-
1 fastidious
adj. veeleisend, pietluttig, kieskeurig[ fæstiddiəs] 〈 fastidiousness〉1 veeleisend ⇒ pietluttig, kieskeurig -
2 frivolous
adj. onbelangrijk, pietluttig, onnozel; frivool, lichtzinnig[ friv(ə)ləs] 〈 frivolousness〉1 onbelangrijk ⇒ pietluttig, onnozel -
3 fussy
adj. (overdreven) druk; pietluttig, moeilijk[ fussie] 〈 fussiness〉1 (overdreven) druk ⇒ zenuwachtig, bemoeiziek2 pietluttig ⇒ overdreven precies, moeilijk♦voorbeelden:she's very fussy about … • zij doet altijd erg moeilijk over … -
4 niggling
adj. pietluttig[ nigling] -
5 picky
adj. kieskeurig; selecterend -
6 potty
n. (kinder)po, potje; knetter, niet goed snikpotty1————————potty2〈bijvoeglijk naamwoord; pottiness〉♦voorbeelden:2 potty little details • futiliteiten, pietluttigheden -
7 finicking
adj. pieterpeuterig, overdreven; moeilijk te bevredigen, pietluttig -
8 fussily
adv. (overdreven) druk; pietluttig, moeilijk; opsmuk, overdreven opmaak -
9 nigglingly
adv. kinderachtig, pietluttig -
10 pernickety
adj. pietluttig (slang), overdreven netjes, kieskeurig; lastig -
11 pickiness
n. het pietluttig zijn; kieskeurigheid -
12 selectively
adv. selektief; kieskeurig; pietluttig
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский