-
1 rebelleren
-
2 rebelleren
-
3 rebelleren
поднять мятеж (бунт) против; бунтовать против* * *гл.общ. бунтовать, восставать, возмущаться, поднимать мятеж, сопротивляться -
4 rebelleren
v. revolt -
5 rebelleren
wwse révolter/rebeller contre -
6 rebelleren
1) uppror2) revolt3) revoltera -
7 rebelleren
se révolter -
8 rebelleren tegen …
rebelleren tegen …rebel against …Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > rebelleren tegen …
-
9 бунтовать
vgener. rebelleren, muiten -
10 возмущаться
vgener. rebelleren, revolteren, zich verontwaardigen -
11 восставать
vgener. opstaan (legen-ïðîòèâ), rebelleren, zich roeren, in opstand komen, revolteren -
12 поднимать мятеж
vgener. muiten, rebelleren -
13 сопротивляться
vgener. tegenhouden (чему-л.), tegenstaan, trotsen, trotseren, zich verzetten, bestand zijn tegen (кому-л., чему-л), het hoofd bieden aan (кому-л., чему-л.), rebelleren, stribbelen, tegen (iets) te keer gaan (чему-л.), (только in.) tegenkanten, tegenspartelen, tegenstreven, verzet plegen, weerstaan, weerstand bieden (aan- кому-либо, чему-л.), weerstreven, zich kanten tegen (чему-л., кому-л.), zich verweren
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский
- Шведский