-
1 terugkaatsen
II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [terugwerpen] renvoyer -
2 terugkaatsen
-
3 terugkaatsen
réfléchir, refléter, renvoyer, se réfléchir -
4 de bal terugkaatsen
de bal terugkaatsen -
5 bal
I 〈de〉1 [sport en spel] 〈 klein〉 balle 〈v.〉 ⇒ 〈 groter〉 ballon 〈m.〉 ⇒ 〈 klein, massief〉 boule 〈v.〉 ⇒ 〈 biljart, ook〉 bille 〈v.〉♦voorbeelden:de bal terugkaatsen • renvoyer la balle〈 spreekwoord〉 wie kaatst moet de bal verwachten • qui s'y frotte, s'y pique¶ mooie bal! • bien joué!de ballen van iets begrijpen • ne piger que dalle à qc.geen bal zin hebben • avoir autant envie (de ça) que d'aller se pendregeen bal uitvoeren • ne rien fiche(r)geen bal van iets weten • être complètement nul sur un sujetde ballen! • à un de ces quatre!II 〈 het〉♦voorbeelden:na afloop bal, bal na • la soirée se terminera par un bal -
6 weerkaatsen
1 [terugkaatsen] renvoyer2 [m.b.t. licht] réfléchir3 [m.b.t. geluid] répercuter1 [teruggekaatst worden] être renvoyé2 [m.b.t. licht] se réfléchir3 [m.b.t. geluid] se répercuter
Перевод: с нидерландского на французский
с французского на нидерландский- С французского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Французский
- Шведский