-
1 разбиться
stukgaan, neerstorten, een ongeluk krijgen, verongelukken ; zich verdelen -
2 ломаться
breken, stukgaan -
3 разорваться
stukscheuren, stukgaan ; springen, exploderen ; verbroken worden -
4 распускаться
uitlopen, opengaan ; losgaan ; ladderen, stukgaan ; uit de band springen, zich verwennen -
5 распуститься
uitlopen, opengaan ; losgaan ; ladderen, stukgaan ; uit de band springen, zich verwennen -
6 разбиваться вдребезги
vgener. stukgaanRussisch-Nederlands Universal Dictionary > разбиваться вдребезги
Перевод: с русского на нидерландский
с нидерландского на русский- С нидерландского на:
- Русский
- С русского на:
- Нидерландский