-
1 irritation
prikkeling -
2 stimulation
-
3 arousal
n. het opwekken[ ərauzl]1 opwinding ⇒ prikkeling, ophitsing2 het (op)wekken ⇒ opwekking, uitlokking -
4 erogenous
-
5 irritation
-
6 provocation
n. provocatie; prikkeling; pesterij[ provvəkeesjn]♦voorbeelden:he did it under provocation • hij is ertoe gedreven -
7 trigger
n. trekker (van een geweer); oorzaak; prikkeling; (in computers) een signaal dat een bepaalde procedure veroorzaakt--------v. opwekken, stimuleren; in werking stellentrigger1[ trigə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————trigger2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
8 autoerotic
adj. auto erotisch (aangedaan door eigen sexuele prikkeling) -
9 chemotropic
adj. Chemotropisch (groeit of beweegt door reactie op chemische prikkeling) -
10 dynamogenesis
n. Dynamogenesis (bij psychologie - veranderingen van reactie bij zintuigen prikkeling) -
11 erogenic
adj. erogenisch (gevoelig voor seksuele prikkeling) -
12 erotogenic
adj. erogeen (gevoelig voor geslachtsdrift, bv erogene zones (plaatsen v.h. lichaam die bij prikkeling de geslachtsdrift opwekken)) -
13 incitation
n. aansporing, prikkeling -
14 osteophyte
n. Osteofyte, een meestal puntvormige exostose die zich vormt door langdurige prikkeling van periost of ligament -
15 osteophytic
adj. van osteofyten (meestal puntvormige exostose die zich vormt door langdurige prikkeling van periost of ligament) -
16 overexcite
v. te veel opwinding; te veel prikkeling; te enthousiast -
17 photism
n. photisme (in psychiatrie-kleuren zien als gevolg van niet visuele prikkeling) -
18 response time
reactietijd (tijd die iem. nodig heeft om op een plotselinge prikkeling te reageren; tijdperk tussen een bevel a.d. computer tot het verkrijgen v.e. output) -
19 surexcitation
n. Overmatige prikkeling -
20 synaesthetic
adj. synaesthetisch, van synaesthesia (bijgewaarwording, zinsgewaarwording ontstaan zonder dat het betreffende zintuig geprikkeld werd, doch door prikkeling van een andere zin
- 1
- 2