-
1 dat is een schrale troost
dat is een schrale troost -
2 een schrale troost
een schrale troostcold/scant comfort/consolationVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een schrale troost
-
3 dat is een schrale troost
-
4 troost
♦voorbeelden:dat is een schrale troost • c'est une piètre consolationiemand troost bieden • consoler qn.troost vinden in iets • trouver une consolation dans qc.troost zoeken bij iemand • chercher de la consolation auprès de qn.→ link=bakje bakje -
5 troost
♦voorbeelden:een schrale troost • cold/scant comfort/consolationtroost putten uit de gedachte • find comfort/solace in the idea, derive comfort from the ideatroost zoeken/vinden bij iemand/in iets • seek/find comfort with someone/in somethingtroost zoeken/vinden in de alcohol • seek/find solace in alcohol -
6 Dutch comfort
-
7 consolation
consolation [kõsollaasjõ]〈v.〉2 persoon die (kan) troost(en) ⇒ trooster(es), troost♦voorbeelden:une piètre, faible consolation • een schrale troosttrouver de la consolation à penser que • zich troosten met de gedachte datftroost, vertroosting -
8 Trost
〈m.; Trost(e)s〉♦voorbeelden:1 ein leerer, schwacher Trost • een magere, schrale troostTrost bringend • troostendzu deinem Trost • om je te troostenzum Trost • als, bij wijze van troost¶ (wohl) nicht (ganz, recht) bei Trost(e) sein • niet goed wijs, snik zijn -
9 cold comfort
-
10 это плохое утешение
ngener. dat is een schrale troostRussisch-Nederlands Universal Dictionary > это плохое утешение
-
11 Dutch
adj. Nederlands/Hollands, betr. Nederland--------n. Nederlands; Nederlanders; Nederlands(e taal)Dutch1[ dutsj]I 〈 eigennaam〉♦voorbeelden:¶ in Dutch • in de penarie/rotzooi→ double double/III 〈meervoud; the〉♦voorbeelden:————————Dutch2〈bijvoeglijk naamwoord; Amerikaans-Engels ook dutch〉♦voorbeelden:1 Dutch cheese • Edammer kaas, boerenkaas¶ Dutch auction • veiling/verkoping bij afslagDutch barn • kapschuurDutch cap • pessarium (occlusivum)Dutch comfort • schrale troostDutch doll • ledenpopDutch door • boerderijdeur, onder- en bovendeurDutch elm disease • iep(en)ziekteDutch fuck • het aansteken van de ene sigaret aan de andereDutch hoe • (duw)schoffelDutch oven • (braad)oven, bakovenDutch treat • feest/uitstapje waarbij ieder voor zich betaalttalk like a Dutch uncle • duidelijk zeggen waar het op staat————————Dutch3〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
12 cold
adj. koud--------n. koude, kilte; verkoudheidcold1[ koold]♦voorbeelden:catch (a) cold • kou vattenhave a cold • verkouden zijnII 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; vaak the〉1 kou♦voorbeelden:she was left out in the cold • ze was aan haar lot overgelaten————————cold2〈 coldness〉♦voorbeelden:a cold fish • een kouwe kikkercold logic • de nuchtere logica〈 culinaria〉 cold meat/ 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 cuts • gemengd koud vlees, assiette anglaisea cold welcome • een koele ontvangstbe/feel cold • het koud hebben〈 vulgair〉 it's cold enough to freeze the balls off a brass monkey • het is zo koud dat je ballen eraf vallen/vriezenit leaves me cold • het laat me koudcold comfort • schrale troostget/have cold feet • bang worden/zijncold turkey • onverbloemde waarheid; 〈 informeel〉harde ontwenningskuur/ontwenningsverschijnselen van verslaafde 〈door hem/haar opeens alle drugs te onthouden〉cold war • koude oorlogmake someone's blood run cold • iemand het bloed in de aderen doen stollen♦voorbeelden:————————cold3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:quit one's job cold • op staande voet ontslag nemenbe turned down cold • zonder meer afgewezen worden -
13 piètre
piètre [pjetr]1 pover ⇒ miserabel, erbarmelijk♦voorbeelden:être un piètre convive • de tafel weinig eer aandoenfaire piètre figure • een slecht figuur slaanune piètre santé • een zwakke gezondheidadjarmzalig, miserabel -
14 une piètre, faible consolation
une piètre, faible consolationDictionnaire français-néerlandais > une piètre, faible consolation
-
15 une piètre consolation
une piètre consolation -
16 это плохое утешение
ngener. dat is een schrale troost -
17 Pflaster
Pflaster〈o.; Pflasters, Pflaster〉♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 dieser Ort ist ein gefährliches, heißes Pflaster • het leven is in deze stad gevaarlijk -
18 ein mageres Pflaster
-
19 ein schwacher Trost
een magere, schrale troost -
20 leer
2 〈 figuurlijk〉leeg, nietszeggend ⇒ loos, hol, ijdel♦voorbeelden:1 leer ausgehen • met lege handen vertrekken, niets krijgenleer laufen • (a) leeglopen; 〈 (b) techniek〉 onbelast lopen • 〈 (c) figuurlijk〉onproductief zijn, freewheelen〈 figuurlijk〉 leer sein • leeg, uitgeput zijnleer stehende Wohnungen • leegstaande huizenein Zimmer leer mieten • een ongemeubileerde kamer hurenins Leere gehen • geen gehoor vindenins Leere starren • (doelloos) voor zich uit starenleerer Trost • schrale troost
- 1
- 2