-
1 terugplaatsen
v. replace, restore -
2 terugplaatsen
• to place back• to replace -
3 terugplaatsen
ramener, rapporter, remettre, reposer -
4 to place back
terugplaatsen -
5 to replace
terugplaatsenuitwisselenvernieuwenvervangenverwisselen -
6 pull through
bijkomen; verplaatsen; terugplaatsen; erdoor getrokken worden; erdoor trekken; schoonmaken (v. geweerloop)pull through♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 erdoor trekken ⇒ doen genezen, laten slagen♦voorbeelden: -
7 replace
v. vervangen; vernieuwen; terugzetten[ riplees]1 terugplaatsen ⇒ terugleggen, terugzetten♦voorbeelden: -
8 reculer
reculer [rəkuulee]1 achteruitgaan ⇒ achteruitlopen, -rijden, terugwijken2 terrein verliezen ⇒ teruggaan, achteruitgaan♦voorbeelden:reculer pour mieux sauter • een afwachtende houding aannemen, toegeven om later meer te vragenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 achteruit-, terugzetten ⇒ achteruit-, terugplaatsen♦voorbeelden:1 reculer les frontières • de grenzen verleggen, uitbreidenv2) terugdeizen (voor), terugschrikken4) uitstellen -
9 terugzetten
1 [achteruitzetten] reculer2 [terugplaatsen] remettre à sa place3 [degraderen] dégrader♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский