-
1 counterpart
-
2 answer
n. antwoord; oplossing--------v. antwoorden, een antwoord geven; beantwoordenanswer1[ a:nsə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 antwoord ⇒ reactie; oplossing, resultaat♦voorbeelden:he gave/made no answer • hij gaf geen antwoordknow the answers to the questions • de vragen kunnen beantwoordenno answer • er wordt niet opgenomen, ik krijg geen gehoorin answer to your letter • in antwoord op uw briefmy only answer to that • mijn enige reactie daarop————————answer2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 antwoorden (op) ⇒ beantwoorden, het/een antwoord geven op♦voorbeelden:1 answer your father! • geef je vader antwoord!the ship didn't answer the helm • het schip luisterde niet naar het roerour prayers were answered • onze gebeden werden verhoordanswer the telephone • de telefoon opnemen→ answer back answer back/ -
3 pendant
-
4 twin
adj. gelijkend--------n. tweeling--------v. een tweeling krijgen; samenbrengen, samenkoppelen tot een paartwin1[ twin] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————twin2♦voorbeelden:twin brother/sister • tweelingbroer/zustertwin towers • twee identieke torens naast elkaar————————twin3〈werkwoord; twinned〉♦voorbeelden:
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский