-
1 schrokken
♦voorbeelden:naar binnen schrokken • wolf/bolt down -
2 schrokken
-
3 schrokken
гл.общ. глотать, жадно есть, проглатывать -
4 schrokken
hinunterschlingen -
5 schrokken
v. gorge, gobble, gormandize, guttle, hog -
6 schrokken
-
7 schrokken
bâfrer -
8 naar binnen schrokken
naar binnen schrokkenwolf/bolt downVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > naar binnen schrokken
-
9 we schrokken ons een ongeluk
we schrokken ons een ongelukVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > we schrokken ons een ongeluk
-
10 zit niet zo te schrokken
zit niet zo te schrokkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zit niet zo te schrokken
-
11 naar binnen schrokken
hinunterschlingen -
12 глотать
vgener. halzen, proppen, slikken, binnenkrijgen, schrokken -
13 жадно есть
advgener. zwelgen, proppen, schrokken -
14 проглатывать
vgener. opeten (обиду и т.п.), opslorpen, doorslikken, inslikken, inslokken, opslokken, schrokken, verduwen (обиду и т.п.), verkroppen (с трудом), verslinden -
15 schrikken
пугаться, испугаться; напугаться, перепугаться, ужаснуться schrok e.OVT.imp. schrokken m.OVT.imp. is geschrokken VTT.pref. -
16 binnen
binnen1〈 bijwoord〉♦voorbeelden:daar binnen • inside, in therenaar binnen gaan • go in/inside, enter〈 informeel〉 iets naar binnen slaan • bolt (down) something; 〈 schrokken〉 wolf something down; knock back 〈 borrel〉de deur gaat naar binnen open • the door opens inwardszich iets te binnen brengen • recall somethinghet wil me niet te binnen schieten • I can't bring it to mindvan binnen • (on the) inside‘binnen!’ 〈 na kloppen〉 • come in!————————binnen2〈 voorzetsel〉1 [met betrekking tot een ruimte] inside, within♦voorbeelden: -
17 iets naar binnen slaan
iets naar binnen slaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets naar binnen slaan
-
18 ongeluk
2 [ongunstige toestand] misfortune3 [(verkeers)ongeval] (traffic) accident♦voorbeelden:een ongeluk begaan aan iemand • cause someone an injurykijk uit, er gebeuren ongelukken! • look out, or you'll have an accident!een ongeluk krijgen • have an accidenteen ongeluk zit in een klein hoekje • accidents can happenhij zou zich eens een ongeluk kunnen begaan • he might do something to himselfbij/per ongeluk • accidentally, by accidentper ongeluk iets verklappen • inadvertently let something slipzich een ongeluk lachen • split one's sides (laughing)iemand zich een ongeluk laten schrikken • scare the wits out of someonezich een ongeluk schreeuwen • shout one's head offwe schrokken ons een ongeluk • we had a terrible fright
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Французский