-
1 foothold
n. steun(punt) voor de voet; steunpunt, vaste voetfoothold2 vaste voet ⇒ steunpunt, zekere positie♦voorbeelden: -
2 fulcrum
n. steun-, draai-, draagpunt -
3 abutment
n. steunpunt; bruggenhoofd; grenspaal; belending; aanrakingspunt1 aanrakingspunt ⇒ belending, grens(paal)
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский