Перевод: со всех языков на нидерландский

с нидерландского на все языки

С нидерландского на:
Все языки
Со всех языков на:
Нидерландский

peul(vrucht)

Толкование Перевод

1 legume

n. vitaliteit

legume

[ legjoe:m, ligjoe:m]

1 peul(vrucht) 〈 in het bijzonder als groente of veevoer〉

2 groente 〈 voornamelijk op menu's〉

3 〈 plantkunde〉 peuldrager

English-Dutch dictionary > legume
2 pulse

n. hartslag, pols(slag); peulvrucht
--------
v. pulseren, kloppen, trillen

pulse¹

[ puls]

I 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 〈 voornamelijk enkelvoud〉 hartslag ⇒ pols(slag)

2 〈 benaming voor〉 (afzonderlijke) slag ⇒ stoot, trilling

3 ritme 〈 bijvoorbeeld in muziek〉

4 〈 vaak meervoud〉 peul(vrucht)

♦voorbeelden:

1 an irregular pulse • een onregelmatige pols

feel/take someone's pulse • iemands hartslag opnemen; 〈 figuurlijk〉 iemand polsen

II 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; werkwoord soms meervoud〉

1 peulen ⇒ peulvruchten

————————

pulse²

〈 werkwoord〉

1 pulseren 〈 ook elektriciteit〉 ⇒ kloppen, trillen

English-Dutch dictionary > pulse
3 shuck

n. schil
--------
v. iets schillen, pellen, de schil verwijderen

shuck¹

[ sjuk] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; benaming voor〉 omhulsel ⇒ peul, dop 〈 van vrucht〉; schaal, schelp 〈 van oester〉

————————

shuck²

〈 werkwoord〉

1 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 pellen ⇒ doppen 〈 erwten〉; kraken 〈 noten〉

2 〈Amerikaans-Engels; informeel〉 uitgooien 〈 kleren〉

English-Dutch dictionary > shuck

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на нидерландский

peul(vrucht)

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на нидерландский

peul(vrucht)

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: