi, rất hiếu khách !to keep pace with - (xem) pace !to keep peace with - giữ quan hệ tốt với !to keep one's shirt on - (xem) shirt !to keep a stiff upper lip - (xem) lip !to keep tab(s) on - (xem) tab !to keep one's temper - (xem) temper !to keep good time - đúng giờ (đồng hồ) !to keep track of track - (xem) track !to keep up appearances - (xem) appearance !to keep watch - cảnh giác đề phòng * danh từ - sự nuôi thân, sự nuôi nấng (gia đình...); cái để nuôi thân, cái để nuôi nấng (gia đình...) =to earn one's keep+ kiếm ăn, kiếm cái nuôi thân - (từ Mỹ,nghĩa Mỹ) người giữ - (từ Mỹ,nghĩa Mỹ) nhà tù, nhà giam - (sử học) tháp, pháo đài, thành luỹ !for keeps - (thông tục) thường xuyên; mãi mãi, vĩnh viễn !in good keep - trong tình trạng tốt !in low keep - trong tình trạng xấu

    English-Vietnamese dictionary > kept

Страницы

См. также в других словарях:

  • The Secret (2006 film) — The Secret Directed by Drew Heriot Produced by Rhonda Byrne (Executive Producer), Paul Harrington (Producer) …   Wikipedia

  • The Secret Saturdays — logo Genre Animated Action/Adventure Created by Jay Stephens …   Wikipedia

  • The Secret of NIMH — Theatrical release poster Directed by Don Bluth Produced by …   Wikipedia

  • The Secret World of Alex Mack — Intertitle Genre Science fiction Fantasy Teen drama Comedy Created by …   Wikipedia

  • The Secret World of Santa Claus — is a children s animated television show that originates from France. It is syndicated to several countries worldwide, including Teletoon in Canada, and is generally seen every December during the holiday season. On December 25, 2007, Christmas… …   Wikipedia

  • The Secret of Monkey Island — Steve Purcell s cover art depicts the pr …   Wikipedia

  • (the) truth will out — old fashioned phrase used for saying that people will find out the truth about something, even if you try to keep it a secret Thesaurus: ways of telling or not telling secretssynonym Main entry: truth * * * (the …   Useful english dictionary

  • The Secret Garden — For other uses, see Secret Garden (disambiguation). The Secret Garden   …   Wikipedia

  • The Secret Agent — Infobox Book name = The Secret Agent title orig = translator = image caption = The Modern Library s 2004 reissue of Conrad s The Secret Agent . author = Joseph Conrad illustrator = cover artist = country = United Kingdom language = English series …   Wikipedia

  • The Secret of the Swordfish — Graphicnovelbox| title=The Secret of The Swordfish foreigntitle=Le Secret de l Espadon caption=Cover of the third album, depicting the Swordfish publisher=Le Lombard date=1950 1953 series=Blake and Mortimer main char team= origpublication=Tintin… …   Wikipedia

  • The Secret Dreamworld of a Shopaholic — Confessions of a Shopaholic redirects here. For film, see Confessions of a Shopaholic (film). The Secret Dreamworld of a Shopaholic   Author(s) Sophie Kinsella …   Wikipedia

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка:
… Нажмите правой клавишей мыши и выберите «Копировать ссылку»