-
81 torcher
torcher [torsĵee]2 afraffelen ⇒ haastig afdoen, in elkaar flansen♦voorbeelden:♦voorbeelden:se torcher le nez • zijn neus afvegenje m'en torche! • het kan me geen reet schelen! -
82 limpi
helder, louter, schoon, proper, puur, rein, zindelijk, zuiver; helder, proper, rein, schoon, zindelijk -
83 чистое бельё
adjgener. schoon goed, schoon linnen -
84 schip
♦voorbeelden:schoon schip met iets maken • 〈 verwerpen〉 rejeter qc.; 〈m.b.t. vroegere ideeën〉 faire table rase de qc.een schip van stapel doen lopen • lancer un navireeen schip lichten • renflouer un navireschip in nood • navire en détresseeen schip voor de grote vaart • un (bateau) long-courrierin het schip zitten • être coincé -
85 verschoning
2 [schoon ondergoed] (linge <m.> de) rechange 〈m.〉♦voorbeelden: -
86 verschoning
-
87 Besen
Besen〈m.; Besens, Besen〉2 helleveeg, feeks♦voorbeelden:¶ ich fresse einen Besen, wenn … • ik ben een boon als …jemanden auf den Besen laden • iemand voor de gek houden -
88 Wäsche
Wäsche〈v.; Wäsche, Wäschen〉♦voorbeelden:das Hemd ist (gerade) in der Wäsche • het hemd is (net) in de wasetwas in die, zur Wäsche geben • iets (in de wasserij) laten wassen2 gebrauchte, schmutzige Wäsche • vuile was, vuil (linnen)goeddie Wäsche wechseln • schoon ondergoed aandoen, zich verschonen -
89 rein
rein1♦voorbeelden:etwas ins Reine bringen • iets in het reine brengen, in orde makenetwas ins Reine schreiben • iets in het net schrijven2 eine reine Haut • een gave, frisse huidrein Schiff • schoon schiprein(e) machen • schoonmaken〈informeel; figuurlijk〉 rein waschen • goed-, schoonpratenreine Theorie • alleen maar theoriedie reine Wahrheit • de zuivere waarheid————————rein2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:das geht dich rein gar nichts an • dat gaat je geen barst aan————————rein3→ link=herein; hineinherein; hinein/link -
90 limpi
helder, louter, schoon, proper, puur, rein, zindelijk, zuiver; helder, proper, rein, schoon, zindelijk -
91 goed
добрый; правильный; подходящий; аккуратный; крепкий; доброкачественный; свежий, неиспорченный; верный; надёжный; чистый; ну ладно; мне дурно, меня тошнит; идёт; никудышный; никчёмный; чай не барин, не развалится; он вполне на это способен; досконально; крепко; твёрдо; сохраняться; молодёжь с жиру бесится; благо; имущество, достояние; добро; материя, ткань; товар; одежда, платье; утварь; поступить правильно; подбодрить, ободрить; развлечь; идти, на; жирно будет* * *I bn, bw1) хороший, добрыйgoed zo! — хорошо!, ладно!
‘t is goed twee uur lópen — тут добрых два часа ходьбы
3) здоровый•- zo goed als II o -eren1) добро с, благо сverándering ten goede — изменения к лучшему
2) добро с, имущество с; одежда ж3) товар м; материал м* * *1. прил.общ. доброкачественный, хороший, добрый2. сущ.1) общ. имение, одежда, добро, благо, достояние, имущество2) собир. материал, вещь, товар -
92 schooner
['sku:nə](a type of fast sailing-ship with two or more masts.) escuna* * *schoon.er[sk'u:nə] n 1 Naut escuna. 2 Amer caneca ou copo grande para cerveja. 3 Brit copo grande para sherry. -
93 чистый
zindelijk, schoon, zuiver, puur -
94 красиво
-
95 красивый
adj1) gener. mooi, fraai, ooglijk, schoon, sierlijk, snoeperig, volschoon, welluidend (о голосе)2) colloq. beelderig, beeldig, jofel3) ironic. poesmooi -
96 красота
-
97 новая метла чисто метёт
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > новая метла чисто метёт
-
98 прекрасно
-
99 прекрасный
adj1) gener. gaaf, te gek, fijn, heerlijk, reusachtig, reuze, reuzig, schoon, beeldschoon, fameus, fraai, mooi, prachtig, riant (о доходе), volschoon (часто ирон.), wonderschoon2) colloq. jofel3) ironic. poesmooi -
100 совершенно
adv1) gener. finaal, heel, rats, schoon, volstrekt, absoluut, compleet, kompleet, volkomen, volmaakt, door en door, gans, geheel, helemaal, radicaal, radikaal, ten enen male, ten enenmale, ten vole, totaal, volledig2) colloq. schoontjes
См. также в других словарях:
Schoon — (latinisiert Schonaeus), Kornelis van, neulat. Dichter, geb. 1541 in Gouda, gest. 28. Nov. 1611 als Rektor der Schule in Haarlem; schrieb: »Tobaeus comoedia« (Antwerp. 1580, Straßb. 1583), »Terentius Christianus sive Comoediae sacrae« (Köln 1592 … Meyers Großes Konversations-Lexikon
schoon|er — «SKOO nuhr», noun. 1. a ship with two or more masts and fore and aft sails. 2. = prairie schooner. (Cf. ↑prairie schooner) 3. a) U.S. Informal. a large glass for beer: »He ordered a schooner of beer and knocked it off with unaffected enthusiasm… … Useful english dictionary
Schoon — Dick Schoon (* 1959 in IJmuiden; vollständiger Name: Dick Jan Schoon; andere Schreibweise: Dirk[1]) ist der 18. Bischof von Haarlem. Er ist verheiratet mit der niederländischen Theologin Lidwien van Buuren. Inhaltsverzeichnis 1 Lebenslauf 2 Wahl… … Deutsch Wikipedia
schoon — adjective. ugly, disgusting, or distasteful I can t believe he just picked his nose that s so schoon … Dictionary of american slang
schoon — adjective. ugly, disgusting, or distasteful I can t believe he just picked his nose that s so schoon … Dictionary of american slang
Schoon en Meedogenloos — ( Clean and Bold , an allusion to the Flemish title of The Bold and the Beautiful namely Mooi en Meedogenloos , moreso schoon and mooi are synonyms) is the Flemish version of the British television show How Clean is Your House?.The program aired… … Wikipedia
schoon|er-rigged — «SKOO nuhr RIHGD», adjective. having fore and aft sails … Useful english dictionary
Schoon — niederdeutsche Variante von Schön … Wörterbuch der deutschen familiennamen
schoon — krin … Woordenlijst Sranan
schoon — … Useful english dictionary
Theodorus Johannes Schoon — (31 July 1915 14 July 1985) was an artist, photographer and carver. Life Theo Schoon was born at Kebumen, Java in the East Indies, the son of Dutch parents, Johannes Theodorus Schoon and his wife, Barbara Isabella Maria Steegemans. Theo lived in… … Wikipedia