-
1 Straße
Straße〈v.; Straße, Straßen〉1 straat, weg2 zee-engte, straat♦voorbeelden:1 eine Straße erster, zweiter Ordnung • een primaire, secundaire wegauf gerader Straße • op de rechte wegauf offener Straße • op de openbare weg, (midden) op straat〈informeel; figuurlijk〉 auf die Straße gehen • (a) de straat opgaan 〈 om te demonstreren〉; (b) de straat opgaan 〈 van prostituees〉〈 figuurlijk〉 auf der Straße liegen • (a) op straat rondhangen; (b) op straat staan • (c) (met de auto) onderweg zijnder Transport auf der Straße • het transport over de wegjemanden auf die Straße schmeißen, werfen • iemand op straat zettenVerkauf über die Straße • verkoop langs de openbare weg, straatverkoopüber die Straße gehen • de straat, weg overstekener wohnt über der Straße • hij woont aan de overkant (van de straat, weg)〈 figuurlijk〉 ein Mädchen von der Straße • een prostituee, straathoer -
2 Rinnstein
-
3 Sackgasse
-
4 auf
auf1〈 bijwoord〉1 op ⇒ (naar) omhoog2 vooruit, komaan!♦voorbeelden:〈 informeel〉 auf und davon • ervandoor, weg2 auf, an die Arbeit! • vooruit, aan het werk!3 Augen auf! • ogen open!————————auf2〈voorzetsel + 3,4〉4 op ⇒ na, naar5 op 〈 bepaling van wijze, graad, middel〉 ⇒ in, ten6 op 〈 doel, reden, vaste verbindingen〉8 van/op (een afstand van)♦voorbeelden:auf der Post arbeiten • bij de post werkenauf Urlaub gehen • met vakantie gaandieses Fenster geht auf die Straße hinaus • dit raam kijkt op de straat uitauf dem Land wohnen • op het platteland wonenaufs Dorf, aufs Land ziehen • naar het dorp, naar het platteland trekkennass bis auf die Haut • nat tot op het lijf2 auf einen Augenblick, einige Jahre • voor een ogenblik, enkele jarenauf immer • voor altijd3 auf morgen! • tot morgen!4 Stunde auf Stunde • uur na uur, urenlangin der Nacht vom 30. auf den 31. März • in de nacht van 30 op 31 maartauf Deutsch • in het Duitsauf jeden Fall • in ieder gevalauf Kosten seiner Nachtruhe • ten koste van zijn nachtrustauf eigene Rechnung • voor eigen rekening, op eigen risicoauf diese Weise • op deze, die manierauf einen Zug • in één teugaufs herzlichste, Herzlichste grüßen • zeer hartelijk groetenaufs höchste, Höchste erstaunt • ten zeerste verbaasdaufs neue, Neue • opnieuwaufs strengste, Strengste verboten • ten strengste verbodenauf diese Nachricht hin • naar aanleiding van dit berichtauf jedes Kind entfällt ein Apfel • er is één appel per kind9 es geht auf den Abend, zwei Uhr • het loopt tegen de avond, twee uurein Viertel auf zwei • kwart over ééndrei Viertel auf zwei • kwart voor twee¶ sich auf jung, neu kleiden • zich jong, nieuw kledenes hat nichts auf sich • het heeft niets te betekenenalle bis auf meinen Freund • allen op mijn vriend na -
5 auf der Straße liegen
auf der Straße liegen -
6 auf die Straße gehen
auf die Straße gehen -
7 auf offener Straße
————————op de openbare weg, (midden) op straat -
8 führen
führen1 leiden, de leiding hebben ⇒ vooraan staan2 voeren, leiden♦voorbeelden:nach Punkten führen • op punten leidendas Rennen führt über 800 Meter • de wedstrijd gaat over 800 meterII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 hanteren, gebruiken6 houden, uitoefenen♦voorbeelden:die Kinder spazieren führen • met de kinderen gaan wandeleneinen Hund an der Leine führen • een hond aan de leiband houdenein Gebäude in die Höhe führen • een gebouw optrekkenmeine Reise führte mich nach Amerika • mijn reis bracht mij naar Amerikaein großes Haus führen • een luxueus leven leideneine Straße bis an die Grenze führen • een straat tot aan de grens doortrekken5 einen Artikel führen • een artikel hebben, verkopender Fluss führt Hochwasser • de rivier heeft een hoge waterstanddie Leitung führt keinen Strom • er zit geen stroom op de leidingder Zug führt einen Schlafwagen • de trein heeft een slaapwagenetwas bei, mit sich führen • iets bij zich hebbenAusflüge im Programm führen • uitstapjes in zijn programma (opgenomen) hebbenan erster Stelle (in einer Liste) geführt werden • op de eerste plaats staan (in een lijst)8 ein Flugzeug, einen Wagen führen • een vliegtuig, een auto besturen♦voorbeelden: -
9 gehen
gehenI 〈onovergankelijk werkwoord; sein〉5 komen, reiken♦voorbeelden:1 jemanden gehen lassen • 〈 (a) informeel〉iemand met rust laten, iemand laten (doen); (b) iemand loslatensich gehen lassen • zich laten gaanschlafen, schwimmen gehen • gaan slapen, zwemmenso gut es (eben) geht • zo goed en zo kwaad als het gaatmir ist es ebenso, genauso gegangen • (a) mij is het ook zo vergaan; (b) op mij is het ook zo overgekomen〈 informeel〉 wie gehts, wie stehts? • hoe staat het leven?an die Arbeit gehen • aan het werk gaanauf die Jagd gehen • op jacht gaandavon gehen fünf aufs, auf ein Kilo • daar gaan er vijf van in een kiloaus dem Haus gehen • het huis uit gaandas ging gegen seine Überzeugung • dat ging tegen zijn overtuiging inin die Stadt gehen • naar de stad gaan, de stad ingaanich ging in mich • ik keerde in mezelfin die Schule gehen • naar school gaanin Schwarz gehen • in het zwart (gekleed) gaansie geht ins zehnte Jahr • ze gaat haar tiende jaar inins Kino gehen • naar de bioscoop gaanmit der Zeit gehen • met zijn tijd meegaannach dem Äußeren gehen • op het uiterlijk afgaanwenn es nach mir ginge • als het aan mij lagmir geht nichts über ein Bier • er gaat mij niets boven een pilsjedas geht über meine Kräfte • dat gaat mijn krachten te bovenvon jemandem gehen • bij iemand weggaanich gehe zu meinem Onkel • ik ga naar mijn oomzur Schule gehen • naar school gaanam Stock gehen • met een stok lopener geht auf die 50 • hij loopt naar de 50in die hunderte, Hunderte gehen • in de honderden lopenin die tausende, Tausende gehen • in de duizenden lopenüber die Straße gehen • de straat, weg overstekenvor jemandem gehen • voor iemand (uit) lopen4 das Fenster geht auf die Straße, nach der Straße • het raam ziet uit op de straat, weg5 das Wasser ging ihm bis an die Knie, bis zu den Knien • het water kwam, reikte tot aan zijn knieën6 wer ist an meine Bücher gegangen? • wie heeft er aan mijn boeken gezeten?es ging nicht alles nach ihm • hij kreeg niet in alles zijn zinvor sich gehen • gebeuren, (in zijn werk) gaanwie jemand geht und steht • zoals iemand er (net) bij loopt, zomaar, spontaanII 〈overgankelijk werkwoord; sein〉♦voorbeelden:1 ich bin diesen Weg schon oft gegangen • ik heb deze weg al vaak gedaan, gelopen♦voorbeelden: -
10 straßauf
-
11 über die Straße gehen
über die Straße gehende straat, weg oversteken————————de straat, weg oversteken -
12 Autostrich
-
13 Barrikade
Barrikade〈v.; Barrikade, Barrikaden〉♦voorbeelden: -
14 Bänkellied
-
15 Damm
〈m.; Damm(e)s, Dämme〉♦voorbeelden: -
16 Demonstranten von der Straße treiben
Demonstranten von der Straße treibendemonstranten van de straat af-, verjagen, verdrijvenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > Demonstranten von der Straße treiben
-
17 Ecke
Ecke〈v.; Ecke, Ecken〉2 〈 sport en spel〉corner, hoekbal, -schop♦voorbeelden:〈 informeel〉 mit jemandem über, um ein paar, sieben Ecken verwandt sein • in de verte familie van iemand zijn -
18 Einbahnstraße
-
19 Fenster
Fenster〈o.; Fensters, Fenster〉♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 aus dem, zum Fenster hinausreden, hinaussprechen • (a) voor stoelen en banken spreken; (b) voor de tribune, galerij spreken -
20 Fußgänger kreuzen hier die Straße
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Fußgänger kreuzen hier die Straße
См. также в других словарях:
Straat — (holländ.), in zusammengesetzten südafrikanischen Ortsnamen oft vorkommend, bedeutet eine vegetationslose, geröllbedeckte Ebene … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Straat — Dina Straat (* 10. Juli 1945 in Zittau) ist eine deutsche Sängerin. Ihre musikalische Bandbreite reicht vom Schlager über Pop bis zum Oldie. Inhaltsverzeichnis 1 Musikalische Entwicklung 2 Diskografie 2.1 Singles … Deutsch Wikipedia
Straat — SW Mecklenburg • Strasse … Plattdeutsch-Hochdeutsch
straat — strati … Woordenlijst Sranan
straat voor het huis — mofodoro … Woordenlijst Sranan
Carl Straat — Tauchglockenschiff Carl Straat p1 … Deutsch Wikipedia
Dina Straat — (* 10. Juli 1945 in Zittau) ist eine deutsche Sängerin. Ihre musikalische Bandbreite reicht vom Schlager bis zum Pop. Inhaltsverzeichnis 1 Musikalische Entwicklung 2 Diskografie 2.1 Singles … Deutsch Wikipedia
TGS Carl Straat — Tauchglockenschiff Carl Straat Tauchglocke abgesenkt Das Tauchglockenschiff Carl Straat wurde 1963 von der Lübecker Maschinenbau AG, Orenstein und Koppel, für die … Deutsch Wikipedia
Xander Straat — (1965) is a Dutch stage, television, and film actor.He studied at the theatre school in Arnhem. [cite web title = Xander Straat work = [http://www.theatergasthuis.nl/ www.theatergasthuis.nl] url = http://www.theatergasthuis.nl/default.asp?path=hwa… … Wikipedia
Varkenvleesmarkt-Straat — See Marché aux Porcs, Rue du … Historical Dictionary of Brussels
Marché aux Porcs, Rue du/Varkenvleesmarkt-Straat — This street was called Nouveau Marché aux Porcs before 1851, a name it had carried since 1660 when the pork market that had existed for centuries along the bassin des Barques was moved here. The pork market was relocated to the boulevard de l… … Historical Dictionary of Brussels