-
1 prop
n. stut, pijler, steunpilaar; rekwisiet (toneel)--------v. ondersteunen, stuttenprop1♦voorbeelden:————————prop2〈werkwoord; propped〉→ prop up prop up/ -
2 pilier
pilier [pieljee]〈m.〉1 pijler ⇒ pilaar, zuil, kolom♦voorbeelden:m1) pilaar, zuil2) steunpilaar3) stamgast4) olifantspoot5) voorhoedespeler [rugby] -
3 soutien
soutien [soetjẽ]〈m.〉1 steun ⇒ stut, schoor2 steun ⇒ hulp, bijstand3 steunpilaar ⇒ steunpunt, houvast♦voorbeelden:m1) steun2) steunpilaar, houvast -
4 опора
n1) gener. steun, steunpilaar, houvast, grondpijler, grondzuil, pilaar, rechterhand, ruggesteun, rugsteun, stander, steunsel, toeverlaat, toevlucht2) liter. pijler, ruggegraat, staf, stut, stutsel, zuil -
5 опорный пилястр
adjgener. steunpilaar -
6 подпора
ngener. steunpilaar, drager, pijler, pilaar, schoor, schoorpijler, steunsel -
7 столп
-
8 buttress
n. steunbeer,leuning--------v. versterken,steunenbuttress1[ butris] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————buttress2〈 werkwoord〉 -
9 cornerstone
-
10 mainstay
n. grote stag (in scheepvaart); voornaamste steunmainstay -
11 pillar
n. (steun)pilaar, zuil--------v. steunpilaar[ pillə]♦voorbeelden: -
12 reliance
n. vertrouwen[ rillajjəns] -
13 strong man
-
14 strong
adj. sterk; moedig; krachtig; stinkend--------adv. sterk, krachtig1 sterk ⇒ stoer, krachtig, fors; stevig, vast; f, gezond; zwaar 〈 van bier, sigaar〉; geconcentreerd, sterk 〈 van oplossing〉; sterk, scherp 〈 van geur, smaak〉; drastisch 〈 van maatregel〉; rans 〈 van boter〉; groot, sterk 〈 van groep〉; bekwaam; hevig, stevig 〈 van wind〉; hoog 〈 van koorts, prijs enz.〉; vurig; onregelmatig 〈 van werkwoord〉; uitgesproken; vastbesloten; kras 〈 van taal〉♦voorbeelden:1 strong argument • sterk/sluitend argumentstrong arm • macht, geweldstrong arm of the law • (sterke) arm der wetstrong belief/conviction • vaste overtuigingstrong dollar • sterke dollarstrong feelings • intense gevoelens, groot ongenoegenstrong language/stuff • krasse/krachtige taal, gevloektake a strong line • zich (kei)hard opstellenstrong measure • drastische maatregelstrong nerves • stalen zenuwenstrong stomach • sterke maag, maag die veel verdraagtstrong supporter • hevig/vurig aanhanger/supporterhold strong views • er een uitgesproken mening op nahoudenstrong voice • krachtige stem〈 slang〉 (still) going strong • nog steeds actief, nog steeds in de running/op dreeftwo hundred strong • tweehonderd man sterkbe strong for • veel ophebben met, krachtig steunenbe strong in • uitben/goed zijn in -
15 strongman
strongman〈meervoud: strongmen〉 -
16 Herut movement
de Cheroetbeweging (politieke partij van de rechtse vleugel (1948-1965) en steunpilaar is van de Likoedbeweging) -
17 counterfort
n. soort steunpilaar van metselwerk om een steunmuur te versterken -
18 prop.
n. programma; stut; steun; steunpilaar; schoor -
19 portant
-
20 un portant
un portantdraagbalk, drager, steunpilaar, stuk————————un portanthouder, greep, hengel, dol 〈 voor roeiriem〉
Страницы
- 1
- 2