-
21 daar sta je normaal niet bij stil
daar sta je normaal niet bij stilVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > daar sta je normaal niet bij stil
-
22 ik heb altijd de neiging om haar te beschermen
ik heb altijd de neiging om haar te beschermenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik heb altijd de neiging om haar te beschermen
-
23 je vergeet vaak …
je vergeet vaak …〈 ook〉 you tend to forget …Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je vergeet vaak …
-
24 neigen
2 [hellen] incline♦voorbeelden:een bang mens neigt van nature tot achterdocht • a timid person tends by nature to be suspiciousII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
25 neiging
1 inclination ⇒ tendency, 〈 karaktereigenschap ook〉 propensity, 〈 karaktereigenschap ook〉 penchant, 〈 karaktereigenschap ook〉 bent, 〈 slechte karaktereigenschap〉 proclivity♦voorbeelden:1 fascistische/artistieke neigingen • fascist/artistic tendencieshij toonde niet de minste neiging om … • he was not at all inclined to …vreemde neigingen hebben • have strange quirksik heb altijd de neiging om haar te beschermen • I always tend to protect herergens de neiging toe voelen • feel inclined to (do something)zijn natuurlijke neiging om precies het verkeerde te doen • his natural propensity for doing precisely the wrong thingeen neiging tot wreedheid • a proclivity to(wards) cruelty -
26 op de winkel letten
op de winkel lettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op de winkel letten
-
27 overhellen
♦voorbeelden:het schip helt over naar bakboord • the ship lists to portdoen overhellen • tilt (over)2 tot een andere mening/andere partij overhellen • incline to a different opinion/party -
28 plegen
1 [met betrekking tot personen] be in the habit of2 [met betrekking tot zaken] tend♦voorbeelden:2 die klok pleegt achter te lopen • that clock tends to be slow/is usually slowII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [(iets ongeoorloofds) bedrijven] commit2 [doen, verrichten] do ⇒ perform -
29 saai
♦voorbeelden:verschrikkelijk saai • terribly boringiets saai brengen/vertellen • make something deadly boringzijn colleges zijn vaak nogal saai • his lectures tend to be rather dull -
30 samengaan
1 [gepaard gaan] go together♦voorbeelden:1 afgunst en domheid gaan meestal samen • envy and stupidity tend to go together/often go hand in handons bedrijf is met Dodgson samengegaan • our company has merged with Dodgson'sniet samengaan met • not go (together) with -
31 stilstaan
1 [staan zonder te bewegen] stand still♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 heb je er ooit bij stilgestaan dat … • has it ever occurred to you that …ik heb er geen moment bij stilgestaan • I didn't give it a moment's thoughtde telefoon staat niet stil • the telephone never stops ringingdaar staat mijn verstand bij stil • it's beyond my comprehension -
32 strekken
2 [toereikend zijn] last ⇒ go♦voorbeelden:3 een daartoe strekkende motie werd door de oppositie ingediend • a motion to that effect was proposed by the oppositioniemand tot voordeel strekken • be to the benefit of/beneficial to someoneII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
33 tenderen
1 tend (towards/to) ⇒ be inclined (to)♦voorbeelden: -
34 vaak
♦voorbeelden:1 heel vaak • very often/frequentlydat gebeurt niet vaak • that doesn't happen very oftenje vergeet vaak … • 〈 ook〉 you tend to forget …hoe vaak heb ik het (je) niet gezegd? • how often/how many times have I told you?maar al te vaak • all too oftensteeds vaker • more and more (frequently)vaker wel dan niet • more often than not -
35 verzorgen
2 [in goede staat houden] look after♦voorbeelden: -
36 winkel
1 shop, store♦voorbeelden:1 een winkel in modeartikelen • a boutique, a fashion storede winkels aflopen voor een plaat • scour the shops for a recordwinkels kijken • go window-shoppingeen winkel openen/hebben • open up/keep a shopeen rijdende winkel • a mobile shopwinkeltje spelen • play shops/shopkeeperzijn winkel wegdoen • sell up, shut up shopin een winkel staan • work in a shop -
37 zijn colleges zijn vaak nogal saai
zijn colleges zijn vaak nogal saaiVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn colleges zijn vaak nogal saai
-
38 zwemen
- 1
- 2
См. также в других словарях:
tend — tend … Dictionnaire des rimes
tend — [ tend ] verb *** 1. ) intransitive to usually do a particular thing: tend to do something: He tends to exaggerate. The gym tends to get very busy at around six o clock. We tend to take technology for granted nowadays. These arguments tend merely … Usage of the words and phrases in modern English
Tend — Tend, v. i. [F. tendre, L. tendere, tensum and tentum, to stretch, extend, direct one s course, tend; akin to Gr. ? to stretch, Skr. tan. See {Thin}, and cf. {Tend} to attend, {Contend}, {Intense}, {Ostensible}, {Portent}, {Tempt}, {Tender} to… … The Collaborative International Dictionary of English
Tend — Tend, v. t. [imp. & p. p. {Tended}; p. pr. & vb. n. {Tending}.] [Aphetic form of attend. See {Attend}, {Tend} to move, and cf. {Tender} one that tends or attends.] 1. To accompany as an assistant or protector; to care for the wants of; to look… … The Collaborative International Dictionary of English
tend — W1S1 [tend] v [Sense: 1, 3, 5; Date: 1300 1400; : Old French; Origin: tendre to stretch , from Latin tendere] [Sense: 2, 4; Date: 1100 1200; Origin: attend] 1.) tend to do sth if something tends to happen, it happens often and is likely to happen … Dictionary of contemporary English
tend — tend1 [tend] vt. [ME tenden, aphetic < attenden: see ATTEND] 1. to take care of; minister to; watch over; look after; attend to [to tend plants or animals, to tend the sick] 2. to be in charge of or at work at; manage or operate [to tend a… … English World dictionary
tend — /tend/ verb 1 tend to do sth to often do a particular thing, especially something that is bad or annoying, and to be likely to do it again: Sally tends to interfere in other people s business. | The car does tend to overheat. 2 tend towards sth… … Longman dictionary of contemporary English
tend — tend, attend, mind, watch are comparable when they mean to take charge of or look after someone or something especially as a duty or in return for remuneration. Tend usually retains some notion of an earlier sense in which it means to pay… … New Dictionary of Synonyms
tend*/*/*/ — [tend] verb 1) [I] to usually do a particular thing He tends to exaggerate.[/ex] I tend not to go out so much in the winter.[/ex] 2) [I/T] to take care of someone or something Eddie kept himself busy tending the garden.[/ex] Doctors were tending… … Dictionary for writing and speaking English
Tend — Tend, v. i. 1. To wait, as attendants or servants; to serve; to attend; with on or upon. [1913 Webster] Was he not companion with the riotous knights That tend upon my father? Shak. [1913 Webster] 2. [F. attendre.] To await; to expect. [Obs.]… … The Collaborative International Dictionary of English
tend — Ⅰ. tend [1] ► VERB 1) frequently behave in a particular way or have a certain characteristic. 2) go or move in a particular direction. ORIGIN Latin tendere stretch, tend . Ⅱ. tend [2] ► … English terms dictionary