-
101 macht
2 [mogendheid; ook wiskunde] puissance♦voorbeelden:de macht van het woord • la magie du verbede hogere macht • la puissance divineuit de ouderlijke macht ontzet worden • être déchu de l'autorité paternellede rechterlijke macht • le pouvoir judiciairede uitvoerende macht • le pouvoir exécutifde macht hebben om … • avoir le pouvoir de …macht over iemand hebben • avoir de l'autorité sur qn.de macht overnemen • saisir le pouvoirmacht uitoefenen • exercer son pouvoir (sur qn.)aan de macht komen • parvenir au pouvoirbij machte zijn om … • être à même de …dat ligt boven mijn macht • c'est au-dessus de mes forcesiemand in zijn macht hebben • avoir qn. à sa merciverlangen naar macht • volonté de puissancenaar de macht grijpen • prendre le pouvoirde drie machten in een staat • les trois pouvoirs d'un Etatn tot de derde macht • n au cube(een getal) tot de tweede macht verheffen • élever (un nombre) au carré3 boven je macht werken • 〈 letterlijk〉 faire un travail qui oblige à lever les bras; 〈m.b.t. lichaamsinspanning〉 faire un travail physique au-dessus de ses forces; 〈m.b.t. intellect〉 faire un travail au-dessus de ses capacitésuit alle macht • de toutes ses forces -
102 moed houden
moed houden -
103 moedeloos
♦voorbeelden:moedeloos maken • découragerhet is om er moedeloos van te worden • c'est à en perdre couragemoedeloos worden • se décourager -
104 nadeel
♦voorbeelden:nadeel van iets ondervinden • subir les inconvénients de qc.in het nadeel zijn • être dans une position désavantageuseik zal niets ten nadele van hem zeggen • je ne dirai rien à sa chargeten nadele van • au détriment detot mijn nadeel • à mon détriment -
105 niet meer bijkomen van het lachen
niet meer bijkomen van het lachenDeens-Russisch woordenboek > niet meer bijkomen van het lachen
-
106 niet veel woorden over iets vuilmaken, aan iets verspillen
niet veel woorden over iets vuilmaken, aan iets verspillenne pas perdre sa salive à qc.Deens-Russisch woordenboek > niet veel woorden over iets vuilmaken, aan iets verspillen
-
107 niets te verliezen hebben
niets te verliezen hebben -
108 ogenblik
♦voorbeelden:hij kan elk, ieder ogenblik aankomen • il peut arriver d'un moment à l'autrehet gunstige ogenblik afwachten • attendre l'instant propicein een onbewaakt ogenblik • dans un moment d'inattentionop een ongelukkig ogenblik aankomen • arriver à contretempsin een verloren ogenblik • à un moment perduzonder een ogenblik te verliezen • sans perdre une secondein een ogenblik • en un clin d'oeiljuist op het ogenblik dat • à l'instant (même) oùop dat ogenblik • à ce moment-làop dit ogenblik • en ce momentop ieder ogenblik • à tout momentop het ogenblik van vertrek • au moment de partirop het ogenblik dat … • au moment où … 〈+ aantonende wijs〉voor het ogenblik • pour le momentgeen ogenblik vrij hebben • ne pas avoir un moment à soi -
109 onderop raken
onderop raken -
110 onderop
♦voorbeelden:het initiatief moet van onderop komen • l'initiative doit venir de la base -
111 ontwennen
-
112 onzacht
♦voorbeelden:1 hij werd op onzachte wijze uit zijn illusies gewekt • on lui a brutalement fait perdre ses illusions -
113 op een wipstoel zitten
op een wipstoel zitten -
114 op iets toeleggen
op iets toeleggen -
115 overmaat
♦voorbeelden:tot overmaat van ramp • pour comble de malheur -
116 prestige
♦voorbeelden:prestige hebben • avoir du prestigeaan prestige inboeten • perdre de son prestigeprestige uitoefenen • user de son prestige -
117 ruil
♦voorbeelden:een slechte ruil doen • perdre au changeiets door ruil verkrijgen • obtenir qc. par le trocin ruil voor • en échange de -
118 slag
I 〈de〉♦voorbeelden:de slagen van het noodlot • les coups du destineen harde slag • un coup violentdat was een harde slag voor hem • c'était un coup dur pour luihij viel met een zware slag tegen de grond • il est tombé lourdement sur le solde klok gaf vier slagen • l'horloge a sonné quatre coupsmet één slag sloeg hij het aan stukken • il l'a brisé d'un seul coupmet elke slag van de hamer • à chaque coup de marteaude deur met een slag dichtdoen • claquer la porteop slag van tienen • à dix heures sonnantesmijn pendule is van slag • ma pendule décomptezonder slag of stoot • sans coup férirde slag bij Nieuwpoort • la bataille de Nieuport6 de slag van iets kwijtraken • perdre la main (pour faire qc.)de slag te pakken krijgen • prendre le coupeen slag maken • faire un pli12 iets een halve slag omdraaien • faire faire un demi-tour à qc.¶ iets met de Franse slag doen • faire qc. à la va-viteeen slag naar iets slaan • deviner qc.zijn slag slaan • réussir son coupaan de slag gaan • se mettre au travaildat boek maakte hem met één slag beroemd • ce livre l'a rendu célèbre d'un seul coupeen slag om de arm houden • se ménager une porte de sortiehij was op slag dood • il est mort sur le coupII 〈 het〉♦voorbeelden:mensen van hetzelfde slag • gens de la même espèce -
119 stem
♦voorbeelden:met algemene, eenparige stemmen • à l'unanimité (des voix)met gedempte stem • à mi-voixmet een klein stemmetje • d'une toute petite voixmet luide stem • à haute voixde meeste stemmen gelden • la majorité (des voix) l'emportemet omfloerste stem • d'une voix voiléenaar de stem van de kiezers dingen • briguer les suffrages des électeurser gaan stemmen op • des voix se lèvent (pour)zijn stem geven aan • donner sa voix àeen stem in het kapittel hebben • avoir voix au chapitrede stemmen staken • il y a partage des voixzijn stem stokte in zijn keel • la voix lui manquazijn stem op iemand uitbrengen • voter pour qn.zijn stem verheffen • élever la voix〈 figuurlijk〉 zijn stem verheffen tegen • élever une protestation (contre qc.)zijn stem verliezen • perdre la voixde stemmen zijn verdeeld • les avis sont partagésgoed bij stem zijn • être en voixde tweede stem zingen • chanter la deuxième voix -
120 strop
♦voorbeelden:een dier in een strop vangen • prendre un animal au lacet〈 figuurlijk〉 iemand de strop om de hals doen • perdre qn.→ link=hoofd hoofdeen strop hebben • essuyer une perte
См. также в других словарях:
perdre — [ pɛrdr ] v. tr. <conjug. : 41> • Xe; lat. perdere I ♦ (Sens pass.) A ♦ Être privé, provisoirement ou définitivement, de la possession ou de la disposition de (qqch.). 1 ♦ Ne plus avoir (un bien). Perdre une somme d argent. Perdre sa… … Encyclopédie Universelle
perdre — PERDRE. v. a. Estre privé par accident de quelque chose qu on avoit, dont on estoit en possession. Perdre son bien. c est un homme qui n a rien à perdre. ce Prince perdit ses Estats par sa faute. il perdit la couronne avec la vie. lorsque les… … Dictionnaire de l'Académie française
perdre — Perdre, Perdere, Disperdere, Amittere. Perdre quelque chose que ce soit, Naufragium facere. Perdre courage, Animos submittere, cerchez le mot Courage. Le Roy perdit toute contenance, Adeo perturbauit ea vox regem, vt non color, non vultus ei… … Thresor de la langue françoyse
Perdre quelque chose, beaucoup, ne pas perdre grand-chose, ne rien perdre — ● Perdre quelque chose, beaucoup, ne pas perdre grand chose, ne rien perdre passer à côté de quelque chose d intéressant, d avantageux ou, au contraire, avoir évité quelque chose d inintéressant : Vous n avez rien perdu en ne venant pas à cette… … Encyclopédie Universelle
perdre — perdre. Perdre l estèla, perdre la tramontana : perdre le nord … Diccionari Personau e Evolutiu
Perdre la demeure — Auteur Pham Van Ky Genre Roman Pays d origine France Éditeur éditions Gallimard … Wikipédia en Français
Perdre est une question de methode — Perdre est une question de méthode Perdre est une question de méthode (Perder es cuestion de método) est le titre d un film policier colombien réalisé par Sergio Cabrera, sorti en 2004. Il est adapté du roman éponyme de Santiago Gamboa, publié en … Wikipédia en Français
Perdre, garder la main — ● Perdre, garder la main perdre, garder l habitude de faire quelque chose, perdre, garder son habileté … Encyclopédie Universelle
Perdre contenance — ● Perdre contenance perdre son sang froid, être embarrassé, intimidé, se démonter … Encyclopédie Universelle
Perdre créance — ● Perdre créance perdre la confiance, le crédit qu autrui vous accordait … Encyclopédie Universelle
Perdre l'esprit — ● Perdre l esprit perdre la raison, devenir fou … Encyclopédie Universelle