-
121 oom
-
122 opdirken
1 [optuigen] dress/doll up♦voorbeelden:II 〈wederkerend werkwoord; zich opdirken〉 〈informeel; schertsend〉1 [zich optutten] doll oneself up -
123 orakelen
1 [als een orakel spreken] prognosticateII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [schertsend] pontificate about/on♦voorbeelden:2 wat orakel je weer • are you pontificating again? -
124 ornaat
♦voorbeelden: -
125 overhoopliggen
2 [onenigheid hebben met] be at loggerheads (with)♦voorbeelden:ze liggen altijd met elkaar overhoop • they're always at loggerheads (with one another) -
126 paniekbestendig
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > paniekbestendig
-
127 pappen en nat houden
pappen en nat houden〈figuurlijk; schertsend〉 stick/sweat it outVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > pappen en nat houden
-
128 pappen
♦voorbeelden:
Страницы