-
61 Tand
kicz -
62 tand-rauðr
adj. ‘fire-red,’ of gold, Hær. 6, Mag. 13, Clar. -
63 tand en groef
Nut und Feder -
64 oog om oog, tand om tand
oog om oog, tand om tandoeil pour oeil, dent pour dent -
65 een losse tand
-
66 een losse tand
-
67 de wortel van een tand
de wortel van een tand -
68 een tand krijgen
een tand krijgen -
69 een tand laten trekken
een tand laten trekken -
70 een tand laten vullen
een tand laten vullen -
71 er breekt een tand door
er breekt een tand door -
72 iemand aan de tand voelen
iemand aan de tand voelenmettre qn. sur la sellette -
73 iemand een tand uitslaan
iemand een tand uitslaancasser une dent à qn. -
74 van de hand in de tand leven
van de hand in de tand leven -
75 zich met hand en tand verzetten
zich met hand en tand verzettenDeens-Russisch woordenboek > zich met hand en tand verzetten
-
76 de tand des tijds
de tand des tijdsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de tand des tijds
-
77 een tand krijgen
een tand krijgencut a tooth, teetheVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een tand krijgen
-
78 een tand laten vullen/trekken
een tand laten vullen/trekkenhave a tooth filled/pulledVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een tand laten vullen/trekken
-
79 er breekt een tand door
er breekt een tand doorhe/she is cutting a tooth/teethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er breekt een tand door
-
80 iemand aan de tand voelen
iemand aan de tand voelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand aan de tand voelen
См. также в других словарях:
Tand — ist eine veraltete Bezeichnung für ein hübsches Ding, das keinen Wert hat. Der sogenannte „Nürnberger Tand“ war das erste industriell hergestellte Kinderspielzeug. Mehr oder weniger synonyme Begriffe sind etwa Nippes oder Trödel.… … Deutsch Wikipedia
tând — adv. (înv.) când ... când; (în expr.) tând o dată = dintr o dată. Trimis de blaurb, 07.03.2007. Sursa: DAR tînd adv. – Cînd. Deformaţie din lat. tantus › *tando în corelaţie cu quando, ca tantus quantus (Tiktin; Candrea), cf. sicil. tandu… … Dicționar Român
Tand — Tand, 1) Geschwätz, grundlose Rede; 2) eitle, unnütze Dinge; 3) alte Kleider u. Hausrath … Pierer's Universal-Lexikon
Tand — Sm erw. stil. (14. Jh.), spmhd. tant, mndd. tant leeres Geschwätz, Possen, Spielzeug Entlehnung. Herkunft unklar, wohl entlehnt (span. tanto Spielgeld ?). Hierzu tändeln und Tändelei seit dem 17. Jh. Ebenso ndn. tant, nnorw. tant. ✎ Lühr… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Tand — ↑ tändeln … Das Herkunftswörterbuch
tand — sb., en, tænder, tænderne … Dansk ordbog
tand — obs. f. tanned, pa. pple. of tan v … Useful english dictionary
Tand — Talmi; (österr.): Graffelwerk; (ugs.): Klimbim, Krimskrams; (österr. ugs.): Kramuri; (ugs., oft abwertend): Schnickschnack, Trödel, Zeug; (ugs. abwertend): Firlefanz, Kram, Krempel, Mist, Plunder, Ramsch, Schrott, Schund, Tinnef, Zeugs; (salopp… … Das Wörterbuch der Synonyme
Tand — der Tand (Oberstufe) geh.: veraltendes Wort für alte, wertlose Gegenstände Synonyme: Gerümpel, Talmi Beispiel: Auf dem Flohmarkt wird allerhand billiger Tand zum Verkauf angeboten … Extremes Deutsch
Tand — Verzierungen; Kinkerlitzchen; Schnörkel; Schmuck * * * Tạnd 〈m. 1; unz.〉 1. wertloses Zeug 2. wertlose, hübsche Kleinigkeiten ● eitler Tand [<mhd. tant „leeres Geschwätz“; vermutl. aus rom. tanto „Kaufpreis, Spielgeld“ <lat. tantus „so… … Universal-Lexikon
Tand — Tạnd der; s; nur Sg, veraltend; wertlose Dinge ≈ Kram <billiger Tand> … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache