-
1 staander
-
2 Duitse staander
Duitse staanderVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > Duitse staander
-
3 centrale staander
deMittelständer m -
4 midden staander
deMittelständer m -
5 standard
adj. normaal, gewoon; te doen gebruikelijk--------n. norm, standaard; maatstaf; peil; vlag; basis; stand, rangstandard1[ stændəd] 〈 zelfstandig naamwoord〉5 houder7 staander ⇒ steun, paal8 hoogstammige plant/struik♦voorbeelden:set a high/low standard • hoge/lage eisen stellenbelow standard • beneden peilup to standard • op peil————————standard21 normaal ⇒ gebruikelijk, standaard-; doorsnee-2 staand♦voorbeelden:Standard English • Standaardengelsstandard time • zonnetijd -
6 upright
adj. rechtop, met rechte rug, vertikaal; eerlijk--------n. rechtop, verticaalupright11 stijl ⇒ staander, stut————————upright2〈bijvoeglijk naamwoord; uprightness〉1 recht(opstaand) ⇒ loodrecht staand, kaarsrecht♦voorbeelden:¶ upright piano • pianino, gewone piano————————upright3〈 bijwoord〉 -
7 colombe
-
8 Duits
♦voorbeelden:1 Duitse degelijkheid/grondigheid • German efficiency/thoroughnessDuitse mark • German mark, deutschmarkDuitse Democratische Republiek • German Democratic RepublicDuits schrift • Gothic script¶ Duitse biefstuk • ±minced beef steakDuitse herdershond • BAlsatianDuitse staander • German pointer
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Французский