-
1 scheiden
1 [algemeen] séparer2 [echtscheiding uitspreken] prononcer le divorce de♦voorbeelden:de dood heeft hen gescheiden • la mort les a séparésdooier en eiwit scheiden • séparer le jaune d'oeuf du blancde Pyreneeën scheiden Frankrijk en Spanje • les Pyrénées séparent la France et l'Espagnebezigheden die hem van zijn huisgezin gescheiden hielden • occupations qui le tenaient éloigné de son foyerdie begrippen zijn niet scherp van elkaar te scheiden • ces deux notions sont difficilement dissociableseen kamer door schotten in tweeën scheiden • diviser une pièce en deux par des cloisonstien kilometers scheiden ons van de finish • dix kilomètres nous séparent de l'arrivéehij weet zijn werk niet van zijn privéleven te scheiden • il ne sait pas séparer son travail de sa vie privée1 [niet langer samen gaan; zich losmaken] se séparer (de)2 [m.b.t. huwelijk] divorcer (d'avec qn.)♦voorbeelden: -
2 scheiden
-
3 scheiden
disperser, dissiper, diviser, séparer, trier -
4 scheiden van tafel en bed
scheiden van tafel en bed -
5 een boedel scheiden
een boedel scheiden————————een boedel scheiden -
6 als goede vrienden scheiden
als goede vrienden scheiden -
7 de Pyreneeën scheiden Frankrijk en Spanje
de Pyreneeën scheiden Frankrijk en SpanjeDeens-Russisch woordenboek > de Pyreneeën scheiden Frankrijk en Spanje
-
8 de bokken van de schapen scheiden
de bokken van de schapen scheidenDeens-Russisch woordenboek > de bokken van de schapen scheiden
-
9 de geesten scheiden
de geesten scheiden -
10 de schapen van de bokken scheiden
de schapen van de bokken scheidenDeens-Russisch woordenboek > de schapen van de bokken scheiden
-
11 die begrippen zijn niet scherp van elkaar te scheiden
die begrippen zijn niet scherp van elkaar te scheidenDeens-Russisch woordenboek > die begrippen zijn niet scherp van elkaar te scheiden
-
12 dooier en eiwit scheiden
dooier en eiwit scheiden -
13 een kamer door schotten in tweeën scheiden
een kamer door schotten in tweeën scheidenDeens-Russisch woordenboek > een kamer door schotten in tweeën scheiden
-
14 het graf alleen kan ons scheiden
het graf alleen kan ons scheidenDeens-Russisch woordenboek > het graf alleen kan ons scheiden
-
15 het kaf van het koren scheiden
het kaf van het koren scheiden -
16 hier scheiden onze wegen
hier scheiden onze wegen -
17 hij weet zijn werk niet van zijn privéleven te scheiden
hij weet zijn werk niet van zijn privéleven te scheidenDeens-Russisch woordenboek > hij weet zijn werk niet van zijn privéleven te scheiden
-
18 sommige bomen scheiden hars af
sommige bomen scheiden hars af -
19 tien kilometers scheiden ons van de finish
tien kilometers scheiden ons van de finishDeens-Russisch woordenboek > tien kilometers scheiden ons van de finish
-
20 twee begrippen van elkaar scheiden
twee begrippen van elkaar scheidenDeens-Russisch woordenboek > twee begrippen van elkaar scheiden
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Scheiden — Scheiden, verb. irreg. act. et neutr. Imperf. ich schied; Mittelw. geschieden; Imper. scheide. Um die sämmtlichen, dem Anscheine nach so sehr verschiedenen Bedeutungen dieses Wortes und seiner Abkömmlinge begreiflich zu machen, muß man bis auf… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Scheiden — Gemeinde Losheim am See Koordinaten … Deutsch Wikipedia
scheiden — tut weh ist eine auch redensartlich verwendete, formelhafte Liedzeile, die in vielen Liedtypen, insbesondere in Liebes und Abschiedsliedern, aber auch in Soldaten und Auswandererliedern vorkommt, z.B.: ›Scheiden und das tut weh‹ (E.B. 730),… … Das Wörterbuch der Idiome
scheiden — scheiden: Das altgerm. starke Verb mhd. scheiden, ahd. sceidan, got. skaidan, niederl. scheiden, engl. to shed gehört mit dem näher verwandten ↑ Scheit zu einer t Erweiterung der idg. Wurzel *skē̆i »schneiden, trennen« (vgl. ↑ Schiene). Die… … Das Herkunftswörterbuch
scheiden — Vst. std. (8. Jh.), mhd. scheiden, ahd. skeidan, as. skēdan, skeđan, afr. skētha, skēda, skatta Stammwort. Aus g. * skaid a Vst. scheiden , auch in gt. skaidan (reduplizierend), ae. scēadan. Der grammatische Wechsel ist teilweise durch das ganze… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
scheiden — V. (Mittelstufe) eine Ehe gerichtlich auflösen Synonym: sich trennen Beispiel: Ihre Eltern ließen sich vor einem Jahr scheiden. Kollokation: geschiedenes Paar scheiden V. (Aufbaustufe) geh.: eine Grenzlinie zwischen zwei Orten o. Ä. bilden, etw.… … Extremes Deutsch
Scheiden — Scheiden, 1) so v.w. trennen, spalten, zertheilen; 2) so v.w. Ehescheidung; 3) einen vermischten Stoff in seine Bestandtheile auflösen od. das Fremdartige von einem Gegenstande trennen; 4) das haltige Erz von dem tauben Gestein trennen u. nach… … Pierer's Universal-Lexikon
Scheiden... — Scheiden..., s.u. Scheide … Pierer's Universal-Lexikon
scheiden — ↑affinieren … Das große Fremdwörterbuch
scheiden — polarisieren; spalten; (einander) entgegensetzen; trennen * * * schei|den [ ʃai̮dn̩], schied, geschieden: 1. <tr.; hat (eine Ehe) gerichtlich auflösen, für aufgelöst erklären: der Richter hatte ihre Ehe geschieden; sich scheiden lassen (seine… … Universal-Lexikon
Scheiden — 1. Ach, Scheiden, wie thust du so weh, sagte der Fünfte, dem war das Hemd in Arsch gebacken. – Hoefer, 379; Schaltjahr, III, 157. 2. Am Scheiden liegt der Dank. – Petri, II, 14. 3. Es muss einmal geschieden sein. 4. Macht Scheiden Pein, so mag es … Deutsches Sprichwörter-Lexikon