-
1 overschrijdingstijdregel
• slack time ruleNederlands-Engels Technisch Woordenboek > overschrijdingstijdregel
-
2 slap
• slack• soft• weak -
3 slap
1 [niet gespannen] slack6 [handel] slack♦voorbeelden:1 een slap balletje • a feeble/tame shothet touw hangt slap • the rope is slackslappe spieren • flabby muscleswe lagen slap van het lachen • we were in stitcheszich slap voelen • feel washed outII 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉♦voorbeelden:1 een slap excuus • a lame/feeble excuseslap gelul • crap, bullshit -
4 hangen
1 [neerwaarts gestrekt/boven de grond gehouden worden] hang3 [met een bocht verlopen] sag4 [overhellen] lean (over) ⇒ hang (over), 〈 met betrekking tot lusteloze persoon〉 loll, 〈 met betrekking tot lusteloze persoon〉 slouch, 〈 niets doen〉 hang around6 [vast (blijven) zitten] stick/cling (to) ⇒ 〈 met kleding〉 be/get stuck (in)7 [zweven] hang8 [onbeslist zijn] hang ⇒ be up in the air/undecided♦voorbeelden:de zeilen hangen slap • the sails are slack/hanging (loose)het schilderij hangt scheef • the painting is (hanging) crookedzijn kamer hangt vol posters • his room is hung with postersde sleutel hangt aan de spijker • the key is (hanging) on the nailaan het plafond hangen • hang/swing/be suspended from the ceilingaan het spit hangen • be on the spit3 het koord hangt slap • the rope is sagging/slackde teugels laten hangen • loosen/drop the reins4 hij hangt ieder weekend aan/in de bar • he hangs out Bat the pub/in bars every weekendhij hing op zijn stoel • he lay slouched/sprawled in a chair, he lolled in his chairhang niet zo tegen die kast • stop leaning against the cupboardmet hangen en wurgen • by the skin of one's teethdaarvoor zal hij hangen! • he'll hang/swing for it!er is niet veel van mijn Latijn blijven hangen • very little of my Latin has stuckde naald blijft hangen • the needle is stuck〈 figuurlijk〉 hij hangt erg aan zijn oudste zoon • he's very fond of/attached to his eldest son〈 figuurlijk〉 ze hangen erg aan elkaar • they are devoted to/wrapped up in each otherze bleef met haar japon aan een spijker hangen • her dress caught/snagged on a nailzij hangt altijd om hem heen • she's always hanging/hovering about himhij bleef in de vierde klas hangen op zijn wiskunde • he was kept down in the fourth form because of his mathsde wolken hangen laag • the clouds are (hanging) lowhet hangt erom • it's up in the air9 naar iets hangen (en verlangen) • crave (for) something, have a longing/craving for something¶ hij zal moeten hangen • he's in for it/for the high jumphij hangt • he's lumbered/stuck (with it)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [bevestigen] hang (up)2 [met betrekking tot personen, ophangen] hang♦voorbeelden:zijn jas aan de kapstok hangen • hang one's coat on the peg -
5 slapjes
♦voorbeelden:2 het gaat slapjes in de handel • trade is slack/dull -
6 stil
4 [verborgen, heimelijk] secret♦voorbeelden:wees stil! • be quiet!stil worden • fall silenteven stil zijn • be quiet for a momenthij is er stil van • it has reduced him to silencestil! • quiet!de stille tijd • the slack/off seasonhet is stil op straat/in huis • 〈 ook〉 the streets are/the house is quietdaarna werd het stil rond X • silence then fell around Xeen stil vermoeden • a secret suspicionII 〈 bijwoord〉1 [zonder (veel) geluid voort te brengen] quietly2 [roerloos] still♦voorbeelden:stil gaan leven • go into retirement -
7 doodtij
n. neap tide, low tide, slack water -
8 kruis
n. cross, croup, seat, slack, x, fork, loin, rood -
9 laks
adj. lax, slack--------adv. flabbily -
10 lessen
v. quench, allay, slake, slack -
11 lijntrekken
v. skulk, slack, shirk, scrimshank, lie down -
12 loom
adj. slow, languid, slack, torpid, inert, lazy, lethargic, dull -
13 los
adj. loose, disjointed, free, idle, lax, slack, cut, unconfined, mobile, flyaway, wild, touch-and-go, sandy, chatty--------adv. loose, loosely, free, at large, clear, fast--------interj. play--------n. ounce, lynx -
14 luieren
v. slack, idle, lounge, drone, mike -
15 maf
adj. slack -
16 onderontwikkeld
adj. fogy, fogey, slack baked -
17 slabakken
v. slack -
18 slap
adj. slack, languid, languorous, nerveless, toneless, enervate, dopey, dopy, soft, flabby, flaggy, flaccid, loose, weak, dickey, sissy, small, lax, limp, watery, washy, wishy-washy, mushy, pulpy, slow--------adv. flabbily -
19 slapte
n. depression, slack -
20 slof
adj. slack, lax--------n. slipper, skid, mule, basket
См. также в других словарях:
Slack — ist der Familienname folgender Personen: Andrew Slack (* 1955), australischer Rugbyspieler Charles E. Slack, US amerikanischer Basketballspieler Charles Roger Slack (* 1937), britischer Biochemiker und Pflanzenphysiologe Freddie Slack (1910–1965) … Deutsch Wikipedia
Slack — Slack, a. [Compar. {Slacker}; superl. {Slackest}.] [OE. slak, AS. sleac; akin to OS. slak, OHG. slah, Prov. G. schlack, Icel. slakr, Sw. slak; cf. Skr. s[.r]j to let loose, to throw. Cf. {Slake}.] Lax; not tense; not hard drawn; not firmly… … The Collaborative International Dictionary of English
slack — slack1 [slak] adj. [ME slakke < OE slæc, akin to Du slak < IE base * (s)lēg , loose, slack > L laxus, lax] 1. slow; idle; sluggish 2. barely moving: said of a current, as of air or water 3. characterized by little work, trade, or… … English World dictionary
Slack — Slack, Slacken Slack en, v. t. 1. To render slack; to make less tense or firm; as, to slack a rope; to slacken a bandage. Wycklif (Acts xxvii. 40) [1913 Webster] 2. To neglect; to be remiss in. [Obs.] Shak. [1913 Webster] Slack not the pressage.… … The Collaborative International Dictionary of English
Slack — may refer to: *John Bamford Slack, British politician and lay preacher *William Yarnel Slack, Confederate general killed in the American Civil War *Slack (project management), a term used in project management *Slack, West Yorkshire, a village in … Wikipedia
Slack — [slɛk , engl.: slæk], der; s [engl. slack = Flaute, zu: slack = locker, lose, flau] (Wirtsch.): Überschuss an [finanziellen] Mitteln eines Unternehmens, der sich in Erfolgszeiten ansammelt u. als Reserve für Krisenzeiten dient. * * * Slack … … Universal-Lexikon
Slack — Slack, Slacken Slack en, v. i. [imp. & p. p. {Slacked}, {Slackened}; p. pr. & vb. n. {Slacking}, {Slackening}.] [See {Slack}, a.] 1. To become slack; to be made less tense, firm, or rigid; to decrease in tension; as, a wet cord slackens in dry… … The Collaborative International Dictionary of English
slack — Ⅰ. slack [1] ► ADJECTIVE 1) not taut or held tightly in position; loose. 2) (of business or trade) not busy; quiet. 3) careless, lazy, or negligent. 4) (of a tide) neither ebbing nor flowing. ► NOUN 1) … English terms dictionary
slack — [adj1] loose, baggy; inactive dull, easy, feeble, flabby, flaccid, flexible, flimsy, inert, infirm, laggard, lax, leisurely, limp, not taut, passive, quaggy, quiet, relaxed, sloppy, slow, slow moving, sluggish, soft, supine, unsteady, weak;… … New thesaurus
Slack — Slack, adv. Slackly; as, slack dried hops. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Slack — Slack, n. The part of anything that hangs loose, having no strain upon it; as, the slack of a rope or of a sail. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English