-
1 dik tevreden (zijn)
dik tevreden (zijn)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dik tevreden (zijn)
-
2 dik
dik1〈 het〉1 [bezinksel] grounds, dregs2 [dik gedeelte] thick♦voorbeelden:iemand door dik en dun volgen • support someone/stand by someone through thick and thin/fair and foul————————dik24 [opgezet, gezwollen] swollen♦voorbeelden:1 een dik boek • a thick/fat book10 cm dik • 10 cm thickde dikke darm • the large intestineze stonden tien rijen dik • they stood ten (rows) deepeen dikke streep/lijn • a thick/bold stroke/lineeen dikke trui • a thick jumperdik worden • thicken, set, congealdie jurk maakt dik • that dress makes you look fatdik worden • grow fatzij heeft aanleg om dik te worden • she puts on weight easilydik worden • swell (up)¶ dik doen • swank, swagger, boastzich dik maken (over iets) • get worked up (about something)II 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉♦voorbeelden:een dikke voldoende • a (very) high markdik tevreden (zijn) • (be) well-satisfieddik verdiend • well-earnedhij is dik in de zeventig • he is well into his seventiesdik onder het stof • thick with dustdat komt dik voor elkaar/mekaar • that'll work out finehet er dik bovenop leggen • lay it on thickhet ligt er dik bovenop • it is quite obviousdat zit er dik in • I wouldn't be surpriseddik in iets zitten • have plenty of somethingdikke vrienden zijn • be great/close friendseen dikke mist • thick fog -
3 dikte
♦voorbeelden:een dikte van vier voet • four feet thick3 de dikte van de mist • the thickness/density of the fog4 een dikte aan een tak • a swelling/lump on a branch -
4 binden
2 [boeien] tie (up)4 [in zijn vrijheid beperken] bind5 [boekwezen] bind6 [dik maken] thicken♦voorbeelden:hij weet zijn personeel aan zich te binden • he knows how to hold on to his staffII 〈wederkerend werkwoord; zich binden〉1 [een verplichting op zich nemen] commit oneself (to) ⇒ bind/pledge oneself (to)2 [figuurlijk] [een band smeden] be a bond♦voorbeelden: -
5 zitten
1 [gezeten zijn] sit2 [zich met een doel ergens bevinden] sit3 [een functie bekleden] be4 [geruime tijd ergens vertoeven; verblijven] be5 [wonen] live6 [zich bevinden in de genoemde toestand] be7 [met betrekking tot een volharden in, gelaten worden op een plaats, in een toestand] 〈 zie voorbeelden〉8 [met betrekking tot zaken, zich bevinden, bevestigd zijn] be9 [met betrekking tot kleding] fit10 [gevuld, bedekt zijn met] be12 [met onbepaalde wijs] [bezig zijn met] be (… -ing), sit (… -ing)♦voorbeelden:1 blijf zitten • stay sitting (down), remain seatedgaan zitten • sit down, take a seat〈 figuurlijk〉 er eens voor gaan zitten • 〈 ter hand nemen〉 get (right) down to something/business; 〈 omstandig gaan vertellen〉 launch into one's storyzit je goed/lekker? • are you comfortable?aan de koffie zitten • be having coffeebij welke groep zit jij? • which group are you in?Jones zit in een vergadering • Jones is at a meeting3 in het bestuur zitten • be/serve on the boardop een kantoor zitten • be/work in an officewaar zit hij toch? • where can he be?nog in de kleine kinderen zitten • still have young children (on one's hands)hij zit in de amusementswereld/olie-industrie • he is in entertainment/oilwij zitten nog midden in de examens • we are still in the middle of the examsmet een gebroken been zitten • have a broken legop zware lasten zitten • have heavy expenseszonder werk/benzine zitten • be out of work/petrol(bijna) zonder geld zitten • have run short of moneyhij zit erover in dat hij zijn auto moet verkopen • he's upset about having to sell his car7 〈 figuurlijk〉 die weduwe bleef met twee kinderen zitten • that widow was left with two children (on her hands)op school blijven zitten • stay down a classer is iets tussen mijn tanden blijven zitten • something has (got) stuck between my teeth〈 figuurlijk〉 hij liet het er niet bij zitten • 〈 niet over zijn kant laten gaan〉 he didn't take it lying down; 〈 erover blijven zeuren〉 he wouldn't leave it alonedaar zitten we dan! • now we're in a messmet een probleem zitten • have a problemhoe zit het (dan) met …? • what about … (then)?het blijft niet zitten • it won't stay putlaat maar zitten • keep the changedat zit • that will holdhoe zit dat in elkaar? • how does it (all) fit together?; 〈 figuurlijk ook〉 how does that work?〈 figuurlijk〉 hem hebben zitten • 〈 uit zijn humeur zijn〉 be in a bad mood; 〈 dronken zijn〉 have had (a drop) too much〈 figuurlijk〉 daar zit het 'm in • that makes all the difference; 〈 daar gaat het juist om〉 that's the whole point〈 figuurlijk〉 er zit iets achter • 〈 ook〉 there's more to it (than meets the eye); 〈 verborgen moeilijkheid〉 there must be a catch to it〈 figuurlijk〉 er zat niets anders op dan toe te geven • there was nothing (else) for it but to give in〈 figuurlijk〉 wat zit er anders op? • what else is there to do?het zit los/scheef • it is loose/crooked〈 figuurlijk〉 alles zit hem mee/tegen • everything is going his way/against himzit het goed vast? • is it well secured?〈 figuurlijk〉 waar zit het hem in? • 〈 wat is de moeilijkheid〉 what's the problem?; 〈 oorzaak〉 what caused/what's causing it?in sla zit vitamine C • lettuce contains vitamin Cer zit onweer in de lucht • a thunderstorm is brewingheb jij geld in zijn zaak zitten? • have you got money in his business?er zit een vlek op je jurk • there is a stain on your dress〈 figuurlijk〉 〈 met een gebaar naar de keel〉 het zit me tot hier • I'm fed up (to the back teeth) with it〈 figuurlijk〉 hoe zit dat? gaan we of blijven we thuis? • what about it now? are we going or are we staying at home?die roman/film zit uitstekend in elkaar • that novel/film is beautifully constructed〈 figuurlijk〉 weet jij, hoe de zaak precies in elkaar zit? • do you know all the ins and outs of the matter?ergens vol mee zitten • be full of somethingonder de modder/luizen/schulden zitten • be covered with mud/lice, be (up to one's ears) in debt12 we zitten te eten • we are having dinner/lunchze zit daar maar te piekeren • she just sits there broodinghij zit te springen om naar huis te gaan • he can't wait to go homein zijn eentje zitten zingen/drinken • sit singing to oneself, be a lone drinkerzitten te zitten • hang/sit aroundhet zit er aan te komen • it's on its wayop tekenles zitten • be taking drawing lessonsop water en brood zitten • be (kept) on bread and waterwegens diefstal zitten • do time for thefthij zit overal aan • he cannot leave anything aloneachter de meisjes aan zitten • chase ((around) after) girlsdaar zit een vrouw achter • there is a woman involvedde zomer zit er weer op • the summer's over againmijn taak zit er weer op • that's my job out of the wayhet zit erop • that's that (done)wie heeft er aan mijn recorder gezeten? • who has been at/ 〈 ernstiger〉tampering with my cassette-player?〈 figuurlijk〉 achter iemand/iets aan zitten • pursue someone/something; 〈 proberen relatie aan te knopen〉 be after someone; 〈 volgen〉 follow someoneer zit een actrice in haar • she has the makings of an actress (in her)ze zit goed in de kleren • she is well off for clothesdeze auto zit al gauw op 120 km • this car does 120 km fairly easily -
6 aan
aan11 [zich aan het lichaam bevindend] on3 [in werking, brandend] on4 [aan de gang] on♦voorbeelden:daar is niets aan • 〈 gemakkelijk〉 there's nothing to it; (it's a) piece of cake; 〈 saai〉 it's a waste of time; 〈 niet stuk〉 there's nothing the matter with itII 〈 bijwoord〉1 [na plaatsaanduidend bijwoord] 〈 vaak onvertaald, zie voorbeelden〉2 [in samengestelde werkwoord] 〈 vaak onvertaald, zie voorbeelden〉3 [op genoemde wijze] 〈 vaak onvertaald, zie voorbeelden〉♦voorbeelden:daar zijn we nog niet aan toe • we haven't got that far yet2 stel je niet zo aan! • stop carrying on like that!3 rustig aan! • calm down!, take it easy!¶ er goed/beroerd aan toe zijn • be (doing) well, be in a bad wayvan nu af aan • from now onvan voren af aan • from the beginningvan jongs af aan • from childhoodjij kunt ervan op aan dat … • you can count on it that …————————aan2〈 voorzetsel〉1 [met betrekking tot een fysieke verbondenheid] on ⇒ at, by2 [met betrekking tot een figuurlijk verbondenheid] by, with3 [bij werkwoord die een beweging aanduiden] to4 [tengevolge van] of, from5 [wat betreft] of6 [in de macht van] up to♦voorbeelden:aan een krant werken • work on a newspaperKoen stond aan het raam • Koen stood at the windowaan zee/de kust/een gracht wonen • live by the sea/on the coast/on a canaldoen aan • do, go in fortwee aan twee • two by twohij geeft les aan de universiteit • he lectures at the universityer is geen beginnen aan • that's impossibleaan wal gaan • go ashoreaan het werk gaan aan iets • go to work on somethinghoe kom je aan dat spul? • how did you get hold of that stuff?6 het is aan mij ervoor te zorgen dat … • it's up to me to see that …hij heeft het aan zijn hart • he's got heart troublehij is aan het joggen • he's out jogginghij is aan het strijken • he's (busy) ironingze zijn aan vakantie toe • they could do with a holiday -
7 jaar
1 year♦voorbeelden:een paar jaar geleden • a few years agoeen dik jaar • a good yeareen half jaar • half a yearin zijn jonge jaren • in his youtheen klein jaar • a little under a yearin latere jaren • in later yearshet lopend jaar • the present yearvolgend jaar • next yearin vroeger jaren • in years gone byhet is nu zes jaar (geleden) dat • it has been six years now sinceik lig al jaren in het ziekenhuis • I have been in hospital for yearshet hele jaar door • all (the) year roundjaar in, jaar uit • year after yeardoor de jaren heen • through the yearsin het jaar onzes Heren 1990 • in the year of our Lord 1990in de afgelopen tien jaar • in the past ten yearsin de laatste paar jaar, de laatste jaren • in the last few years, in recent yearsmet de jaren werd het beter • over the years things got betterom de vier jaar • every four yearsom de twee jaar • every other yearop jaren zijn • be well on in yearsjaar op jaar • year after yearover vijf jaar • five years from nowvandaag over een jaar • a year from todayper jaar • yearly, a year; 〈 geldzaken ook〉 per annum/yearjong van jaren • young in yearseen kind van zes jaar • a six-year-old (child)van 't jaar komt het er niet meer van • we won't get round to it this yearde auto van het jaar • the car of the yeariets van jaar tot jaar uitstellen • put something off year after yeareen wijn van het jaar 1979 • a wine of 1979 vintageeen vriend van jaren her/terug • a friend of many years' standingvanaf zijn derde jaar • from the age of three (onwards)hij is groot voor zijn jaren • he's big for his agevan het jaar nul • from the year dotde jaren tachtig/negentig • the eighties/ninetiesverleden week dinsdag is ze twaalf jaar geworden • she was twelve last Tuesday(en) nog vele jaren • many happy returns (of the day)de jaren zestig • the Sixtiesjaren en jaren • years and years -
8 touw
3 [weefgetouw] loom♦voorbeelden:iets met (een) touw(en) vastbinden/dichtbinden • tie something (up)¶ in touw zijn • be in harness, be hard at it/busyiets op touw zetten • plan/start something; launch/mount something 〈 campagne〉 -
9 leiding
2 [bestuur] direction ⇒ 〈 van een onderneming〉 management, 〈 bestuurders ook〉 managers, 〈 bestuurders ook〉 (board of) directors, 〈 leiders〉 leadership4 [sport] [koppositie] lead♦voorbeelden:1 belast zijn met de leiding van de vergadering • preside over/chair the meetingonder zijn bekwame leiding • under his (cap)able leadershipleiding geven (aan) • direct 〈 werkzaamheden〉; lead 〈 team〉; manage, run 〈 bedrijf〉; govern 〈 volk, vereniging〉; preside over/chair 〈 vergadering〉iemand de leiding geven • put someone in chargewie heeft er hier de leiding? • who's in charge here?de jeugd heeft meer leiding nodig • young people need more guidanceleiding kunnen geven • have leadership qualitieszelf de leiding nemen • take matters/things into one's own handshet orkest onder leiding van A. • the orchestra conducted by A.3 bovengrondse/ondergrondse leiding • aboveground/underground pipes/cables; 〈 elektriciteit bovengronds〉 overhead wires, lineelektrische leiding • electric wire/cable; 〈 bedrading〉 (electric) wiring; 〈 hoofdleiding〉 electricity main(s); 〈 voor aanvoer stroom〉 power lineleidingen aanleggen in een huis • 〈 elektriciteit〉 wire a house; 〈 gas, water〉 install the pipes/piping in a houseAjax heeft de leiding met 2 tegen 1 • Ajax leads 2-1 -
10 vet
vet1〈 het〉♦voorbeelden:iets in het vet zetten • grease something¶ iemand zijn vet geven • give someone a piece of one's mind, settle someone's hash————————vet26 [goed gevuld] fat7 [dik door veel inkt] bold♦voorbeelden:3 een vette grond • rich soil, fat/rich landhet vette der aarde • the fat of the land5 een vette huid/vet haar • a greasy/an oily skin, greasy/oily hairvette vingers op het papier • greasy fingermarks on the paper7 vette letters • bold/heavy type -
11 beslag
1 [voor pannenkoeken enz.] batter2 [metalen belegsel] fitting(s) ⇒ 〈 deur, venster〉 ironwork, metalwork, 〈 sieraad〉 mounting, 〈 sieraad〉 setting, 〈 paard〉 shoe, 〈 wandelstok〉 ferrule4 [juridisch] attachment ⇒ 〈 onder derden〉 garnishment order, 〈 met inbeslagneming, ook〉 seizure, sequestration, 〈 roerend goed〉 distress, 〈 op schip in oorlogstijd〉 embargo5 [oeverbekleding] mattress♦voorbeelden:een kist met koperen beslag • a chest with brass fittingsbeslag leggen op iemand • take up someone's timeiemands tijd in beslag nemen • take up someone's timehaar werk neemt haar helemaal in beslag • 〈 altijd werkend〉 she is obsessed by her work; 〈 geboeid〉 she is completely engrossed in her workdeze kast neemt te veel ruimte in beslag • this cupboard takes up too much spacein beslag genomen door • caught up in 〈 dromerij〉; preoccupied with 〈 de kinderen, zijn zorgen〉; absorbed in 〈 klus, boek〉; engrossed in 〈 boek〉het artikel neemt ruim vijf pagina's in beslag • the article runs to over five pagesbeslag leggen op een deel van iemands salaris • attach part of someone's earningser werd beslag gelegd op het meubilair door de deurwaarder • the bailiff took possession of the furnituresmokkelwaar in beslag nemen • confiscate contrabandde zaak heeft voor juni haar beslag gekregen • the matter was settled before June -
12 boter
1 [zuivelproduct] butter♦voorbeelden:1 een klontje boter • a pat/knob of butterdik met boter besmeerd • thickly buttered -
13 dun
♦voorbeelden:een dun laagje beschaving • a thin varnish/veneer of civilizationeen dun laagje ijs • a glaze of iceeen dun straaltje water • a (thin) trickle of waterde lucht werd dunner • the air became rarerdunner (en dunner) worden/maken • become/make thinner (and thinner); 〈 slijten〉 wear thin; 〈 sterk afnemen〉 become emaciated4 dunne ontlasting hebben • have a watery/soft stooleen dunne stem • 〈 figuurlijk〉 a thin/small voicehet dunne van het brouwsel wordt weggegoten • the liquid of the mixture is poured offII 〈 bijwoord〉2 [in dunne/vloeibare toestand] thinly♦voorbeelden:zich te dun kleden • dress too lightly -
14 hout
1 [stof waaruit bomen bestaan] wood♦voorbeelden:1 een lading/stuk hout • a load/piece of wood〈 figuurlijk〉 van dik hout zaagt men planken • 〈 met betrekking tot overdrijven〉 he/she 〈enz.〉 is laying it on thick ; 〈 met betrekking tot botheid〉 not very subtle, is he/she 〈enz.〉hout hakken/zagen • chop/saw woodhout sprokkelen • gather wooddie redenering snijdt geen hout • that line of reasoning will not wash -
15 opbrengen
2 [als gevangene ergens heen brengen] run/bring in3 [betalen] come up with4 [in staat zijn tot] get/work up5 [bedekken met] apply♦voorbeelden:die zaak brengt niet veel op • that business doesn't bring in much4 begrip/belangstelling opbrengen voor • show understanding for/an interest inenthousiasme opbrengen • work up enthusiasmhij kon de moed niet meer opbrengen • he couldn't summon the courage anymore5 verf dik/dun opbrengen • apply a thick/thin coat of paint -
16 pak
2 [kostuum] suit3 [bij elkaar gebonden geheel] 〈 baal〉 bale; 〈 partij〉 batch; 〈 bundel, pakket〉 bundle; 〈 stapeltje〉 packet4 [laag, vracht] pack5 [bagage] bag♦voorbeelden:1 een pak koekjes/koffie • a packet of biscuits/coffeeeen pak melk • a carton of milkeen pak suiker/meel • a bag of sugar/flourdat is een pak van mijn hart • that is/takes a load off my mindeen nat pak halen • get drenchediemand in het pak steken • clothe someonehij zit goed in het pak • he dresses smartly3 een pak oud papier • a batch/bundle of wastepaperhet was weer van hetzelfde laken een pak • it was the same thing all over againer lag een dik pak sneeuw • the snow lay thick everywhere¶ iemand een pak rammel geven • give someone a beating/a good hidingeen kind een pak slaag geven • spank/wallop a child, give a child a spankingeen pak slaag krijgen • get a whackingbij de pakken neerzitten • throw in the towelje moet niet bij de pakken neerzitten • never say diemoet je een pak voor je billen/broek? • (do you) want to get your trousers dusted? -
17 papperig
-
18 taai
taai1→ link=taaitaai taaitaai————————taai21 [met betrekking tot vaste stoffen/voorwerpen] tough2 [dik vloeibaar] viscous♦voorbeelden:taai (doen) worden • toughentaaie volharding • dogged persistenceeen taai volk • a tough/hardy people -
19 tevreden
♦voorbeelden:zij is snel tevreden • she is easily satisfiedmet weinig tevreden moeten zijn • have to make do with littletevreden met/over zichzelf • self-satisfied
См. также в других словарях:
Dik Trom en zijn dorpsgenoten — Directed by Ernst Winar Written by Ernst Winar Release date(s) December 9, 1947 Running time 60 minu … Wikipedia
Dik Trom — Statue of Dik Trom, riding a donkey backwards, a classic depiction of Dik Trom Dik Trom is series of Dutch children s books by Cornelis Johannes Kieviet, centered around the character Dik Trom (a mischeivous oversized Dutch boy). Books 1891 Uit… … Wikipedia
Narr — (s. ⇨ Geck). 1. A Narr hot a schöne Welt. (Jüd. deutsch. Warschau.) Dem Dummen erscheint die Welt um so schöner, als er von manchen ihrer Uebel und Leiden nicht berührt wird. 2. A Narr hot lieb Süss. (Jüd. deutsch. Warschau.) Diese auch in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Wort — 1. A guids Woat pfint a guids Oat. (Steiermark.) – Firmenich, II, 767, 73. 2. A güt Wort bringt a güte Äntver (Antwort). (Warschau. Jüd. deutsch.) Freundliches Entgegenkommen gewinnt die Herzen. 3. Allen Worten ist nicht zu glauben. – Henisch,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kopf — 1. Abgehauener Kopf braucht keine Sturmhaube mehr. 2. Am Kopf des Narren lernt der Junge scheren. Die Araber in Algerien: Am Kopfe der Waise macht der Chirurg Versuche. Die ägyptischen Araber: Er lernt das Schröpfen an den Köpfen der Waisen.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Vogel — 1. A Fôglar diar so êder sjong, gung a Kâter iar inj aauer a dik me (wegh me üüb a Dâi). (Amrum.) – Haupt, VIII, 351, 19. Die Vögel, die so früh singen, mit denen geht die Katze über den Deich (am Tage weg). 2. A grosser Vogel braucht a gross… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Abe Lenstra — (1955) Abe Lenstra ([ ɑ:bə lɛnstɾa], * 27. November 1920 in Heerenveen; † 2. September 1985 ebenda) war ein niederländischer Fußballspieler. Er spielte seit de … Deutsch Wikipedia
Wind — 1. Ander Wind, ander Wetter. 2. As de wind weiet, so rûsken de böme. – Lübben. 3. Auch der beste Wind kann s nicht allen Schiffen recht machen. – Altmann VI, 397. 4. Auch der Wind des Zaren reicht nicht hin, die Sonne auszublasen. 5. Aus einem… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Holz — 1. Alle krummen Hölzer sind quaat (schwer) zu richten. – Schottel, 1133b. 2. Alles da, Holz un Torf, die Mieth wird abgedanzt, drêmol um n Ofen1 is ein Monat weg. (Stettin.) 1) Der Ofen steht nämlich dicht in einer Ecke. 3. Alt dürr Holtz ist… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Personalpronomina der germanischen Sprachen — Der tabellarische Vergleich dient der Veranschaulichung der (sprach )verwandtschaftlichen Beziehungen und der geschichtlichen Entwicklung der Personalpronomina der germanischen Sprachen. Die Idee basiert auf den »Sprachmuseum« genannten … Deutsch Wikipedia
Op zoek naar Mary Poppins — Format Talent competition Starring Frits Sissing (Host) Pia Douwes (Judge) Erwin van Lambaart (Judge) Thom Hoffman (Judge) Country of origin Netherlan … Wikipedia