-
1 band
n. band; orkest; bende--------v. verenigen; een band aanbrengenband1[ bænd] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 bende ⇒ groep, troep3 band ⇒ (dans)orkestje, fanfare, popgroep♦voorbeelden:1 a band of light • een lichtstreep/strooka black band round his hat • een zwart(e) lint/band om zijn hoeda rubber band • een elastiekjea pair of bands • bef¶ the band begins to play • nu wordt het ernstig/menens————————band2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
2 front man
1 leider in naam ⇒ stroman; woordvoerder3 radio/tv-presentator -
3 road manager
road manager -
4 Deep Purple
Deep Purple (de naam van een amerikaanse popgroep) -
5 Dream Syndicate
"Dream Syndicate" (Amerikaanse rock- en popgroep, opgericht in de tachtiger jaren in Los Angeles) -
6 Elo
n. electriciteitslampenconcert (electrisch popgroep die erg in was in de jaren zeventig) -
7 Steps
n. Engelse popgroep -
8 Yellow Submarine
gele onderduiker (hit en film van popgroep "de Beatles") -
9 groupe
groupe (de sociétés)————————groupe [groep]〈m.〉1 groep ⇒ groepering, ploeg♦voorbeelden:groupe d'entraide • zelfhulpgroepgroupe de mots • woordgroepgroupe pop • popgroepgroupe de pression • pressiegroep, lobbygroupe à (haut) risque • risicogroepgroupe (de sociétés) • concerngroupe témoin • controlegroeptravail en groupe • teamwerkgroupe financier • financieel consortiumgroupe industriel • industrieel concerngroupe parlementaire • kamerfractiegroupe politique • politieke groeperinggroupe scolaire • scholencomplexpar, en groupes • groepsgewijs, in groepjes→ cabinetmgroep, ploeg -
10 groupe pop
groupe pop -
11 Popgruppe
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский