-
1 расхититель
plunderaar -
2 мародёр
plunderaar, marodeur -
3 looter
-
4 pillager
-
5 plunderer
-
6 pillard
pillard [piejaar],pillarde [piejaard]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:m (f - pillarde)plunderaar/-ster -
7 грабитель
rover, berover, roofovervaller, plunderaar -
8 вор
ngener. kaper, dief, heler, insluiper (незаметно проникший в помещение), plunderaar, steler -
9 грабитель
ngener. plunderaar, rover, bandiet, (банка) bankrover, overvaller, vrijbuiter -
10 мародёр
ngener. plunderaar, stroper, marodeur, vrijbuiter -
11 depredator
n. rover, plunderaar, verwoester -
12 despoiler
n. plunderaar, rover -
13 despoliation
n. berover, plunderaar -
14 forager
n. iem. die foerageert, afstroopt; iem. die doorzoekt; plunderaar -
15 freeboot
n. vrijbuiter, iemand die op rooftocht gaat, plunderaar -
16 marauder
n. plunderaar, wacht op zijn prooi -
17 ransacker
n. plunderaar -
18 rapparee
n. bewapende Ierse vrijbuiter gedurende de 17e eeuw; bandiet, plunderaar, vrijbuiter, rover -
19 ravager
n. plunderaar -
20 reaver
n. rover, iemand die rooft (Archaïsch); plunderaar
Страницы
- 1
- 2