-
1 chuchoter
chuchoter [sĵuusĵottee]2 ruisen ⇒ zacht, onbestemd geluid maken, ritselenII 〈 overgankelijk werkwoord〉v2) ruisen, ritselen -
2 bruire
vruisen, ritselen -
3 murmurer
murmurer [muurmuuree]2 mompelen3 mopperen ⇒ morren, protesterenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:murmurer entre ses dents • onverstaanbaar mompelenv1) ruisen2) mompelen3) mopperen, morren4) fluisteren -
4 froufrouter
-
5 susurrer
susurrer [suuzuuree]1 fluisteren ⇒ ruisen, ritselenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 fluisteren ⇒ murmelen, mompelen
См. также в других словарях:
rustle — v. & n. v. 1 intr. & tr. make or cause to make a gentle sound as of dry leaves blown in a breeze. 2 intr. (often foll. by along etc.) move with a rustling sound. 3 tr. (also absol.) steal (cattle or horses). 4 intr. US colloq. hustle. n. a… … Useful english dictionary
