-
1 studiedag
-
2 studiedag
substantiv1. studiedag, efteruddannelsesdag for lærer(e) -
3 studiedag
-
4 studiedag
tagung -
5 een praatje houden op een studiedag
een praatje houden op een studiedagVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een praatje houden op een studiedag
-
6 tagung
studiedag -
7 séminaire
séminaire [seemiener]〈m.〉♦voorbeelden:3 séminaire de formation • kadertraining, vormingscursusm1) seminarie2) werkcollege3) studiedag -
8 praatje
4 [causerie] talk5 [meervoud] [kapsones] airs♦voorbeelden:om een praatje verlegen zijn • be in need of a chathou je praatjes maar voor je! • none of your lip!het praatje gaat, dat … • rumour has it that …stoor je maar niet aan die praatjes • don't worry about those rumourseen praatje houden op een studiedag • give a talk at a conferenceeen praatje voor de radio • a radio talkgeen praatjes! • no backchat/talking back!¶ een praatje voor de vaak • idle gossip/talk
См. также в других словарях:
studiedag — s ( en, ar) … Clue 9 Svensk Ordbok