-
21 bevoegdheid
♦voorbeelden:ruime bevoegdheden hebben • enjoy wide powersde bevoegdheid hebben om • have the power toiemand de bevoegdheid verlenen/geven om • grant someone (the) power todat valt niet binnen/ligt buiten de bevoegdheid van • that is outside the competence ofzonder bevoegdheid • unauthorizedzijn bevoegdheden te buiten gaan • exceed one's authority -
22 lever
1 liver♦voorbeelden:het aan de lever hebben • have liver trouble〈 figuurlijk〉 fris/vers van de lever • 〈 recht voor zijn raap〉 (straight) from the shoulder; 〈 geïmproviseerd〉 off the cuff -
23 mogen
I 〈 hulpwerkwoord〉1 [toestemming/recht/vrijheid hebben] can ⇒ be allowed to, 〈 tegenwoordig tijd of indirecte rede〉 may, 〈 met ontkenning〉 must, 〈 in voorwaardelijke wijs〉 should, 〈 in voorwaardelijke wijs〉 ought to3 [met betrekking tot toegeving] may, might4 [met betrekking tot een mogelijkheid] should5 [kunnen] 〈zie voorbeelden 5〉6 [met betrekking tot een wens] 〈zie voorbeelden 6〉♦voorbeelden:1 mag ik een kilo peren van u? • (can I have) two pounds of pears, pleasemag ik uw naam even? • could/may I have your name, please?mag Deirdre blijven spelen? • can Deirdre stay and play?je mag gaan spelen, maar je mag je niet vuil maken • you can go out and play, but you're not to get dirtyer mag hier niet gerookt worden • you're not allowed to smoke hereals ik vragen mag • if you don't mind my askingu mag hier even wachten • please take a seatdat mag ik niet zeggen • I'm not at liberty/allowed to tell youmag het een onsje meer zijn? • do you mind if it's a bit more?mag ik zo vrij zijn? • do you mind?alles mag toch maar vandaag de dag • anything goes nowadaysmag ik alsjeblieft? • do you mind? 〈nadruk op ‘mind’〉ik mag het eigenlijk niet vertellen • I'm not really supposed to tell youmag ik even? • do you mind?, may I?mag ik er even langs? • excuse me (please)dat mag niet • that's not allowed; 〈 tegen de regels〉 that's against the rules; 〈 tegen de wet〉 that's illegalvan mij mag het • it's alright by mevan mij mag het een maand duren • I don't mind if it takes a/another monthhij wou meekomen maar hij mocht niet van zijn moeder • he wanted to come along but his mother wouldn't let him2 dat mag ook wel eens gezegd worden • there's no harm in saying that, tooje had me wel eens mogen waarschuwen • you might/could have warned meik mag niet mopperen • I mustn't complainje mag je wel eens scheren • you could do with a shaveje mag wel uitkijken, het is glad op straat • you'd better/you should be careful, it's slippery outhij mag blij zijn dat … • he ought to/should be happy that …wat een mooie jas! dat mag ook wel voor dat geld • what a lovely coat! it ought to/should be at that pricehij mag dan slim zijn, sterk is hij niet • he may be clever, but he isn't strongdat mag dan zo zijn, maar … • that may well be (so), but …; granted, but …hoe dat ook moge zijn • be that as it may4 mocht dat het geval zijn, … • should that be the case, …; if so, …5 het mocht niet baten • it was no use/gooddat ik dit nog mag meemaken! • that I should live to see this!het heeft niet zo mogen zijn • it was not to be6 moge dit jaar u veel geluk brengen • 〈 algemeen, bijvoorbeeld met betrekking tot schooljaar〉 I hope you will be very happy in the coming yearlang moge hij heersen • long may he reignzo mag ik het horen/zien • that's what I like (to hear/see), that's the spirithij mag er zijn • 〈 algemeen〉 he's quite a guy; 〈 heeft kwaliteiten〉 he's got what it takes; 〈is groot/flink van postuur〉 he's a big guy/; 〈 is knap〉 he's some guyhet mocht wat • it doesn't mean a thingik mag graag een sigaartje roken • I like/enjoy a nice cigarII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [sympathiek vinden] like♦voorbeelden:1 ik mag hem wel • I quite/rather like himzij is een beetje arrogant, maar dat mag ik wel • she's a bit arrogant but I like them that way -
24 vol
2 [over de hele oppervlakte bedekt] full (of) ⇒ covered (with/in)3 [gevuld] full5 [geheel zijnde wat het zelfstandig naamwoord noemt] full♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 zij luisterde vol aandacht naar zijn woorden • 〈 ook〉 she hung on(to) his every wordeen reis vol gevaren • a hazardous journeyeen huis vol mensen • a house full of peoplemet een volle mond/met de mond vol praten • talk with one's mouth full〈 figuurlijk〉 vol ontzetting/afgrijzen • in dismay/in horroreen kamer vol rook • a room thick with smokede tram is vol • the tram is full (up)iets vol maken/gieten/stoppen • fill something uphet was er vol • it was full/crowded (there)helemaal vol • full up, packedde tafel ligt vol boeken • the table is covered with bookseen muur vol plakken met posters • cover a wall with postersde kranten staan er vol van • the papers are full of itde tafel stond vol met cadeaus • the table was loaded with presents3 een vol gezicht/ een volle boezem • a full/chubby face, a full bosomhet volle gewicht hebben • contain the full/entire weighthet volle loon • full payhet kostte hem acht volle maanden • it took him all of eight monthsmet het volste recht/ in het volste vertrouwen • quite rightly/in complete confidenceeen volle week de tijd hebben • have a full/whole weekten volle • fully, entirely -
25 doel
1 [voorwerp waarop men schiet/mikt] target3 [wat men wil bereiken, ook figuurlijk] target, purpose ⇒ object(ive), aim, goal, 〈 reisdoel〉 destination♦voorbeelden:missen voor open doel • miss with an empty goalin het doel staan • be in goalhet is voor een goed doel • it's for a good causezijn doel bereiken • achieve one's aimzich een doel stellen • set oneself a target/an objectivezijn doel voorbijstreven/schieten • overshoot the markmet het doel om iets te doen • with a view to doing somethingmet dit doel voor ogen • with this (end) in viewrecht op zijn doel afgaan • go straight to the pointzich iets ten doel stellen • make something one's aim; set oneself a target of something 〈bijvoorbeeld bedrag/aantal〉ten doel hebben • be aimed at〈 spreekwoord〉 het doel heiligt de middelen (niet) • the end justifies/does not justify the means -
26 genade
2 [religie] grace3 [vergiffenis] mercy, pardon, forgiveness4 [gunst(bewijs)] favour♦voorbeelden:geen genade hebben met • have no mercy ongenade voor recht laten gelden • temper justice with mercyom genade smeken • beg for mercyzonder genade • without mercy4 (geen) genade vinden bij/in de ogen van iemand • find (no) favour in the eyes/sight of someoneiemand (weer) in genade aannemen • restore someone to favour¶ goeie/grote genade! • good(ness) gracious (me)!, bless my (heart and) soul!, my goodness!, good grief! -
27 gezicht
1 [het zien] sight2 [(object van) gewaarwording] sight3 [gelaat] face5 [uiterlijk] face6 [gezichtsvermogen] (eye)sight♦voorbeelden:het gezicht in de plooi houden • keep a straight facevoor het gezicht een kleedje over iets leggen • put a cloth over something for appearance's sakedat is geen gezicht! • that is hideousergens zijn gezicht laten zien • show one's face, put in an appearancede zon schijnt mij in het gezicht • the sun is shining in my face/eyesiets in iemands gezicht zeggen, iemand iets (recht) in zijn gezicht zeggen • say something (straight) to someone's faceiemand in zijn gezicht uitlachen • laugh in someone's face't was alsof ik een klap in 't gezicht kreeg • it was like being hit in the faceiemand op zijn gezicht geven/slaan • punch/slap someone's faceiemand van gezicht kennen • know someone by sight4 hij zette een lang/zuur gezicht • he pulled a long face/he grimacedeen stalen gezicht • a stony facemet een verwaand gezicht • with a conceited airzijn gezicht betrok • his face clouded over/felleen gezicht zetten alsof • look as ifik zag aan zijn gezicht dat • I could tell by (the look on) his face thateen eigen gezicht hebben • have its own special charactereen gezicht op Londen • a view of Londonuit het gezicht verdwijnen • disappear from sightzijn gezicht verliezen • lose face -
28 ontlenen
♦voorbeelden:de volgende regels zijn ontleend aan Shakespeare • the following lines are taken from Shakespeare2 zijn naam ontlenen aan iemand/iets • take one's name from someone/somethingeen recht ontlenen aan • derive a right from -
29 optie
-
30 overpad
-
31 raap
I 〈de〉1 [kool] turnip3 [meervoud] [gerecht] turnips4 [informeel] [hoofd] 〈zie voorbeelden 4〉5 [informeel] [lichaam] 〈zie voorbeelden 5〉♦voorbeelden:zich voor zijn raap schieten • blow one's brains out5 ze hebben hem voor zijn raap geschoten • ±they bumped him offII 〈 de (mannelijk)〉1 [opgeraapt fruit] windfalls -
32 retentie
1 [juridisch, medicijnen, geneeskunde] retention♦voorbeelden: -
33 scheef
1 [niet recht] crooked 〈 rug, boomstam〉 ⇒ 〈 schuin〉 oblique, leaning 〈 toren〉, slanting 〈 oppervlak〉, sloping 〈 oppervlak〉2 [asymmetrisch] crooked♦voorbeelden:iemand scheef aankijken • look enviously at someonehet schilderij hangt scheef • the picture is crookedje houdt het scheef! • you're not holding it level/straightiets scheef snijden/knippen • cut something slantwiseeen scheve neus hebben • have a crooked noseeen scheve voorstelling van iets geven • misrepresent somethingde zaak gaat/loopt scheef • things are going wrong -
34 uitweg
♦voorbeelden:een uitweg voor opgekropte gevoelens • an outlet for/an opportunity to vent (one's) pent-up emotions -
35 veto
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Recht (Subst.) — 1. Alles, was das Recht erlaubt, thut man mit Recht. – Graf, 285, 6. Mhd..: Allez daz das reht irloubt, daz tut man wol mit rehte. (Daniels, 334, 43.) 2. Alt Recht und frischer Braten ist wohl zu rathen. Böhm.: Stará práva, čerstvá potrava –… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Thaler — 1. Alte Thaler, junge Weiber sind der beste Zeitvertreiber. Dieser Spruch war in Schwaben auf dem Handgriff eines alten Wetzstahls eingegraben. 2. Alte Thaler sind die besten. Engl.: Old dollars are (old money is) the best of all. 3. Das ist ein… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Leute — 1. A de richa Lüta werd ma nüd rüdig1. – Sutermeister, 143; Tobler, 371. In Appenzell: Von den reichen Leuten bekommt man nicht leere Hände. (Tobler.) 2. Albern Leut dienen nicht in die Welt. – Petri, II, 4. 3. Alberne Lüe sind ock Lüe. (Hannover … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Ding — 1. Acht Dinge bringen in die Wirthschaft Weh: Theater, Putzsucht, Ball und Thee, Cigarren, Pfeife, Bierglas und Kaffee. 2. Acht Dinge haben von Natur Feindschaft gegeneinander: der Bauer und der Wolf, Katze und Maus, Habicht und Taube, Storch und … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kind — 1. Ach, dass ich meine armen Kinder so geschlagen, klagte der Bauer, und sie waren des Pfaffen. – Eiselein, 375. 2. Alle Kinder werden mit Weinen geboren. Lat.: Clamabunt E et A quotquot nascuntur ab Eva. (Binder I, 193; II, 497; Seybold, 77.) 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Narr — (s. ⇨ Geck). 1. A Narr hot a schöne Welt. (Jüd. deutsch. Warschau.) Dem Dummen erscheint die Welt um so schöner, als er von manchen ihrer Uebel und Leiden nicht berührt wird. 2. A Narr hot lieb Süss. (Jüd. deutsch. Warschau.) Diese auch in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Weib — (s. ⇨ Frau). 1. A jüng Weib is wie a schön Vögele, was män muss halten in Steigele (Vogelbauer). (Jüd. deutsch. Warschau.) 2. A schämedig (schamhaftes) Weib is güt zü schlugen. (Warschau.) – Blass, 11. Weil es, um keinen Scandal zu machen, den… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Haben — 1. Bei Haben lebt sich s besser als bei Habensollen. Ung.: A ki birja, a marja. (Gaal, 837.) 2. Besser haben als hoffen. – Winckler, XVIII, 69. Frz.: Mieulx vault avoir qu espoir. (Leroux, II, 261.) Holl.: Beter hebben dan goed vinden.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kopf — 1. Abgehauener Kopf braucht keine Sturmhaube mehr. 2. Am Kopf des Narren lernt der Junge scheren. Die Araber in Algerien: Am Kopfe der Waise macht der Chirurg Versuche. Die ägyptischen Araber: Er lernt das Schröpfen an den Köpfen der Waisen.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Mensch — 1. A verzagte Möntsch isch im Himmel nid sichar. (Bern.) – Zyro, 108. 2. Ach, Mensch, betracht , wie Gott verlacht all deinen Pracht, der in einer Nacht wird zu nichts gemacht. – Gerlach, 9. 3. Ain verkerter mensch richtet hader an vnd ain… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Teufel — (s. ⇨ Teixel). 1. A mol muess ma m Teuffel uff de Wedel treta. – Birlinger, 1036. 2. All, wat de Düwel nich lesen kann (will), dat sleit he vörbi (oder: sleit he äwer). – Frommann, II, 389, 123; Eichwald, 346; Goldschmidt, 57; Kern, 1430. 3. Als… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon