-
1 cachet
cachet [kaasĵe]〈m.〉2 stempel(afdruk) ⇒ afstempeling, poststempel3 zegel(afdruk) ⇒ zegelmerk, lakzegel♦voorbeelden:2 cachet de la poste • poststempel, afstempelingle cachet de la poste faisant foi • datum poststempelavoir du cachet • iets eigens hebben→ lettrem1) stempel2) zegel3) poststempel4) lakzegel7) honorarium [kunstenaar]8) tablet -
2 timbre
-
3 impress
v. indruk maken; een indruk achterlaten; de indruk geven (dat), beklemtonen, nadruk leggen; uitbeitelen, inhouwen; (be)stempelenimpress1[ impres] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 afdruk(sel) ⇒ stempel(afdruk), merk————————impress21 bedrukken ⇒ af/in/opdrukken♦voorbeelden:impressed at/by/with • geïmponeerd door/onder de indruk van -
4 empreinte
empreinte [ãprẽt]〈v.〉♦voorbeelden:porter l'empreinte de qc. • het stempel van iets dragenposer son empreinte sur • zijn stempel drukken opprendre l'empreinte de qc. • een afdruk maken van ietsfafdruk, spoor, stempel -
5 print
n. druk; prent; afdruk; drukletters; voetafdruk; vingerafdruk; gestempeld teken--------v. afdrukken; bedrukken; prenten; drukkenprint1[ print]4 stempel5 gedrukt exemplaar ⇒ krant, blad♦voorbeelden:1 druk♦voorbeelden:out of print • uitverkocht→ small small/————————print23 in/met blokletters (op)schrijven♦voorbeelden:print out • een print-out/uitdraai maken (van)II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
6 marque
marque [maark]〈v.〉1 merkteken ⇒ (ken)teken, (ken)merk, stempel2 bewijs ⇒ blijk, teken3 (waar)merk ⇒ (keur)merk, handelsmerk5 prent ⇒ spoor, afdruk♦voorbeelden:marques distinctives • kenmerken, merktekenen〈 figuurlijk〉 de marque • belangrijk, vooraanstaand, prominentmarque de fabrique • fabrieksmerkmarque déposée • gedeponeerd handelsmerkf1) merkteken, kenteken2) bewijs3) waarmerk4) brandmerk5) litteken6) vlek7) spoor, afdruk8) score [sport]9) startlijn [sport] -
7 hallmark
-
8 marqué
marque [maark]〈v.〉1 merkteken ⇒ (ken)teken, (ken)merk, stempel2 bewijs ⇒ blijk, teken3 (waar)merk ⇒ (keur)merk, handelsmerk5 prent ⇒ spoor, afdruk♦voorbeelden:marques distinctives • kenmerken, merktekenen〈 figuurlijk〉 de marque • belangrijk, vooraanstaand, prominentmarque de fabrique • fabrieksmerkmarque déposée • gedeponeerd handelsmerkadj1) gemerkt2) gemarkeerd, getekend3) duidelijk4) gebrandmerkt -
9 imprintable
adj. met een afdruk aan te geven, kan met stempel aangetekend worden, af te drukken -
10 empreindre
empreindre [ãprẽdr]♦voorbeelden:2 être empreint de • doortrokken zijn van, het stempel dragen van -
11 estampe
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский