-
1 trigger
reactiestarterstuurimpulsstuurpulstrekkertrigger -
2 trigger
n. trekker (van een geweer); oorzaak; prikkeling; (in computers) een signaal dat een bepaalde procedure veroorzaakt--------v. opwekken, stimuleren; in werking stellentrigger1[ trigə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————trigger2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский