-
1 Reinigung
Reinigung〈v.; Reinigung, Reinigungen〉♦voorbeelden: -
2 мастерская паровой чистки
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > мастерская паровой чистки
-
3 химчистка
-
4 cleaner
n. schoonmaker[ klie:nə]1 schoonmaker/maakster ⇒ werkster♦voorbeelden:¶ 〈 informeel〉 take someone to the cleaner's • iemand uitkleden/uitschudden; de vloer met iemand aanvegen -
5 dry cleaner('s)
-
6 dry
adj. droog; uitgedroogd; dorstig--------v. drogen; uitdrogen; afdrogendry1[ draj] 〈bijvoeglijk naamwoord; drier; drily, dryly; dryness〉2 droog ⇒ (op)gedroogd, ingedroogd, uitgedroogd; zonder smeersel/beleg 〈 brood〉; drooggelegd 〈land; ook figuurlijk〉; schraal 〈 wind〉6 droog ⇒ op droge toon (gezegd), ironisch♦voorbeelden:2 dry well • opgedroogde/droge putrun dry • opdrogen, droog komen te staan(as) dry as dust/a bone, bone-dry • gortdroog, kurkdroogdry ice • droog ijs, vast koolzuurkeep one's powder dry • zijn kruit droog houden, zich gereedhouden voor de strijddry run • repetitie, het proefdraaien〈 informeel〉 bleed someone dry • iemand helemaal uitknijpen, iemand uitkleden————————dry2〈 dried〉1 (op)drogen ⇒ droog worden, uitdrogen♦voorbeelden:〈 informeel〉 now dry up! • kop dicht!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (af)drogen ⇒ laten drogen, doen drogen♦voorbeelden: -
7 cleaners
n. schoonmaakster; stomerij -
8 pressing
pressing [pressieng]〈m.〉 -
9 teinturerie
-
10 teinturier
-
11 Reinigungsanstalt
-
12 einen Anzug in die Reinigung geben
einen Anzug in die Reinigung gebenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > einen Anzug in die Reinigung geben
-
13 reinigen
reinigen♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Датский
- Нидерландский
- Русский
- Турецкий
- Французский