-
1 speelplaats
-
2 speelplaats
-
3 speelplaats
-
4 speelplaats
deSpielplatz m -
5 speelplaats
n. playground, close -
6 speelplaats
-
7 speelplaats
oyun yeri [-ni] s -
8 op de speelplaats
op de speelplaatsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op de speelplaats
-
9 igraliste
speelplaats -
10 playground
-
11 jeu
〈m.〉3 stel ⇒ serie, set♦voorbeelden:jeu d'argent • gokspelletjejeux du destin, du hasard • spelingen van het toevaljouer un jeu d'enfer • zeer hoog spel spelenjeu d'équipe • teamsportjeu d'esprit • geestigheidjeu de fléchettes • dartsjeu de hasard • kansspeljeux de main(s) • handtastelijkheden〈 spreekwoord〉 jeu(x) de main, jeu(x) de vilain • van mallen komt vallen, handjesspel, katjesspeljeu de mots • woordenspel, woordspelingjeux d'orgue • orgelregisterjeux de poursuite • krijgertje, tikkertjejeu de scène • stil speljeux de société • gezelschapsspelletjesjeux du stade • wedstrijden in het stadionavoir beau jeu • gemakkelijk, vrij spel hebbenjouer (un) double jeu • een dubbel spel spelen, het achter zijn ellebogen hebbenle grand jeu • het volledige tarokspel〈 spreekwoord〉 heureux au jeu, malheureux en amour • gelukkig in het spel, ongelukkig in de liefdejeu informatique • computerspelletjejouer un jeu serré • voorzichtig spelenjeux télévisés • televisiespelletjesjeu vidéo • videospelletje, videogameaimer le jeu • van gokken houdencacher son jeu • zich niet in de kaart laten kijkencouvrir son jeu • 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 de kaarten duiken; 〈 figuurlijk〉 zich niet in de kaart laten kijkendécouvrir son jeu • zijn kaarten op tafel leggen, open kaart spelenentrer dans le jeu de qn. • meedoen met iemandêtre en jeu • op het spel staanse faire un jeu des difficultés • de moeilijkheden gemakkelijk overwinnenfaire le jeu de qn. • iemand in de kaart spelense faire un jeu de • genoegen scheppen infaites vos jeux • uw inzet graagjouer le jeu • de regels van het spel volgen, eerlijk spelenmettre en jeu • inzetten, op het spel zetten 〈 ook figuurlijk〉se prendre, se piquer au jeu • hartstochtelijk doorspelen hoewel men verliest; 〈 figuurlijk〉 koppig volhoudenles jeux sont faits • er valt niets meer aan te veranderenjeu à XIII (treize) • rugby met 13 spelersen jeu • die een rol spelen, in 't spel, geding zijnpar jeu • voor de grapce n'est pas de jeu • dat is niet eerlijk, unfairvoir clair dans le jeu de qn. • iemand doorhebbenjouer franc jeu • eerlijk spelen, open kaart spelenjeu de physionomie • uitdrukking van het gezicht, mimiekm1) spel2) speelplaats3) stel, serie, set4) beweging5) speling [techniek] -
12 speelplein
→ link=speelplaats speelplaats -
13 детская площадка для игр
ngener. speelplaatsRussisch-Nederlands Universal Dictionary > детская площадка для игр
-
14 municipal playground
gemeentelijke speelplaats -
15 sandlot
adj. liefhebberij-, van liefhebberij--------n. speelplaats; sportveld voor liefhebbers -
16 cour
cour [koer]〈v.〉♦voorbeelden:1 cour d'une école, cour de récréation • schoolplein, speelplaatscour de ferme • erfcour d'honneur d'un château • voorplein van een kasteelcour du roi Pétaud • huishouden van Jan Steen, janboelfaire la cour à qn. • iemand het hof maken〈 figuurlijk〉 il lui faut une cour • hij, zij moet altijd in het middelpunt staan3 cour d'appel • hof van beroep, van appelcour martiale • krijgsraadf1) binnenplaats3) gerechtshof4) toilet -
17 cour d'une école, cour de récréation
cour d'une école, cour de récréationschoolplein, speelplaatsDictionnaire français-néerlandais > cour d'une école, cour de récréation
-
18 préau
-
19 детская площадка для игр
ngener. speelplaats -
20 koer
- 1
- 2