-
1 rumour has it that you'll be fired
English-Dutch dictionary > rumour has it that you'll be fired
-
2 rumour has it that …
rumour has it that …het gerucht gaat dat … -
3 rumour
n. geruchtrumour11 gerucht(en) ⇒ praatje(s), verhalen♦voorbeelden:————————rumour2♦voorbeelden: -
4 have
n. rijk, iemand die veel bezittingen heeft--------v. hebben; bezitten; verkrijgen; nodig hebben; veroorzakenhave1[ hæv] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ the haves and the have-nots • de rijken en de armen, de bezitters en de niet-bezitters————————have2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 hebben ⇒ bezitten, beschikken over, houden 〈 bezit, eigenschap, gelegenheid, plaats en tijd, verwanten en kennissen, iets dat toegezegd is〉5 hebben ⇒ genieten van, lijden aan6 hebben ⇒ laten liggen, leggen, zetten7 〈met naamwoord dat een activiteit uitdrukt; vaak te vertalen door werkwoord van dat naamwoord; informeel〉 hebben ⇒ maken, nemen 〈enz.〉8 toelaten ⇒ dulden, aanvaarden12 〈 met naamwoord en onbepaalde wijs of voltooid deelwoord〉 het moeten beleven dat ⇒ het overkomt/overkwam hem/haar/hun dat15 vrijen/slapen met♦voorbeelden:you can have that old car if you want • je mag die oude kar houden als je wilhe has an excellent memory • hij beschikt over een voortreffelijk geheugenhave mercy on us • heb medelijden met onsI've got no time • ik heb geen tijdyou have my word • je hebt mijn woord, mijn woord eropI've got it • ik heb het, ik weet het (weer)you have something there • daar zeg je (me) wat, daar zit wat inhe wouldn't have his wife back • hij wou zijn vrouw niet terug (hebben)do you have enough wine in? • heb je genoeg wijn in huis?have something about/on one • iets bij zich hebbenwhat does she have against me? • wat heeft ze tegen mij?2 the book has six chapters • het boek heeft/bestaat uit zes hoofdstukkenmay I have this dance from you? • mag ik deze dans van u?he had a splendid funeral • hij kreeg een schitterende begrafeniswe've had no news • we hebben geen nieuws (ontvangen)you can have it back tomorrow • je kunt het morgen terugkrijgenhave a cigarette • een sigaret nemen/rokenhave a good time • het naar zijn zin hebbenyou have it badly • je hebt het lelijk te pakkenlet's have the rug in the hall • laten we het tapijt in de hal leggenhave a discussion • discussiëren, een discussie hebbenhave a try • (het) proberenhave a walk • een wandeling makenI won't have you say such things • ik duld niet dat u zoiets zegtI'm not having any • ik pik het niet, ik pieker er niet overhe's finally had it done • hij heeft het eindelijk laten doenhave a tooth out • een tand laten trekken12 he's had his friends desert him • hij heeft het moeten meemaken dat zijn vrienden hem in de steek lietenhave someone (a)round/in/over • iemand (eens) uitnodigenwe are having the painters in next week • volgende week zijn de schilders bij ons in huis aan het werkhave someone up • iemand uitnodigen 〈 in het bijzonder van beneden, uit het zuiden of van het platteland〉16 can you have the children tonight? • kun jij vanavond voor de kinderen zorgen?〈 niet verouderd〉 have something off • iets uit het hoofd/van buiten kennenhave it (that) • zeggen (dat), beweren (dat)as the Bible has it • zoals het in de bijbel staatrumour has it that … • het gerucht gaat dat …have it (from someone) • het (van iemand) vernomen/gehoord hebben, het weten (van iemand)〈 informeel〉 have had it • hangen, de klos/pineut zijn; niet meer de oude zijn, dood zijn; het beu zijn, er de brui aan gevenhave it in for someone • een hekel hebben aan iemand, de pik hebben op iemandhave it in for someone • de pik hebben op iemandhave it/the matter out with someone • het (probleem) uitpraten/uitvechten met iemandhave something on someone • belastend materiaal tegen iemand hebbenyou have nothing on me • je kunt me niks makenhave nothing on • niet kunnen tippen aanhave something on/over • beter zijn dan, een streepje voor hebben op→ have on have on/III 〈 hulpwerkwoord〉2 〈alleen in aanvoegende wijs verleden tijd; formeel〉had(den)/was/waren ⇒ indien/als … zou(den) hebben/zijn♦voorbeelden:he has died • hij is gestorven2 had he claimed that, he would have been mistaken • had hij dat beweerd, dan zou hij zich vergist hebbenI had better/best forget it • ik moest dat maar vergeten, het zou beter/het beste zijn als ik dat vergatI'd just as soon die • ik zou net zo lief doodgaan
См. также в других словарях:
Rumour Has It — «Rumour Has It» … Википедия
Rumour Has It — Adele Veröffentlichung 19. Januar 2011 Länge 3:43 Genre(s) Pop, Soul Autor(en) Adele Adkins, Ryan … Deutsch Wikipedia
rumour has it — (that) ► used to say what many people are saying: »Rumour has it that you re going to be the next managing director. Main Entry: ↑rumour … Financial and business terms
rumour has it that — rumour has it (that) ► used to say what many people are saying: »Rumour has it that you re going to be the next managing director. Main Entry: ↑rumour … Financial and business terms
rumour has it that — rumour/word/legend/has it that phrase used for showing that you are reporting something that you have heard when you are not sure whether it is really true Rumour has it that her husband is not the father of the child. Thesaurus: expressions used … Useful english dictionary
Rumour Has It (song) — Infobox Single Name = Rumour Has It Artist = Donna Summer from Album = Once Upon a Time B side = * Once Upon A Time (UK) * A Man Like You (Italy) * Say Something Nice (Germany) Released = 1978 Format = 7 single Recorded = Genre = Disco, Pop, Soul … Wikipedia
rumour — ru‧mour [ˈruːmə ǁ ər] , rumor noun [countable, uncountable] information that is passed from one person to another and which may or may not be true: • A spokesman denied rumours that the company was considering abandoning the U.S. market. * * *… … Financial and business terms
rumour — (BrE) (AmE rumor) noun ADJECTIVE ▪ malicious, nasty, scurrilous, ugly, vicious ▪ baseless, false, unconfirmed, u … Collocations dictionary
rumour — n. 1) to circulate, spread a rumour 2) to confirm a rumour 3) to deny; dispel, spike a rumour 4) an idle, unfounded, wild rumour 5) an unconfirmed; vague rumour 6) rumours circulate, fly, spread 7) a rumour that + clause (we heard a rumour that… … Combinatory dictionary
rumour — ru|mour BrE rumor AmE [ˈru:mə US ər] n [U and C] [Date: 1300 1400; : Old French; Origin: rumour, from Latin rumor] 1.) information or a story that is passed from one person to another and which may or may not be true rumour about/of ▪ I ve heard… … Dictionary of contemporary English
rumour */*/ — UK [ˈruːmə(r)] / US [ˈrumər] noun [countable/uncountable] Word forms rumour : singular rumour plural rumours unofficial information that may or may not be true rumour about: He d heard rumours about some big financial deal. rumour of: Now there… … English dictionary