-
1 samentrekken
затянуть; сжать; (на)хмурить; сосредоточить; собраться в; стянуться* * *гл.1) общ. сжиматься, сокращаться, сводить, сдвигать, стягивать, стягиваться, сливать, соединять, соединяться2) воен. сосредоточивать -
2 zich samentrekken
гл.общ. сжиматься, скопляться, собираться, стягиваться -
3 стягиваться
vgener. samentrekken, contraheren, zich samentrekken -
4 сводить
v1) gener. afvoeren (âíèç), paren, samentrekken, terugbrengen (tot-ê ÷åìó-ô.), afleiden (âíèç), samenbrengen2) scorn. aaneenkoppelen (кого-л. с кем-л.) -
5 сдвигать
vgener. samentrekken, verduwen, verrukken, verschuiven -
6 сжиматься
vgener. samenballen, zich samentrekken, contraheren, in elkaar kruipen, krempen, krimpen -
7 сжиматься, сокращаться
vgener. samentrekken -
8 скопляться
vgener. zich samentrekken, zich opstapelen -
9 сливать
v1) gener. afgieten, aflaten, aftappen, afschenken, samendoen, samentrekken, versmelten2) liter. amalgameren -
10 собираться
vgener. voornemen, vergaderen, zich opmaken, scholen, aanstalten maken, bij elkaar komen, bijeenkomen, op de sprong staan, samenkomen, van plan zijn, zich samentrekken, zich verzamelen -
11 соединять
v1) gener. integreren, aaneenhechten, aaneenvoegen, aansluiten, huwen, schakelen, verbinden, aaneensluiten, aanvoegen, bijeendoen, bijeenvoegen, combineren, doorverbinden (по телефону), ineenyoegen, koppelen, lieren, samenbrengen, samendoen, samentrekken, samenvoegen, unieren, verenen, verenigen, voegen2) liter. amalgameren3) eng. aaneensmeden -
12 соединяться
v1) gener. overschakelen (по телефону), corresponderen, ineengrijpen, samentrekken, samenvloeien, zich aaneensluiten, zich paren, zich verbinden, zich verenigen2) liter. zich scharen -
13 сосредоточивать
-
14 стягивать
vgener. samentrekken, aanhalen, binden, contraheren, neertrekken
Перевод: со всех языков на русский
с русского на все языки- С русского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Датский
- Немецкий
- Нидерландский
- Русский
- Французский